background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 5 | 2013
22
(PartnEr)GEWELd aLS oorZaaK van fraCtUrEn
Orthopedisch chirurgen moeten zich ervan bewust zijn dat één op zes vrouwen die zich aanmelden met een
trauma een voorgeschiedenis heeft van fysieke geweldpleging. Partnergeweld is overigens bij één geval op 50
de directe oorzaak van de opgelopen kwetsuren. Dat leert de PRAISE-studie waarvan The Lancet de resultaten
publiceert.
Partnergeweld is een belangrijke oorzaak van niet-fatale
traumata bij vrouwen wereldwijd. In veel gevallen betreft
het musculoskeletale letsels, die logischerwijze vaak worden
vastgesteld door een orthopedisch chirurg. Het Prevalence
of abuse and intimate partner violence surgical evaluation
(PRAISE)-team, dat bestaat uit 80 onderzoekers, voerde
een cross-sectionele analyse op een consecutief staal van
2.945 vrouwelijke deelnemers, verspreid over 12 orthope-
dische centra in Canada, de VS, Nederland, Denemarken en
India. De deelnemers die voldeden aan de inclusiecriteria
beantwoordden anoniem een aantal directe vragen inzake
fysiek, emotioneel en seksueel partnergeweld en vulden twee
bestaande vragenlijsten in [Women Abuse Screening Tool
(WAIST) en Partner Violence Screen (PVS)]. Op basis van
deze gegevens voerden de onderzoekers een statistische ana-
lyse op zoek naar de risicofactoren voor partnergeweld.
De algemene respons bedroeg 85 procent. De analyse brengt
aan het licht dat één op zes vrouwen (455/2.839) een voor-
geschiedenis van partnergeweld rapporteerde in het voorbije
jaar, en één op drie (882/2.550) had ooit in haar leven met
partnergeweld af te rekenen gehad. Bij 49 vrouwen (1,7%)
was het bezoek aan het orthopedisch centrum een direct ge-
volg van partnergeweld, terwijl slechts 7 van hen (14%) in het
ziekenhuis ooit was bevraagd naar eventueel partnergeweld.
In deze studie hadden vrouwen met kortdurende relaties een
groter risico op partnergeweld en fysiek geweld in de voor-
bije 12 maanden. In vergelijking met vrouwen uit Canada en
de VS liepen vrouwen uit Denemarken en Nederland min-
der risico op eender welke vorm van geweld in de voorbije 12
maanden en in de loop van hun leven, en op fysiek geweld in
de loop van hun leven.
De auteurs wijzen erop dat PRAISE de grootste prevalentie-
studie is die ooit werd gevoerd in een orthopedische setting.
Ze benadrukken dat orthopedisch chirurgen ervan bewust
moeten zijn dat één op zes vrouwen een voorgeschiedenis
heeft van fysiek geweld. Daarbij is het ook belangrijk te weten
dat bij één op 50 vrouwen die zich met een trauma aanmel-
den op een dienst orthopedie het letsel een direct gevolg is
van partnergeweld. Het PRAISE-team vraagt orthopedische
centra met bijzondere expertise in fractuurzorg de nodige
aandacht te besteden aan het identificeren en benaderen
van slachtoffers van partnergeweld en hen zo nodig door te
verwijzen voor gepaste hulpverlening.
Praise investigators. Prevalence of abuse and intimate partner violence surgical evaluation
(Praise) in orthopaedic fracture clinics: a multinational prevalence study. lancet
2013;382:866-76.
rEUmatoïdE artrItIS:
WELKE tHEraPIE WannEEr mEtHotrExaat faaLt?
Tritherapie, op basis van methotrexaat + sulfasalazine + hydroxychloroquine geeft niet minder klinische winst dan
methotrexaat + etanercept bij patiënten met reumatoïde artritis (RA) die onvoldoende reageren op methotrexaat-
basistherapie. Dat suggereren althans de resultaten van een dubbelblinde, gerandomiseerde, non-inferioriteits-
studie die verscheen in The Lancet.
Slechts weinig blinde studies hebben conventionele therapie
op basis van een combinatie van DMARD's vergeleken met
biologicals bij patiënten met RA bij wie de ziekte actief blijft
onder behandeling met methotrexaat alleen. James O'Dell
en collega's voerden een dubbelblinde non-inferioriteits-
studie. Ze randomiseerden 353 personen met actieve RA on-
der methotrexaattherapie naar een trithe rapie (methotrexaat
+ sulfasalzine + hydroxychloroquine) of een bitherapie op