background image
9
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 4
2013
of stopzetting van tamoxifen (n = 3.418). De therapie-
trouw bleek vrij slecht te zijn: 84% van de vrouwen nam
tamoxifen nog altijd in na 2 jaar, maar op het einde van de
studie was dat nog maar 60%. Het verschil (617 recidieven
in de groep 10 jaar versus 711 in de groep 5 jaar, p = 0,002;
331 versus 397 sterfgevallen als gevolg van borstkanker,
p = 0,01; en een totale sterfte van 639 versus 722, p = 0,01)
was niet groot tijdens de eerste 4 jaar, maar was duidelij-
ker tijdens het tweede decennium (
Figuur 3).
Het absolute verschil in recidiefpercentage op lange ter-
mijn was 3,7% bij de patiënten die 10 jaar tamoxifen
hadden gekregen, en het absolute verschil in sterfte was
ongeveer 3%. De toxiciteit voor het endometrium was
aanvaardbaar. Het zou dan ook interessant zijn moch-
ten we kunnen beschikken over biomarkers die een laat
recidief voorspellen.
"Tot slot, vervolgde Guy Jerusalem,
roepen die resultaten andere vragen op: geldt dat ook voor
andere hormonale behandelingen? Welk beleid na de me-
nopauze? Wat is de rol van aromataseremmers in die con-
text? Voor het ogenblik denk ik dat tamoxifen gedurende 5
jaar een goede optie is bij hoogrisicopatiënten die al een
aromataseremmer hebben ingenomen gedurende 5 jaar."
CONFIRM, heel simpel
In de CONFIRM-studie werd aangetoond dat de tijd tot
progressie 6,5 maanden was met fulvestrant in een dose-
ring van 500mg en 5,5 maanden met fulvestrant 250mg
(HR = 0,80; p = 0,006). Bij de eerste analyse beschikten de
vorsers nog niet over alle gegevens over de totale overle-
ving, maar was er wel al een gunstige trend. Angelo Di Leo
heeft nu de resultaten gepresenteerd van de eindanalyse
van de totale overleving, zich daarbij baserend op de 75%
patiënten met evenementen (
Figuur 4).
Het verschil in totale overleving was 4 maanden: 26,4
versus 22,3 maanden (HR = 0,81; p = 0,016), wat veel beter
was dan wat de verbetering van de PFS liet vermoeden
(21). Dat bevestigt tevens dat
"de kwaliteit van endocriene
eerste- en tweedelijnstherapie de overleving verbetert."
De ontgoocheling van LEA...
De LEA-studie is een Duits-Spaanse studie bij vrouwen
met een gemetastaseerde ER+ borstkanker waarin een
hormonale behandeling (letrozol 2,5mg/d of fulvestrant
250mg; n = 189) met of zonder bevacizumab 15mg/kg om
de 21 dagen (n = 191) werd onderzocht. De reden waarom
die studie werd uitgevoerd, was de vaststelling dat een
hoge VEGF-spiegel de werkzaamheid van de hormonale
behandeling kan verminderen. De resultaten blijken echter
ontgoochelend te zijn: de mediane progressievrije over-
leving was 18,4 maanden in de groep hormonale behan-
deling + bevacizumab versus 13,8 maanden in de groep
hormonale behandeling zonder bevacizumab (HR = 0,83;
p = 0,1391) en er was geen verschil in de totale overleving.
Bovendien veroorzaakte de combinatietherapie meer bij-
werkingen, vooral arteriële hypertensie. In de groep met
bevacizumab zijn ook acht patiënten gestorven als gevolg
van de toxiciteit van de behandeling (22).
... en van BEATRICE
De BEATRICE-studie werd uitgevoerd bij patiënten met
een drievoudig negatieve borstkanker (TNBC), uitgaande
van de vaststelling dat de VEGF-spiegels verhoogd zijn bij
ER-/PgR- kanker en een rol spelen bij de angiogenese in
de micrometastasen. De studie werd uitgevoerd bij 2.591
patiënten met een TNBC, die na chirurgie werden behan-
deld met bevacizumab (5mg/kg/week of equivalent) in
combinatie met een klassieke chemotherapie (n = 1.301)
of diezelfde chemotherapie + placebo (n = 1.290). Als er
Figuur 3: ATLAS: recidief en sterfte aan borstkanker na 5 of 10 jaar tamoxifen.
5,8%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
0
5
10
15 jaar
Diagnose
Inclusie
Einde
10 jaar
in ATLAS
behandeling sinds inclusie
50%
40%
30%
20%
10%
0%
0
5
10
15 jaar
Diagnose
Inclusie
Einde
10 jaar
in ATLAS
behandeling sinds inclusie
Recidief
Sterfte aan borstkanker
Jaar 5-9: RR: 0,90
(0,79-1,02)
Jaar 10+: RR: 0,75
(0,62-0,90)
Alle jaren: log-rank p = 0,002
5 jaar ­
25,1%
10 jaar ­
21,4%
Jaar 5-9: RR: 0,97
(0,79-1,18)
Jaar 10+: RR: 0,71
(0,58-0,88)
Alle jaren: log-rank p = 0,01
5 jaar ­
15,0%
10 jaar ­
12,2%
14,5%
13,1%
6,0%