background image
CAHieR
AGeiNG
MEDI-
SfEEr
414
50
16 mei 2013
mS7619N
Behandelingsopties wanneer genezing
mogelijk is
wanneer darmkanker technisch operabel is, moet een ingreep
uitgevoerd worden bij patiënten die medisch operabel geacht
worden. Studies tonen aan dat de kankerspecifieke overleving na
oncologische heelkunde bij bejaarde patiënten even goed is als bij
jongere. De morbiditeit en mortaliteit worden beïnvloed door co-
morbiditeiten en door het feit of een ingreep al dan niet in spoed
gebeurt (2).
Bij rectumtumoren trad historisch in 20-45% van de gevallen een
locaal recidief op na chirurgie - wat tot een belangrijke morbidi-
teit leidt - en dat meestal binnen 3 tot 5 jaar na de ingreep. Sinds
de introductie van de totale mesorectale excisie als chirurgische
techniek is de kans op locaal herval verminderd naar 10% (3). Bij
associatie van preoperatieve radiochemotherapie in geval van laag
gelegen of klierpositieve tumoren is de kans op locaal herval 5%
(4). Het reservoir boven de aars is na dit type chirurgie kleiner,
wat leidt tot frequente kleine hoeveelheden defecatie. Bij bejaarde
patiënten is de anale sfinctertonus vaak minder sterk en zo kan
er een probleem van incontinentie ontstaan. Recente studies in
verpleegtehuizen tonen objectief aan dat de incidentie van incon-
tentie na rectumchirurgie hoog is (5). Bejaarde patiënten zijn soms
meer geholpen met een (abdominale perineale resectie en een)
definitief stoma.
Na een ingreep voor darmkanker wordt adjuvante chemothera-
pie voorgesteld voor klierpositieve tumoren. Voor de introductie
van deze nabehandeling ontwikkelde 1 op 2 patiënten metastasen,
meestal binnen 3 tot 5 jaar na de ingreep. Adjuvante behande-
ling in de vorm van infusioneel 5FU of capecitabine, een orale
prodrug van 5FU, gedurende 6 maand, leidt tot genezing in 67%
van de patiënten. Behandeling met 5FU heeft aanvaardbare ne-
venwerkingen, maar kan specifiek aanleiding geven tot coronair
spasme. in een studie die specifiek gericht was op een bejaarde
populatie werd deze nevenwerking echter niet vaker vastgesteld.
een perorale behandeling lijkt aantrekkelijker omdat insertie van
een poortcatheter niet nodig is en er minder ziekenhuisbezoeken
nodig zijn.
Bejaarde patiënten moeten echter vaak andere medicatie innemen
en de dosis capecitabine kan tot 2x5 comprimés per dag bedra-
gen. De dosis van deze behandeling moet aangepast worden aan
de nierfunctie. Onder behandeling met 5FU gecombineerd met
oxaliplatin blijkt 73% van de patiënten genezen. Oxaliplatin geeft
aanleiding tot pijnlijke dysesthesieën bij koude en kan leiden
tot functionele neuropathie (6). in landelijke databases lijkt de
overleving van bejaarde patiënten beter sinds introductie van deze
adjuvante behandelingen (7).
opvolging na chirurgie
er is geen universele consensus wat de middelen en de frekwentie
van opvolging na heelkunde voor colorectale kanker betreft. Stu-
dies gingen na of een strikte opvolging met meer specifieke onder-
zoeken zoals CT-scans resulteert in een betere algemene overle-
ving dan een minder frekwente opvolging met bloednames alleen.
Dit bleek niet zo te zijn. Als we echter kijken naar het mogelijke
individuele voordeel van een strikte opvolging, wordt belangrijk
dat patiënten met beperkte metastasen operabel kunnen zijn - en
dat een chirurgie van metastasen in de context van darmkanker
alsnog tot genezing kan leiden.
Resectie van beperkte metastasen is mogelijk bij de bejaarde pa-
tiënt. een internationale database toont een perioperatieve mor-
taliteit van 4% en een 3 jaarsoverleving van 57% bij een grote
groep patiënten ouder dan 70 jaar (8). Dus lijkt een strikte op-
volging zinvol als dergelijke ingreep nog uitgevoerd kan worden.
Als we bij voorbaat weten dat bij een gemetastaseerde ziekte geen
behandeling overwogen wordt, dan is opvolging niet zinvol.
een patiënt die een darmtumor heeft gehad, loopt risico om een
tweede primaire tumor te ontwikkelen. met coloscopie kunnen
De behandeling van
colorectale tumoren
in de oudere populatie
Dr. Karen Geboes
Dienst Gastro-enterolgie, UZ Gent, UG
De gemiddelde leeftijd bij diagnose van colorectale tumoren ligt boven de 70 jaar. De incidentie
boven 75 jaar is 2 à 3 keer hoger dan in de leeftijdsgroep van 60 tot 74 jaar (1). Colorectale tumoren
komen dus voornamelijk voor bij bejaarde patiënten, en mensen met een oncologische diagnose
worden vaak onder- of overbehandeld. Een geriatrisch assessment helpt ons om te kiezen welke
behandeling bij een patiënt gewenst is. In dit artikel geven we aan welke behandeling in optimale
omstandigheden wordt aangeboden en welke elementen bij de bejaarde patiënt overwogen moeten
worden.
KATeRN
AGeiNG