background image
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Cymbalta 30 mg harde maagsapresistente capsules Cymbalta 60 mg harde
maagsapresistente capsules 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke capsule bevat 30 mg duloxetine (als hydrochloride). Hulpstof: elke
capsule bevat 8,6 mg sacharose Elke capsule bevat 60 mg duloxetine (als hydrochloride). Hulpstof: elke capsule bevat 17,2 mg sacharose Voor een volledige lijst van
hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Harde maagsapresistente capsule. Ondoorzichtig witte romp met het opschrift `30 mg' en een ondoorzichtig
blauw kapje met het opschrift `9543'. Ondoorzichtig groene romp met het opschrift `60 mg' en een ondoorzichtig blauw kapje met het opschrift `9542'. 4. KLINISCHE
GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Behandeling van ernstige depressieve stoornis. Behandeling van diabetische perifere neuropathische pijn bij volwassenen.
Behandeling van gegeneraliseerde angststoornis 4.2 Dosering en wijze van toediening Volwassenen Ernstige depressieve stoornis: De startdosis en aanbevolen onderhoudsdosis is 60 mg eenmaal daags met of zonder voedsel. Doseringen hoger dan
60 mg eenmaal daags, tot een maximale dosis van 120 mg per dag zijn in klinische onderzoeken beoordeeld op veiligheid. Er is echter geen klinisch bewijs dat erop wijst dat patiënten die niet reageren op de aanbevolen startdosis, baat zouden kunnen hebben
bij optitreren van de dosis. Therapeutische respons wordt gewoonlijk na 2 - 4 weken behandeling waargenomen. Na consolidatie van de antidepressieve respons wordt aanbevolen de behandeling gedurende een aantal maanden voort te zetten om terugval te
voorkomen. Bij patiënten met respons op duloxetine en met een voorgeschiedenis van herhaalde episoden van ernstige depressie kan een verdere langetermijn behandeling met een dosis van 60 tot 120 mg overwogen worden. Gegeneraliseerde angststoornis:
De aanbevolen startdosis bij patiënten met gegeneraliseerde angststoornis is 30 mg eenmaal daags, met of zonder voedsel. Bij patiënten met onvoldoende respons dient de dosis te worden verhoogd tot 60 mg, wat de gebruikelijke onderhoudsdosering is bij de
meeste patiënten. Bij patiënten met comorbide ernstige depressieve stoornis is de startdosis en de onderhoudsdosering 60 mg eenmaal daags (zie ook doseringsadvies hierboven). Doses tot 120 mg per dag zijn effectief gebleken en zijn in klinische onderzoeken
beoordeeld op veiligheid. Voor patiënten met onvoldoende respons op 60 mg kan daarom verhoging tot 90 mg of 120 mg worden overwogen. Verhoging van de dosis dient op basis van klinische respons en verdraagzaamheid te geschieden. Na consolidatie
van de respons wordt aanbevolen de behandeling gedurende een aantal maanden voort te zetten om terugval te voorkomen. Diabetische perifere neuropathische pijn: De startdosis en aanbevolen onderhoudsdosis is dagelijks 60 mg met of zonder voedsel.
Doseringen hoger dan 60 mg eenmaal daags, tot een maximale dosis van 120 mg per dag toegediend in gelijk verdeelde doses, zijn in klinische onderzoeken beoordeeld op veiligheid. De plasmaconcentratie van duloxetine vertoont grote inter-individuele
variabiliteit (zie rubriek 5.2). Om die reden kunnen sommige patiënten, die onvoldoende reageren op 60 mg, baat hebben bij een hogere dosis. De respons op de behandeling dient na 2 maanden te worden geëvalueerd. Bij patiënten met een inadequate initiële
respons is een additionele respons na deze periode onwaarschijnlijk Het therapeutische voordeel dient regelmatig (tenminste iedere drie maanden) opnieuw te worden beoordeeld (zie rubriek 5.1). Wijze van toediening Voor oraal gebruik. Ouderen Er wordt geen
doseringsaanpassing aanbevolen voor oudere patiënten uitsluitend op basis van leeftijd. Echter, voorzichtigheid is geboden, net als met ieder geneesmiddel, bij het behandelen van ouderen, in het bijzonder bij 120 mg Cymbalta per dag voor ernstige depres-
sieve stoornis waarvoor beperkte gegevens zijn (zie rubrieken 4.4 en 5.2). Kinderen en adolescenten Duloxetine wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en adolescenten omdat er onvoldoende gegevens zijn over de veiligheid en de werkzaamheid (zie
rubriek 4.4). Leverfunctiestoornis Cymbalta mag niet worden gebruikt bij patiënten met een leveraandoening die leidt tot leverfunctiestoornis (zie de rubrieken 4.3 en 5.2). Nierfunctiestoornis Voor patiënten met lichte of matige nierdisfunctie (creatinineklaring
30 tot 80 ml/min) is geen doseringsaanpassing noodzakelijk. Cymbalta mag niet worden gebruikt door patiënten met ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min; zie rubriek 4.3). Stopzetting van behandeling Plotseling stopzetten dient te worden
vermeden. Bij stopzetting van de behandeling met Cymbalta dient de dosering over een periode van tenminste 1 tot 2 weken geleidelijk te worden afgebouwd om de kans op onthoudingsverschijnselen zo klein mogelijk te houden (zie rubriek 4.4 en 4.8). Indien
niet tolereerbare symptomen optreden na een afname van de dosering of na stopzetting van de behandeling, kan overwogen worden om de laatst voorgeschreven dosering te hervatten. Vervolgens kan de arts doorgaan met verlagen van de dosering, echter in
een langzamere mate. 4.3 Contra-indicaties Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Gelijktijdig gebruik van Cymbalta met niet-selectieve, irreversibele Monoamine-Oxidaseremmers (MAO-remmers) is gecontra-
indiceerd (zie rubriek 4.5). Een leveraandoening die leidt tot leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2). Cymbalta dient niet te worden gebruikt in combinatie met fl uvoxamine, ciprofl oxacine of enoxacine (d.w.z. krachtige CYP1A2-remmers) aangezien de combinatie
leidt tot verhoogde plasmaconcentraties van duloxetine (zie rubriek 4.5). Ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.4). Start van de behandeling met Cymbalta is gecontra-indiceerd bij patiënten met ongecontroleerde hyper-
tensie, dit zou tot een verhoogd risico op hypertensieve crisis bij deze patiënten kunnen leiden (zie rubriek 4.4 en 4.8). 4.8 Bijwerkingen Tabel 1 beschrijft de bijwerkingen gezien uit spontane meldingen en in placebogecontroleerde klinische studies (samen
een totaal van 6828 patiënten, 4199 op duloxetine en 2629 op placebo) bij depressie, gegeneraliseerde angststoornis en diabetische neuropathische pijn. De meest gemelde bijwerkingen bij patiënten behandeld met Cymbalta waren misselijkheid, hoofdpijn,
droge mond, slaperigheid, en duizeligheid. De meerderheid van de vaak voorkomende bijwerkingen waren echter licht tot
matig, traden gewoonlijk op aan het begin van de behandeling en verdwenen meestal, ook al werd de behande-
ling voortgezet. Tabel 1: Bijwerkingen Geschatte frequenties: Zeer vaak (> 1/10), vaak (> 1/100, < 1/10),
soms (> 1/1000, < 1/100), zelden (> 1/10.000, < 1/1000), zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend
(kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentiegroep, worden de
bijwerkingen weergegeven in afnemende mate van ernst.
Aandoeningen
Zeer Vaak
Vaak
Soms
Zelden
Zeer Zelden
Frequentie niet bekend
Infecties en parasitair
Laryngitis
Immuunsysteem
Anafylactische reactie,
Overgevoeligheidsstoornis
Endocrien
Hypothyroidisme
Voeding- en stofwisselings-
stoornissen
Verminderde eetlust
Hyperglykemie (vnl. gerapporteerd bij diabetische
patiënten)
Dehydratatie, Hyponatriëmie
SIADH
Psychische stoornissen
Slapeloosheid, Agitatie, Verminderd
libido, Angstgevoelens, Abnormaal
orgasme, Abnormale dromen
Slaapstoornissen, Tandenknarsen, Desoriëntatie,
Apathie
Manie, Hallucinaties,
Agressie en boosheid
4
Suïcidale gedachten
5
,
Suïcidaal gedrag
5
Zenuwstelsel
Hoofdpijn ( 14,3 %),
Slaperigheid (10,7 %),
Duizeligheid (10,2%),
Tremor, Paresthesie
Myoclonus, Nervositeit, Stoornis in oplettendheid,
Lethargie, Verminderde smaak Dyskinesie,
Restless legs syndroom, Slechte kwaliteit van slaap
Convulsie
1
Serotoninesyndroom, Extrapyra-
midale symptomen, Acathisie ,
Psychomotorische onrust
Oog
Wazig zien
Mydriasis, Visuele stoornissen
Glaucoom
Evenwichtsorgaan- en oor
Tinnitus
1
Duizeling, Oorpijn
Hart
Palpitaties
Tachycardie, Supraventri-culaire aritmie, hoofdzakelijk
atriumfi brilleren
Bloedvat
Blozen
Bloeddrukverhoging, Perifere kou, Orthostatische
hypotensie
2
, Flauwvallen
2
,
Hypertensie, Hypertensieve crisis
Ademhalingsstelsel-, borst-
kas- en mediastinum
Geeuwen
Strak gevoel bij de keel, Neusbloeding
Maagdarmstelsel
Misselijkheid (24,3%),
Droge mond (12,8%)
Obstipatie, Diarree, Overgeven,
Dyspepsie , Flatulentie
Gastro-enteritis, Oprisping, Gastritis
Stomatitis, Ademgeur, Bloed in
ontlasting
Maagdarmbloedingen
Lever- en gal
Verhoogde leverenzymen (ALT, AST, alkaline fosfatase)
Hepatitis
3
, Acute leverbeschadiging
Geelzucht, Leverfalen
Huid en onderhuid
Overmatig zweten, Uitslag
Nachtelijk zweten, Urticaria, Contactdermitis, Koud
zweet, Fotosensitivi- teitreacties,
Verhoogde neiging tot blauwe plekken
Angioneurotisch oedeem,
Stevens-Johnson Syndroom
Skeletspierstelsel en
bindweefsel
Skeletspierpijn, Spierstijfheid,
Spierspasmen
Spiertrekkingen
Trismus
Nier en urineweg
Urine retentie, Disurie, Aarzeling om te plassen, Nach-
telijk plassen, Polyuria, Verminderde urinestroom
Abnormale urinegeur
Voortplantings-stelsel- en
borst
Erectiele disfunctie
Ejaculatiestoornis, Vertraagde ejaculatie, Sexuele
disfunctie, Gynaecologische bloedingen
Menopausale symptomen,
Galactorroe, Hyperprolactinemie
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Vermoeidheid, Abdominale pijn
Abnormaal gevoel, Koud aanvoelen, Dorst, Rillingen,
Malaise, Warm aanvoelen, Verstoring van het lopen
Pijn op de borst
Onderzoeken
Gewichtsafname
Gewichtstoename, Verhoogd creatine fosfokinase
Bloedcholesterol verhoogd
1
Gevallen van convulsies en gevallen van tinnitus zijn ook gemeld na stopzetten van de behandeling
2
Gevallen van orthostatische hypotensie en fl auwvallen zijn met name gemeld aan het begin van de behandeling
3
Zie rubriek 4.4
4
Gevallen van agressie en
boosheid zijn voornamelijk gemeld in het begin van de behandeling of na het stopzetten van de behandeling
5
Gevallen van suïcidale gedachten en suïcidaal gedrag zijn gemeld tijdens de behandeling met duloxetine en na het stopzetten van de behandeling
(zie rubriek 4.4) Wanneer gestopt wordt met duloxetine (met name bij abrupt stoppen) leidt dit vaak tot onthoudingsverschijnselen. Duizeligheid, gevoelsstoornissen (inbegrepen verlamming), slaapstoornissen (inbegrepen slapeloosheid en diepe dromen),
vermoeidheid, agitatie of angst, misselijkheid en/of overgeven, tremor, hoofdpijn, overgevoeligheid, diarree, abnormale zweetafscheiding en duizeligheid zijn de meest gemelde reacties. In het algemeen geldt voor SSRI's en SNRI's dat deze symptomen mild tot
matig en zelfbeperkend zijn, hoewel ze bij sommige patiënten ernstig en/of langdurig zijn. Daarom wordt geadviseerd om, wanneer duloxetine behandeling niet langer nodig is, geleidelijk aan te stoppen door de dosering langzaam af te bouwen (zie de rubrieken
4.2 en 4.4). In de 12 weken acute fase van drie klinische studies met duloxetine bij patiënten met diabetische neuropathische pijn, werden kleine maar statistisch signifi cante verhogingen waargenomen van de nuchtere bloedglucose bij patiënten behandeld met
duloxetine. HbA
1c
was stabiel bij zowel de duloxetine behandelde als de placebo behandelde patiënten. In de verlengde fase, welke tot 52 weken duurde, was er een toename van het HbA1c in zowel de duloxetine als de routine groep, maar de gemiddelde toename
was 0,3 % groter in de duloxetine behandelde groep. Er was ook een kleine toename van de nuchtere bloedglucose waarde en het totale cholesterol in de duloxetine behandelde groep terwijl deze labwaarden een kleine daling lieten zien in de routine groep. De
gecorrigeerde hartslag QT-interval bij met duloxetine behandelde patiënten verschilde niet van die bij met placebo behandelde patiënten. Er werden geen klinische signifi cante verschillen waargenomen voor QT, PR, QRS of QTcB metingen tussen duloxetine en
placebo behandelde patiënten. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen In de capsule: Hypromellose Hypromellose Acetaat Succinaat Sacharose Suikerbolletjes Talk Titaniumdioxide (E171) Triëthylcitraat. Capsule-omhulsel 30 mg:
Gelatine Natriumlaurylsulfaat Titaniumdioxide (E171) Indigokarmijn (E132) Eetbare groene inkt Eetbare groene inkt bevat: Zwart ijzeroxide - synthetisch (E172) Geel ijzeroxide
- synthetisch (E172) Propyleenglycol Schellak. Capsule-omhulsel 60 mg: Gelatine Natriumlaurylsulfaat Titaniumdioxide (E171) Indigokarmijn (E132) Geel ijzeroxide (E172)
Eetbare witte inkt Eetbare witte inkt bevat: Titaniumdioxide (E171) Propyleenglycol Schellak Povidon. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BREN-
GEN Eli Lilly Nederland BV, Grootslag 1-5, NL-3991 RA Houten, Nederland. 8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EU/1/04/296/001
EU/1/04/296/002 9. DATUM VAN EERSTE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste vergunning: 17 december 2004
Datum van laatste hernieuwing: 24 juni 2009 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST sep 2010 Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel
is beschikbaar op de website van het Europese Geneesmiddelenbureau (EMEA): http://www.emea.europa.eu
van depressie naar remissie
C
Y
/
E
L
B
/0
2
/
2
0
1
1
/0
7
7
Cymbalta 60mg x 28
p.p. 42,71
Terugbetaald in cat. B
Cymbalta 30mg x 7
p.p. 8,84
Niet terugbetaald
ik voel me weer
GOED
spelen met de kinderen
lachen
sociale contacten
werken
zelfvertrouwen
CYMB 2396 Advert depressie A4.indd 1
2/02/11 15:10