background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 5 | 2013
38
referenties
1. bours s, van den bergh j, van der Velde r, et al. effect of systematic implementation of
vertebral fracture assessment (Vfa) in patients with a recent non-vertebral fracture.
kbVr-srbr 2013. abstract 1.
2. grypdonck l, hermens r, Vankrunkelsven P, luyten f. knee osteoarthritis: widespread
use of treatments that are not considered essential for high quality care. kbVr-srbr
2013. abstract 3.
3. Vandepapelière j, aydin s, depresseux g, et al. subsetting proliferative lupus nephritis
acording to the isn/rPs classification does not provide valuable prognostic information.
kbVr-srbr 2013. abstract 30.
4. melsens k, decuman s, de keyser f, et al. assessment of sensitivity to change of the
disease activity score (das) in systemic sclerosis (ssc). kbVr-srbr 2013. abstract 31.
5. givaudan m, Vandergheynst f, ocmant a, et al. Value of non-identified anCa
(non-Pr3, non-mPo) in the diagnosis of granulomatosis with polyangiitis (wegener's
granulomosis). kbVr-srbr 2013. abstract 32.
6. watts r, lane s, hanslik T, et al. development and validation of a consensus
methodology for the classification of the anCa-associated vasculitides and polyarteritis.
ann rheum dis 2007;66(2):222-7.
7. mukhtyar C, guillevin l, Cid mC, et al. eular recommendations for the
management of primary small and medium vessel vasculitis. ann rheum dis
2009;68(3):310-7.
8. Van der elst k, meyfroidt s, de groef a, et al. Preferred outcomes in patients with early
rheumatoid arthritis ­ a preliminary analysis of a two-step qualitative study. kbVr-srbr
2013. abstract 52.
9. huyge V, kadi r, Trotta n, et al. Patterns of 18f-fdg uptake in inflammatory
spondyloarthritis. kbVr-srbr 2013. abstract 70.
10. lauwerys br, ducreux j, nzeusseu Toukap a, et al. disease activity (das28-CrP) in
rheumatoid arthritis correlates with synovial expression of tumor-associated and il-6-
dependent genes. kbVr-srbr 2013. abstract 53.
Het bleek dat de activiteit van 1.305 genen correleerden
met de DAS-28CRP-waarde, met een correlatiecoëfficiënt
van meer dan 0,5. Die genen hadden te maken met verdedi-
gingsrespons, T-celactivering, activering van immuunres-
pons, fagocytose, presentatie en verwerking van antigenen,
chemotaxis, B-celgemedieerde immuniteit en celdood. De
activiteit van deze genen was bijna steeds afhankelijk van
interleukine 6. De expressie ervan verminderde onder the-
rapie met tocilizumab. Eerder werden door dezelfde onder-
zoeksgroep trouwens ook sterke gelijkenissen vastgesteld
tussen de moleculaire effecten van methotrexaat, tocili-
zumab en rituximab op interleukine 6. Mogelijk treedt er
een bias op bij analyse van stalen van zowel behandelde als
onbehandelde patiënten, die deze genen dan uitselecteren.
De selectieve analyse van de genexpressie van enkel de nog
onbehandelde patiënten vond 394 genexpressies van genen
die tussenkomen bij regulering van de celdifferentiatie, cel-
migratie, regulering van de genexpressie en morfogenese
van het skelet. Afhankelijkheid van interleukine 6 was hier
afwezig. Markers van tumorcelprogressie, zoals PDE4D en
GADD45B, correleerden hier sterk met de DAS28-CRP-
waarde.
Deze bevinding werd verder onderzocht met immunohisto-
chemie op 46 synoviumstalen van de knie bij onbehandelde
patiënten, voorafgaand aan therapie met methotrexaat,
biologicals of beide. Dit bevestigde een significant hogere
expressie van PDE4D bij patiënten met een hoge ziekte-
activiteit. Het bleek bovendien dat niet de ziekteactiviteit
bij aanvang de respons op latere therapie voorspelde, maar
wel de expressie van PDE4D en GADD45B bij aanvang.
Bernard Lauwerys concludeert dat deze waarnemingen
wijzen op een gelijk belang van immuuncellen (T- en B-
cellen) en fibroblasten bij de pathogenese van reumatoïde
artritis.
Te ontdekken op
Rol en regulering van TNF- bij reumatoïde artritis
Cytokinen en chemokinen vormen twee groepen eiwitten die een belangrijke rol spelen in het humane
immuunsysteem. ontregeling van het netwerk waarin deze immunomodulerende moleculen functioneren,
veroorzaakt ongecontroleerde ontsteking. dit kan leiden tot verschillende pathologieën, waaronder
reumatoïde artritis (ra). ra wordt gekenmerkt door chronische ontsteking en boterosie. Potentiële
stimuli voor de ontwikkeling van ra zijn o.a. autoantilichamen, cytokinen en chemokinen. daarom is de
strikte regulering van de cytokine- en chemokineproductie en hun biologische activiteit bij deze ziekten
belangrijk. Het cytokine tumornecrosefactor (tnf-) is abundant aanwezig in het serum en synovium
van ra-patiënten. vanwege de belangrijke rol van tnf- in ra worden de tnf--producerende cellen
en de dynamiek van de expressie van tnf- in dit overzichtsartikel besproken. de directe en indirecte
werking van dit cytokine en mogelijke biologische therapieën voor ra worden tevens samengevat.