![]() mogelijk, die niet in alle omstandigheden optimaal zijn. In de literatuur zijn bovendien verschillende (contraste- rende) modellen beschreven, met een andere visie op de optimale posturale controlestrategie. ke rol tijdens de posturale controle: het sensorische, neuromusculaire en muscu- loskeletale systeem. Binnen het sen- sorische systeem kunnen de prikkels die belangrijk zijn om de posturale controle te handhaven, van drie subsystemen ko- men: de visus, het vestibulaire systeem en de proprioceptie. De rol van het sen- sorische systeem is het sturen van affe- rente signalen naar het centrale zenuw- stelsel, alwaar de prikkels mooi tegenover elkaar afgewogen worden om zo op elk niveau in het musculoskeletale systeem de gepaste spiercontracties te genereren (13, 14). Deze selectie van de relevantste informatie om de posturale balans ade- quaat te bewaren, wordt `sensory re- weighting' genoemd. heden twee modellen gedefinieerd: een `inverted pendulum' model en een `mul- tisegmentaal' model. In het `inverted pendulum' model, gaat men er van uit dat de optimale houding bewaard wordt door spierkrachten te ge- nereren rond één gewricht (15, 16). Het bekendst is het activeren van spieren rondom het enkelgewricht om de staan- de postuur te bewaren. Die manier van houdingscontrole wordt ook wel de `enkelstrategie' genoemd. Dit blijk een zeer effectieve strategie te zijn om de ba- lans te bewaren in eenvoudige condities (staan op een effen oppervlak), maar in complexere posturale taken (staan op oneffen of instabiel oppervlak) is deze strategie niet meer efficiënt. Om in dergelijke situaties de optimale houding te bewaren, bestaat er binnen het `inver- ted pendulum' model een tweede strate- het zegt, worden de krachten nu eerst gegenereerd vanuit het bekken en de heup en pas in tweede instantie meer distaal. Toch blijkt ook deze heupstrate- gie volgens sommige onderzoekers niet optimaal te zijn, zeker niet in com- plexere posturale taken. tweede posturale controlemodel: het `multisegmentale' model. Hier worden spierkrachten gegenereerd op verschil- lende niveaus, afhankelijk van de com- Optimaal is toch een controle vertrek- kend vanuit de lumbosacrale regio. posturale strategieën te beïnvloeden. In een staande positie blijkt een vermin- derd vermogen om de posturale balans te corrigeren vanuit de bekkenregio geassocieerd te zijn met verminderde posturale stabiliteit, bij mensen met lage- rugpijn (19, 20). Die verminderde pos- turale stabiliteit wordt door verschillen- de auteurs bevestigd: zowel in stand als in zit blijken mensen met lagerugpijn een verminderd vermogen te hebben om hun houding te controleren (21-24). Op dit moment worden voor de vermin- derde posturale stabiliteit veel mechanis- men naar voor geschoven: schrik om te bewegen (21), verminderde capaciteit om te anticiperen met de m. transversus abdominis (8), vertraagde reactietijden van stabiliserende rompmusculatuur (23). om de rechtopstaande houding te bewaren. |