beeld mobiele telefonie (zowel GSm's als zendmasten), draadloze DeCT-telefonie (Digital Enhanced Cordless Telecommunication) en wLAN-computernetwerken (Wireless Local Area Network) bestrij- ken het spectrum van de micro- en radiogolven. Het zijn laag-ener- getische electromagnetische golven, die - in tegenstelling tot bijvoor- beeld röntgen- en gammastralen - geen ioniserende werking hebben en (als gevolg hiervan) geen chemische bindingen kunnen verbreken. ze kunnen dus geen mutaties veroorzaken in het genetisch materiaal, noch de structuur van biologische macromoleculen verstoren en zijn dus in principe onschadelijk voor een organisme. Deze electromag- netische straling kan wèl een temperatuursverhoging van het geëx- poseerde weefsel - dat de straling ten dele absorbeert - veroorzaken. Dit fenomeen wordt gedefinieerd als `thermisch effect' en kan enkel bij zeer hoge intensiteit weefselschade berokkenen. Gezien de strenge normen die voor GSm- en DeCT-toestellen gehanteerd worden, is deze lokale temperatuursverhoging, zelfs bij langdurig telefoneren, uiterst gering. mogelijke niet-thermische effecten van laag-energetische electro- magnetische straling (GSm, DeCT, wLAN) op biologisch weefsel. meestal gaat het om in-vitro-onderzoek waarbij celculturen in een gegeven experimentele setting worden blootgesteld aan radiogolven van een bepaalde frequentie. een aantal studies tonen inderdaad aan dat dergelijke electromagnetische golven geassocieerd zijn met een biologisch effect. Bij bepaalde celtypen werden namelijk ver- anderingen vastgesteld in de activiteit en/of de expressie van een aantal eiwitten die tussenkomen bij fundamentele processen als cel- lulaire stress respons, celdeling en differentiatie (1-3). Dit zou moge- lijkerwijze betekenen dat dergelijke radiogolven - althans in vitro - een aantal biologische processen kunnen activeren en fysiologische veranderingen kunnen induceren in sommige cellen. |