diensten in de regio's Gent en Antwerpen verzamelt. Op deze manier kunnen zorg- verstrekkers te allen tijde een overzicht krij- gen van de huidige en de vroegere brieven, de verslagen, de laboratoriumanalysen, de beeldvorming, de resultaten van medische opdrachten, enz. Steeds moet hierbij de pri- vacy van de patiënt gerespecteerd blijven. geneeskunde en telemonitoring, maar hier schuilt het gevaar dat de opvolging niet 24 uur op 24 plaatsgrijpt, met aansprakelijk- heidsproblemen tot gevolg. Daarenboven mogen de gegevens ook niet te snel beschik- baar zijn, want de persoon die de informa- tie ter beschikking stelt, moet de tijd krijgen om die eerst zelf te bekijken. hebben bij een dergelijk elektronisch plat- form voor de uitwisseling van informatie. Voor de patiënt zelf zou er in de toekomst een systeem ontwikkeld kunnen worden waarin hij zelf afspraken kan maken, als- ook medicatieschema's of resultaten, zoals glykemiecontroles, kan raadplegen. zie- kenhuizen kunnen het platform gebruiken om medische informatie onmiddellijk be- schikbaar te stellen voor de andere actoren. Huisartsen kunnen op deze manier snel alle resultaten raadplegen, maar ook informatie aanreiken die evenzeer van belang kan zijn voor specialisten. dracht slechts gedeeltelijk met samengevatte pakketten. Verschillende platforms zijn on- dertussen in gebruik, zoals medidoc, Health One bij de artsen en Recip-e bij de apothe- kers. Toegangsbeheer, "informed consent" en "logging" zijn reeds beschikbaar. Toekom- stige projecten van het Cozo zijn o.a. een dynamisch aanpassend resultatenoverzicht, een betere integratie van de informatie over ambulante contacten, ondersteuning voor tablets/smartphones en een verdere uitbouw van het patiëntenportaal. Andere mogelijk- heden, zoals het automatisch bijwerken van administratieve gegevens en het rolgeba- seerd beschikbaar maken van resultaten, zijn in volle ontwikkeling. De mogelijkheid tot het delen van visuele beeldvorming in plaats van enkel het protocol zou ook een stap in de goede richting zijn. ingegaan. bruikte materialen en technieken is niet echt relevant voor de huisarts. wel is het be- langrijk om op de hoogte gesteld te worden van de te verwachten verwikkelingen, de eventuele allergische reacties en de andere toevallig ontdekte afwijkingen, bv. voorka- merfibrillatie tijdens de narcose. lige gegevens via mailverkeer houdt het risi- co in dat deze "gehackt" worden, waardoor in sommige gevallen de communicatie mis- schien beter telefonisch verloopt. De toe- name van het uitwisselen van communicatie houdt ook het risico in dat informatie ver- loren gaat of onjuist is. Lange "copy-paste"- brieven dragen niet bij tot een eenduidige communicatie. preoperatieve oppuntstelling, de nodige evaluatie in functie van de geplande ingreep en de comorbiditeit van de patiënt kan mis- schien verbeterd worden door meer coördi- natie in de communicatie, hoewel op korte termijn een preoperatief consult bij de anes- thesist dit probleem volledig kan oplossen. de dagkliniek om de anesthesist de kans te geven om bij onduidelijkheden het een en ander bij te sturen. De cultuur om snel contact op te nemen met de behandelende chirurg bestaat niet tussen de patiënt en zijn anesthesist. Nochtans kan contact met de anesthesist wel belangrijk zijn indien in de voorgeschiedenis een narcose slecht verlo- pen is of er zich een allergische reactie heeft voorgedaan, met alle gevolgen van dien voor het postoperatieve verloop. preoperatieve oppuntstelling, de nodige evaluatie in functie van de geplande in- greep en de comorbiditeit van de patiënt kan misschien verbeterd worden door meer coördinatie in de communicatie, hoewel op korte termijn een preoperatief consult bij de anesthesist dit probleem volledig kan oplos- sen. in afwachting hiervan blijft de vraag bestaan wie er tijd moet investeren in het opstellen van het preoperatieve dossier (de huisarts of de anesthesist?) en blijft het ant- woord hierop dat de huisarts en de anesthe- sist tijdig moeten overleggen met elkaar om alle informatie uit te wisselen. putertijdperk met veel mogelijkheden en verbeteringen, maar tevens met nog veel administratieve, ethische en technische vraagtekens. De huisartsen zijn alvast klaar voor het "elektronische tijdperk". momen- teel is er zeker interesse voor een volledige preoperatieve voorbereiding in de vorm van een consult. Omtrent de precieze taakver- deling van preoperatieve onderzoeken, het delen van operatie- en anesthesieverslagen en de organisatie van thuiszorg heerst nog onduidelijkheid. Dit moet bijgevolg nog ge- regeld worden tussen de anesthesisten en de huisartsen onderling. er is zeker vraag naar informatie-uitwisseling tussen deze zorgver- leners. Dit zal echter niet alle problemen oplossen die momenteel kunnen bestaan. |