men vervolgens de sartorius fascia kan openen. De onder- liggende gracilispees wordt opgezocht en van de spierbuik losgemaakt. uiteinde die distaal uitbocht naar het dorsum van de voet (Figuur 1). De approach wordt uitgevoerd teneinde de in- sertieplaatsen van het oorspronkelijke ATFL en CFL bloot te leggen, alsmede om toegang te verkrijgen tot de laterale zijde van de talus en het calcaneum. Er wordt een boorgat gemaakt ter hoogte van de insertie- plaats van de ATFL op de talusnek (Figuur 2). Daarna boort men een tunnel door de fibula heen van de insertie van het ATFL op de antero-inferieure rand van de distale fibula naar posterieur toe (Figuur 3). Vervolgens wordt een tweede tunnel gemaakt door de fibula van posterieur naar de insertie van het CFL (Figuur 4). De gracilis-autogreffe wordt vooreerst gefixeerd met een schroef ter hoogte van de talusnek (Figuur 5) en daarna door de hoger beschreven tunnels getrokken. Het wordt uiteindelijk gefixeerd met worden de restanten van lateraal ligamentair complex en het extensor-retinaculum opnieuw gehecht en de huid ge sloten (Figuur 8). post operatief een vroegtijdige functionele revalidatie verko- zen boven een langdurige immobilisatie. Hiermee wordt een vroegere werk- en sporthervatting beschreven (12). come na twee jaar in zijn patiëntenreeks (2). Ibrahim et al. rapporteerden eveneens in een reeks van 16 patiënten goede enkelstabiliteit, een significante reductie in pijn en toch een goede beweeglijkheid van de enkel (13, 14). Onze eigen ervaringen met deze techniek zijn bijzonder goed. Verstijving van het subtalaire gewricht wordt vermeden en patiënten behouden een goede actieve eversiekracht in de enkel en de voet. |