background image
81
l
Neuron
·
Vol 16
·
Nr 3
·
2011
laat maximaal gebruik van de mini-
male restfunctie toe om verlichting, ver-
warming, tv, deuropeners, rolluiken, ra-
men, pc... te bedienen. Het is de taak
van de ergotherapeut om de betrokkene
tijdens de revalidatie met verschillende
systemen in contact te brengen, het ge-
bruik te trainen en samen tot de keuze te
komen die voor de gebruiker het meeste
comfort en zelfstandigheid toelaat.
Het is helaas een utopie te geloven dat
hulpmiddelen alles kunnen vervangen.
Hoe kleiner de restfuncties, hoe meer de
patiënt aangewezen is op een aanzienlijk
sociaal en professioneel netwerk. Hulp-
middelen kunnen drempelverlagend zijn
en opvang thuis net haalbaar maken. We
moeten ons echter bewust zijn van de
reële kostprijs van een dergelijk hulpmid-
delenpakket. Tussenkomsten van VAPH
(Vlaams Agentschap voor Personen met
een Handicap) of mutualiteit zijn noodza-
kelijk. De discussie over wat noodzake-
lijk is en wat als luxe moet worden aan-
zien heeft een belangrijke ethische kant
en is gerelateerd aan onze welvaart.
Concluderend kunnen we stellen dat de
revalidatie van een dwarslaesiepatiënt
zich moet afspelen binnen een gespecia-
liseerd team. Dit team moet naast de mul-
tidisciplinaire medische kennis ook be-
schikken over een therapeutenteam met
doorgedreven kennis van de doelgroep,
wat individueel haalbaar moet zijn voor
elke patiënt. Dit team dient de kennis en
vaardigheden te bezitten om de zelf-
redzaamheid te maximaliseren, door
zowel training als hulpmiddelenadvies.
Referenties
1.
Van Asbeck FWA. Handboek dwarslaesierevalidatie.
Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2007.
2.
Everaert K, Lumen N, Kerckhaert W, Willaert P, van Driel
M. Urinary tract infections in spinal cord injury: preven-
tion and treatment guidelines. Acta Clin Belg
2009;64(4):335-40.
3.
Craig A, Tran Y, Middleton J. Psychological morbidity
and spinal cord injury: a systematic review. Spinal Cord
2009;47:108-14.
4.
Scheuringer M, Kirchberger I, Boldt C, Eriks-Hoogland I,
Rauch A, Velstra I-M, Cieza A. Identification of problems
in individuals with spinal cord injury from the health
professional perspective using the ICF: a worldwide ex-
pert survey. Spinal Cord 2010;48:529-36.
5.
Waters R, Sie I, Gellman H, Tognella M. Functional hand
surgery following tetraplegia. Arch Phys Med Rehabil
1996;77:86-94.
6.
Benoit P, Ducros J-L, Vincent M, et al. Le membre supe-
rieur du tetraplegique: chirurgie fonctionelle et rééduca-
tion. Kinésithérapie scientifique 1996;352:45-53.
7.
De Looze DA, De Muynck MC, Van Laere M, De Vos
MM, Elewaut AG. Pelvic floor function in patients with
clinically complete spinal cord injury and its relation to
constipation. Dis Colon Rectum 1998;41:778-86.
8.
Verkaaik J. Back on track. Christchurch: New Zealand
Spinal Trust, 2004.
Figuur 3: T Light, T Light Corporation High End. Actieve rolstoel met extreem laag gewicht,
sterke materialen en modern design.