kaar soms tegenspreken en een consensus op dit ogenblik ver zoek is. Bovendien waagt niemand het om deze resultaten als onbedui- dend naast zich neer te leggen. een aantal van deze studies werden trouwens uitgevoerd binnen het kader van het europese ReFLeX- programma (Risk Evaluation of Potential Environmental Hazards From Low Energy Electromagnetic Fields Exposure Using Sensitive in vitro Methods), een prestigieus multicenterproject waarbij de effecten van laag-energetische electromagnetische golven op weefsel werden bestudeerd. ze al zouden bestaan, weliswaar nopen tot waakzaamheid en verder onderzoek - niet noodzakelijkerwijze hetzelfde betekenen als ge- zondheidseffecten. eén van die mogelijke gezondheidseffecten zou `elektromagnetische hypergevoeligheid' zijn, een conglomeraat van lichamelijke klachten zoals duizeligheid, misselijkheid, spijsverterings- stoornissen, vermoeidheid en slapeloosheid. Ondertussen is hieromtrent heel wat onderzoek uitgevoerd en het SCeNiHR (Scientific Committee on Emerging and Newly Identified studies geen verband kon worden aangetoond tussen electromagneti- sche golven en de gezondheid. enkele studies hebben wèl een associ- atie gevonden, die evenwel statistisch niet hard kon worden gemaakt, niet reproduceerbaar bleek en/of nooit duidelijk kon gescheiden wor- den van een nocebo-effect. Deze resultaten doen vermoeden dat de blootstelling aan dergelijke electromagnetische golven geen of slechts een zeer geringe rol speelt bij het ontstaan van voornoemde lichame- lijke klachten. een zweedse onderzoeksgroep dat "er adequate epidemiologische evi- dentie voorhanden is om een link te suggereren tussen langdurig tele- foongebruik en de ontwikkeling van een ipsilaterale hersentumor". Het betreft personen die gedurende minstens 10 jaar gebruik hadden ge- maak van een mobiele en/of draadloze telefoon en een verhoogd risico vertoonden om aan dezelfde (ipsilaterale) zijde als het `telefoonoor' een hersentumor te ontwikkelen. De data bleken statistisch significant voor glioma en akoestisch neuroma, maar niet voor meningioma (4, 5). team, wegens het feit dat de enorme toename van mobiele telefonie in de Verenigde Staten tijdens de periode 19922008 (van nagenoeg 0% tot 100 %) niet gepaard is gegaan met een toename van de in- cidentie van glioma (die over diezelfde periode vrijwel onveranderd is gebleven). Toch blijven de onderzoekers voorzichtig en sluiten een verhoogd risico op hersentumoren niet uit bij personen die zeer intensief en gedurende vele jaren gebruik maken van een mobiele en/of draadloze DeCT telefoon (6). Tot diezelfde conclusie komt de iNTeRPHONe-studie, de grootste cohortestudie tot nog toe uit- gevoerd werd binnen dit domein; de auteurs vinden geen verhoogde risico's voor het ontwikkelen van glioma en meningioma, maar onder- strepen dat de langetermijneffecten van `zeer intensief gebruik van mobiele telefoons' verder onderzoek vereist (7). aan het debat door gedurende 30 jaar de gezondheid op te volgen van meer dan 250.000 mobiele telefoongebruikers (tussen 18 en 69 jaar) uit Nederland, Groot-Brittanië, zweden, Finland en Denemarken. Hierbij vullen de deelnemers regelmatig een online vragenformulier in over hun telefoongebruik, levensstijl en gezondheid. Het zal een- ieder duidelijk zijn: wetenschappers en clinici nemen de mogelijke gezondheidsrisico's van o.a. mobiele telefonie aux sérieux. Afspraak binnen 30 jaar... |