background image
CAHieR
AGeiNG
MEDI-
SfEEr
414
46
16 mei 2013
mS7629N
KATeRN
AGeiNG
V
KA's hebben een antistollingseffect
door inhibitie van de vitamine K-
afhankelijke gammacarboxylering
van de vitamine K-afhankelijke stollings-
factoren (ii, Vii, iX, X) en de proteïnen C
en S, die aan de oorsprong liggen van een
stollingsbevorderend effect. Bij bejaarden
wordt meestal een grotere sensitiviteit voor
de behandeling met VKA's en een grotere
variabiliteit in de antistollingsreactie vast-
gesteld. De dosis VKA die nodig is om de
therapeutische zone te bereiken en erin te
blijven, neemt af met de leeftijd (ongeveer
11% per 10 levensjaren). Patiënten van
80 jaar en ouder hebben een dosis warfari-
ne nodig die een derde of de helft bedraagt
van de dosis die aan -50-jarigen wordt ge-
geven. De verhoogde gevoeligheid voor
VKA's bij bejaarden is multifactorieel en
nog niet volledig opgehelderd. Bovendien
hebben bejaarden ook vaak aandoeningen
of krijgen ze behandelingen die een invloed
kunnen hebben op de stabiliteit van de
iNR of het risico op bloedingen.
factoren die de
antistollingsreactie op
VkA's beïnvloeden
De antistollingsreactie op VKA's varieert:
ze wordt beïnvloed door farmacokine-
tische factoren (die de absorptie en de
eliminatie beïnvloeden) en farmaco-
dynamische factoren (die een invloed
hebben op de antistollingsreactie op
vaste doses van het geneesmiddel). Die
variabiliteit heeft ook te maken met een
zekere mate van onnauwkeurigheid in
de bloedonderzoeken en van het labora-
torium, een slechte therapietrouw bij de
patiënt, een slechte communicatie tus-
sen arts en patiënt, en potentialiserende
of inhiberende geneesmiddeleninterac-
ties. Patiënten die langdurig VKA's ne-
men, zijn gevoelig voor de opname van
vitamine K uit de voeding. Vitamine K-
opname vermindert het antistollings-
effect: een verminderde opname bij
patiënten met een tekort, potentialiseert
het antistollingseffect, vooral als gelijk-
tijdig anti biotica worden voorgeschreven.
een klassieke valkuil is bijvoorbeeld het
gebruik van een antibioticum voor een
banale urine- of luchtweginfectie, die de
darmflora ­ die vitamine K aanmaakt ­
verstoort, en dit zonder de dosis VKA
te verlagen. De kans dat de patiënt een
ernstige hemorragische complicatie ont-
wikkelt onder VKA's is afhankelijk van
behandelingsgerelateerde en patiëntge-
relateerde factoren. Patiëntgerelateerde
factoren zijn: een hoge leeftijd (ouder
dan 75 jaar), een slechte therapietrouw,
de aanwezigheid van geassocieerde
aandoeningen zoals ongecontroleerde
arteriële hypertensie, antecedenten van
CVA of (gastro-intestinale...) bloedingen,
comorbiditeiten zoals nierinsufficiëntie
(GFR < 30ml/min.), kanker, anemie, ante-
cedenten van herhaaldelijke valpartijen of
het concomitante gebruik van een plaat-
jesaggregatieremmer. Behandelingsgere-
lateerde factoren zijn de intensiteit, de
duur, de variabiliteit van de anticoagulatie,
alsook de kwaliteit van de opvolging en
de therapeutische monitoring. Bovendien
moet rekening worden gehouden met ge-
associeerde behandelingen die het risico
op bloedingen kunnen verhogen. Acci-
denten komen meestal voor in de eerste
maand na instelling van de behandeling.
in de praktijk zijn een te sterke antico-
agulatie en afwijkingen van de iNR ten
opzichte van de streef-iNR het meest
predictief voor hemorragische acciden-
ten. Het risico op bloedingen stijgt lineair
met een iNR van meer dan 3 en exponen-
tieel met een iNR van meer dan 4. Het
risico op bloedingen geassocieerd met
een iNR tussen 3 en 4,5 wordt geschat
op drie keer het risico geassocieerd met
een iNR tussen 2 en 2,5. een studie uit-
gevoerd bij bejaarde patiënten met chro-
nisch VF suggereert overigens dat een
lagere streef-iNR (1,5 tot 2,1) het aantal
Antistollingsmiddelen
bij ouderen
2e deel:
vitamine k-antagonisten
Prof. Cedric Hermans
Dienst Hematologie en Hemostase, Clin Univ St-Luc, UCL, Brussel
Antitrombotische behandelingen worden wijdverspreid voorgeschreven bij ouderen voor verschillende indicaties.
Deze middelen krijgen inderdaad een belangrijke plaats in de acute fase van een myocardinfarct, de behandeling
van instabiele angina pectoris, en in de preventie en behandeling van veneuze trombo-embolische ziekte of
cardio-embolische ziekte door voorkamerfibrilleren (Vf). ook al lijken deze indicaties op die bij jongere
patiënten, toch moeten de gebruiksmodaliteiten van antitrombotica soms worden aangepast bij ouderen. In het
tweede deel van dit artikel hebben we het uitgebreid over de voorzorgsmaatregelen voor gebruik van vitamine
k-antagonisten bij patiënten van 75 jaar en ouder.