PTH-spiegel bij dialysepatiënten gemakkelijker kan worden geïnterpreteerd. Er zijn echter nog vragen over de wijze waar- op de PTH-referentiespiegels in een zogeheten `normale' populatie door de industrie werden bepaald. Klassiek wor- den die referentiewaarden (of `normale' waarden) verkregen door de PTH-spiegel te meten in een referentie populatie van ogenschijnlijk gezonde mensen. Op die `normale' populatie moeten echter belangrijke exclusiecriteria worden toege- past. Zo hoeft men niet alle mensen uit te sluiten die een secundaire hyperparathyreoïdie zouden kunnen hebben als gevolg van nierinsufficiëntie of vitamine D-tekort. In een recente studie werden de normale waarden van 10 PTH- kits die door de fabrikanten werden geleverd vergeleken met de waarden die met diezelfde 10 kits werden gemeten bij 240 gezonde mensen waarvan de vitamine D-spiegel en de nierfunctie werden gecontroleerd. De vitamine D-spiegel moest hoger zijn dan 30ng/ml en de creatinineklaring hoger dan 60ml/min./1,73m². De auteurs hebben vastgesteld dat de bovengrens van het normale bereik in de geselecteerde populatie altijd lager was dan de waarde die door de fabri- kanten werd opgegeven. Het verschil was soms marginaal (kit van Abbott Architect), maar soms ook erg hoog (Beck- man-Coulter Access). Met de meeste kits was de bovengrens van het normale bereik 25-35% lager dan de bovengrens die door de fabrikanten werd voorgesteld, wat een significante invloed op de streefwaarden die door het KDIGO bij dialy- sepatiënten worden aangeraden (Tabel 1) (27). Gezien de variabiliteit tussen de verschillende methoden voor meting van PTH vraagt het KDIGO de laboratoria om de nefrologen PTH-spiegel te meten. Wij denken dat het laboratorium de arts ook zou moeten inlichten over de wijze waarop de refe- rentiewaarden zijn opgesteld. Bovendien vinden meerdere experts de spreiding van PTH-waarden die door het KDI- GO wordt voorgesteld (2- tot 9-maal de normaalwaarden) te breed. Ze pleiten voor een smallere spreiding, van 2- tot 4-maal de bovengrens van het normale bereik (28, 29). menteel bij de follow-up van de PTH-spiegel bij een gegeven patiënt. Twee recente studies hebben het KV bij bepaling van de PTH-spiegel bij hemodialysepatiënten berekend. Gard- ham et al. hebben aangetoond dat het KV 72% bedraagt bij meting van de PTH-spiegel met een kit van de tweede gene- ratie en 86% bij meting met een kit van de derde generatie (30). Andere auteurs rapporteren een kleiner KV (dat echter toch ook hoog is in absolute termen) van 39% bij meting met een kit van de tweede generatie en 43% bij meting van een kit van de derde generatie (10). Als we de gunstigere resulta- ten van de tweede publicatie bekijken, betekent dat dat een PTH-concentratie van pakweg 300ng/ml klinisch niet als verschillend mag worden beschouwd van een concentratie van 200 of 400pg/ml. PTH-concentraties kunnen echter niet worden be schouwd als een directe marker van bothernieuwing. De botombouw is immers een vrij traag proces dat weken tot maanden (en in het geval van adynamisch bot zelfs jaren) kan duren, |