dewerkers hebben een analyse gemaakt van het `Louvain Lupus Nephritis Inception Cohort', met als doel eventuele verschillen op te sporen tussen verschillende klassen van proliferatieve lupusnefritis (3). tiënten met systemische lupus en heeft een impact op de overleving en levenskwaliteit. Na tien jaar heeft zowat tien procent van de patiënten nierinsufficiëntie in een eind- stadium. De opsporing geschiedt door regelmatige bepa- ling van proteïnurie. Voor bevestiging van de diagnose en classificatie is een nierbiopsie vereist. Zo is bij klasse III minder dan 50 procent van de glomeruli aangetast, bij klasse IV is dit 50 procent of meer. Bij klasse IV wordt een onderscheid gemaakt tussen segmentale (klasse IV-S) en globale (klasse IV-G) vormen. Om de prognose van patiënten met proliferatieve lupus- nefritis te evalueren, werden 98 patiënten geselecteerd uit 250 patiënten die in de lupuskliniek gevolgd worden. Daaruit kwam naar voren dat patiënten uit klasse III, klasse IV-S en klasse IV-G een gelijkaardige respons heb- ben op immunosuppressieve therapie, zowel op korte als lange termijn. Een snelle afname van de proteïnurie is een aanwijzing voor een goede renale prognose op lange ter- mijn. De chroniciteitsindex volgens het scoringsysteem van Morel-Maroger is bruikbaar om een idee van de pro- gnose te krijgen. Die index beoordeelt glomerulaire scle- rose, fibreuze adhesies en fibreuze halvemaanletsels steeds met een score van 0, 1 of 2, om aldus een waarde tussen 0 en 6 te behalen. SCLEroSE In EEn vroEG StadIUm systemische sclerose in een vroeg stadium na of de door de European Scleroderma Study Group voorgestelde DAS- score gevoelig is voor veranderingen van de ziekteactiviteit als gevolg van behandeling met rituximab (4). patiënten met diffuse cutane systemische sclerose in een vroeg stadium. Ze werden open label behandeld, met twee keer een infuus van 1.000mg rituximab, op maand nul en op maand zes, samen met toediening van 100mg methylprednisolon. De patiënten kregen een stabiele dosis van methotrexaat. De mediane ziekteduur bedroeg tien maanden. Ze werden een jaar opgevolgd. De behandeling had een significante invloed op klinische parameters zoals de modified Rodnan skin score en de CO-diffusiecapaciteit (p < 0,001). Zowel de gemiddelde, mediane als minimum- en maximumwaarden werden door de behandeling gunstig beïnvloed. Dit correleerde significant met de evolutie van de DAS-score tussen het moment van aanvang en na één jaar. Saskia Decuman concludeert dat de DAS-score niet alleen gemakkelijk bruikbaar is, maar ook kosteneffectief, tijdsef- fectief en beschikbaar. Gebruik van de DAS-score bij dit type patiënten en deze behandeling is zinvol, representa- tief, biologisch zinvol en kan als gouden standaard worden aangewend. BIj GranULomatoSE van WEGEnEr ULB) heeft retrospectief nagegaan wat de frequentie is van granulomatose van Wegener waarbij niet-geïdentificeerde ANCA (antineutrofiele cytoplasmatische antistoffen) aan- wezig zijn op het moment van de diagnose en of daarbij specifieke klinische kenmerken vast te stellen zijn (5). gerekruteerd in het Erasmusziekenhuis. Er is sprake van niet-geïdentificeerde ANCA wanneer immunofluorescen- tie positief is (een minimale titer van 1/80) en er bij ELISA geen anti-PR3 en anti-MPO aanwezig zijn. De diagnose werd gesteld met behulp van het EMA-algoritme (6). De prognose van de ziekte kan worden ingeschat via de zogenaamde vijffactorenscore (ouder dan 65 jaar, hart- symptomen, digestieve ziekte, creatinine > 1,6mg/dl, geen KNO-aantasting) en met de EUVAS-ziekteclassificatie (7). Frédéric Vandergheynst kon vaststellen dat er slechts een lage kans is op granulomatose van Wegener (1,8%) voor patiënten waarbij niet-geïdentificeerde ANCA gevonden |