background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 5 | 2013
23
UStEKInUmaB BIj PSorIaSISartrItIS:
doELtrEffEnd En vEILIG
Ustekinumab heeft een significant beter effect dan placebo bij actieve psoriasisartritis. Dit humaan monoklonaal
antilichaam biedt een alternatief werkingsmechanisme voor de momenteel beschikbare biologische behandelin-
gen van psoriasisartritis. Zo schrijven Iain McInnes en collega's in The Lancet.
Personen met huidpsoriasis kunnen ook psoriasisartritis
ontwikkelen, een chronische ontstekingsaandoening met
aantasting van perifere synoviale, axiale en enthesiale
structuren. Ustekinumab, een monoklonaal antilichaam
dat interleukine-12 en -23 blokkeert, bleek een effectieve
behandeling voor matige tot ernstige huidpsoriasis. IL-12
en 23 zijn cytokines die bij psoriasis verhoogd voorkomen
en mede aan de basis van de ontsteking liggen.
Iain McInnes en collega's wilden weten of deze biological
ook doeltreffend is bij psoriasisartritis. Ze voerden een
gerandomiseerde, placebogecontroleerde, fase 3-studie
om de veiligheid en doeltreffendheid van ustekinumab te
bestuderen bij patiënten met actieve psoriasisartritis.
De studie liep in 104 centra, verspreid over Europa,
Noord-Amerika en Azië. Tussen 30 november 2009 en
30 maart 2011 werden 615 volwassenen met actieve pso-
riasisartritis ( 5 gezwollen en 5 pijnlijke gewrichten, C-
reactieve proteïne 3,0 mg/l) gerandomiseerd voor een
behandeling met 45mg ustekinumab, 90mg ustekinumab
of placebo (behandelschema: week 0, week 4 en nadien
elke 12 weken). In week 16 kregen patiënten met minder
dan 5 procent verbetering in aantal gezwollen en pijnlijke
gewrichten 45mg ustekinumab (indien afkomstig uit pla-
cebogroep) of 90mg ustekinumab (indien afkomstig uit de
45mg-groep). In week 24, in week 28 en nadien om de 12
weken kregen alle overgebleven patiënten uit de placebo-
groep 45mg ustekinumab. Primair eindpunt was 20 pro-
cent verbetering in ACR20-criteria in week 24.
De onderzoekers stelden vast dat significant meer patiën-
ten uit de ustekinumabgroep (42,4% in de 45mg-groep en
49,5% in de 90mg-groep) dan uit de placebogroep (22,8%)
de ACR20-criteria hadden bereikt in week 24 (p < 0,0001
voor beide vergelijkingen). Deze respons werd behouden
tot in week 52. In week 16 was het percentage patiënten
met neveneffecten vergelijkbaar in de ustekinumab- en
placebogroep (respectievelijk 41,8% en 42,0%).
Mclnnes besluit dat ustekinumab een significant beter
effect heeft dan placebo bij patiënten met actieve psoriasis-
artritis, en dat deze medicatie een alternatief werkings-
mechanisme kan bieden voor de momenteel gebruikte
biologicals bij deze aandoening.
mclnnes i, kavanaugh a, gottlieb a, et al. efficacy and safety of ustekinumab in patients with
active psoriatic arthritis: 1 year results of the phase 3, multicenter, double-blind, placebo-
controlled PsummiT 1 trial. lancet 2013;382:780-9.
basis van etanercept + methotrexaat. Patiënten die na 24
weken niet de vooropgestelde verbetering vertoonden, wer-
den volgens een dubbelblinde procedure overgeschakeld op
de andere therapie. Het primair eindpunt was een verbete-
ring van de DAS 28-score in week 48.
De onderzoekers stelden vast dat beide groepen een signifi-
cante verbetering vertoonden ten opzichte van de startsitua-
tie tijdens het verloop van de eerste 24 weken (p = 0,001). In
totaal had 27 procent van de deelnemers in iedere groep na
24 weken behoefte aan een switch naar de andere therapie.
De deelnemers in beide groepen die waren overgeschakeld
op de andere therapie vertoonden een verbetering na de
switch (p = 0,08). Het verschil in DAS 28-score tussen week
0 en week 48 was vergelijkbaar in beide groepen (-2,1 onder
tritherapie versus -2,3 onder etanercept + methotrexaat; p
= 0,26).
De auteurs besluiten dat de tritherapie niet inferieur was
ten opzichte van de combinatie met etanercept. Voorts
konden ze geen significante verschillen tussen beide groe-
pen vaststellen inzake secundaire eindpunten, waaronder
radiografische progressie, pijn en gezondheidsgerelateerde
levenskwaliteit, noch inzake majeure neveneffecten die ver-
band houden met de therapie.
o'dell j, mikuls T, Taylor T, et al. Therapies for active rheumatoid arthritis after methotrexate
failure. n engl j med 2013;369:307-18.