background image
ACTUALiTéS méDiCALeS
MEDI-
SfEEr
414
15
16 mei 2013
DiALOOG TUSSeN zieKeNHUiS eN ARTS
34 ziekenhuizen en van de huisartsen-
diensten in de regio's Gent en Antwerpen
verzamelt. Op deze manier kunnen zorg-
verstrekkers te allen tijde een overzicht krij-
gen van de huidige en de vroegere brieven,
de verslagen, de laboratoriumanalysen, de
beeldvorming, de resultaten van medische
opdrachten, enz. Steeds moet hierbij de pri-
vacy van de patiënt gerespecteerd blijven.
Het systeem biedt de mogelijkheid tot tele-
geneeskunde en telemonitoring, maar hier
schuilt het gevaar dat de opvolging niet 24
uur op 24 plaatsgrijpt, met aansprakelijk-
heidsproblemen tot gevolg. Daarenboven
mogen de gegevens ook niet te snel beschik-
baar zijn, want de persoon die de informa-
tie ter beschikking stelt, moet de tijd krijgen
om die eerst zelf te bekijken.
Verschillende zorgactoren kunnen baat
hebben bij een dergelijk elektronisch plat-
form voor de uitwisseling van informatie.
Voor de patiënt zelf zou er in de toekomst
een systeem ontwikkeld kunnen worden
waarin hij zelf afspraken kan maken, als-
ook medicatieschema's of resultaten, zoals
glykemiecontroles, kan raadplegen. zie-
kenhuizen kunnen het platform gebruiken
om medische informatie onmiddellijk be-
schikbaar te stellen voor de andere actoren.
Huisartsen kunnen op deze manier snel alle
resultaten raadplegen, maar ook informatie
aanreiken die evenzeer van belang kan zijn
voor specialisten.
momenteel gebeurt deze informatieover-
dracht slechts gedeeltelijk met samengevatte
pakketten. Verschillende platforms zijn on-
dertussen in gebruik, zoals medidoc, Health
One bij de artsen en Recip-e bij de apothe-
kers. Toegangsbeheer, "informed consent" en
"logging" zijn reeds beschikbaar. Toekom-
stige projecten van het Cozo zijn o.a. een
dynamisch aanpassend resultatenoverzicht,
een betere integratie van de informatie over
ambulante contacten, ondersteuning voor
tablets/smartphones en een verdere uitbouw
van het patiëntenportaal. Andere mogelijk-
heden, zoals het automatisch bijwerken van
administratieve gegevens en het rolgeba-
seerd beschikbaar maken van resultaten, zijn
in volle ontwikkeling. De mogelijkheid tot
het delen van visuele beeldvorming in plaats
van enkel het protocol zou ook een stap in de
goede richting zijn.
Debat met de toehoorders,
de sprekers en de specialisten
uit de oftalmologie, urologie,
heelkunde, gynaecologie,
orthopedie en anesthesie
Op enkele specifieke punten wordt dieper
ingegaan.
wat wil de huisarts te weten
komen? wenst hij een
operatieverslag te krijgen?
een gedetailleerde beschrijving van de ge-
bruikte materialen en technieken is niet
echt relevant voor de huisarts. wel is het be-
langrijk om op de hoogte gesteld te worden
van de te verwachten verwikkelingen, de
eventuele allergische reacties en de andere
toevallig ontdekte afwijkingen, bv. voorka-
merfibrillatie tijdens de narcose.
Het risico van toenemende
communicatie!
De toenemende informatisering van gevoe-
lige gegevens via mailverkeer houdt het risi-
co in dat deze "gehackt" worden, waardoor
in sommige gevallen de communicatie mis-
schien beter telefonisch verloopt. De toe-
name van het uitwisselen van communicatie
houdt ook het risico in dat informatie ver-
loren gaat of onjuist is. Lange "copy-paste"-
brieven dragen niet bij tot een eenduidige
communicatie.
Nochtans kan contact
met de anesthesist wel
belangrijk zijn indien
in de voorgeschiedenis
een narcose slecht
verlopen is of er
zich een allergische
reactie heeft
voorgedaan, met alle
gevolgen van dien voor
het postoperatieve
verloop.
Het gebrek aan eenduidigheid omtrent de
preoperatieve oppuntstelling, de nodige
evaluatie in functie van de geplande ingreep
en de comorbiditeit van de patiënt kan mis-
schien verbeterd worden door meer coördi-
natie in de communicatie, hoewel op korte
termijn een preoperatief consult bij de anes-
thesist dit probleem volledig kan oplossen.
Het contact tussen de huisarts en
de anesthesist
De patiënt moet tijdig aanwezig zijn op
de dagkliniek om de anesthesist de kans
te geven om bij onduidelijkheden het een
en ander bij te sturen. De cultuur om snel
contact op te nemen met de behandelende
chirurg bestaat niet tussen de patiënt en zijn
anesthesist. Nochtans kan contact met de
anesthesist wel belangrijk zijn indien in de
voorgeschiedenis een narcose slecht verlo-
pen is of er zich een allergische reactie heeft
voorgedaan, met alle gevolgen van dien
voor het postoperatieve verloop.
Het gebrek aan eenduidigheid omtrent de
preoperatieve oppuntstelling, de nodige
evaluatie in functie van de geplande in-
greep en de comorbiditeit van de patiënt
kan misschien verbeterd worden door meer
coördinatie in de communicatie, hoewel op
korte termijn een preoperatief consult bij de
anesthesist dit probleem volledig kan oplos-
sen. in afwachting hiervan blijft de vraag
bestaan wie er tijd moet investeren in het
opstellen van het preoperatieve dossier (de
huisarts of de anesthesist?) en blijft het ant-
woord hierop dat de huisarts en de anesthe-
sist tijdig moeten overleggen met elkaar om
alle informatie uit te wisselen.
Besluit
Het zorglandschap staat voor een com-
putertijdperk met veel mogelijkheden en
verbeteringen, maar tevens met nog veel
administratieve, ethische en technische
vraagtekens. De huisartsen zijn alvast klaar
voor het "elektronische tijdperk". momen-
teel is er zeker interesse voor een volledige
preoperatieve voorbereiding in de vorm van
een consult. Omtrent de precieze taakver-
deling van preoperatieve onderzoeken, het
delen van operatie- en anesthesieverslagen
en de organisatie van thuiszorg heerst nog
onduidelijkheid. Dit moet bijgevolg nog ge-
regeld worden tussen de anesthesisten en de
huisartsen onderling. er is zeker vraag naar
informatie-uitwisseling tussen deze zorgver-
leners. Dit zal echter niet alle problemen
oplossen die momenteel kunnen bestaan.
* Correspondentieadres prof. dr. A. Verbaeys, Vereniging der
Geneesheren, Oud-Studenten der Universiteit te Gent, De
Pintelaan 185, 9000 Gent; e-mail: alumni.geneesheren@ugent.be
mededeling
Geen belangenconflict en geen financiële ondersteuning
gemeld.