![]() kennis van zaken embolische complicaties bij gebruik van orale anticoncep- tiva. "Trombo-embolische accidenten kunnen ernstig zijn en in 1-2% van de gevallen kan de patiënte er zelfs aan overlijden (1), maar we moeten alles toch in het juiste per- verhogen inderdaad het risico op trombo-embolie (RR = 3-4), maar ze zijn lang niet de enige risicofactor, en ook niet de be- langrijkste. Minstens even belangrijke risicofactoren zijn antece- denten van trombose (RR = 6-35), chirurgie (RR = 6-22), kanker (RR = 6), zwangerschap en postpartum (RR = 4-14), immobilisatie (RR = 13), trombofilie (RR = 2-50), obesitas, varices en lange rei- zen (RR = 2-4) (2)." Orale anticonceptiva die ethinyloestradiol (EE) bevatten, verdubbelen het risico in vergelijking met niet- zwangere vrouwen die geen pil innemen (8,9 versus 4,4 acciden- ten/10.000 vrouwjaren). Tijdens de zwangerschap is het risico 8-maal hoger en in het postpartum 15-20-maal hoger (3). de BMI hoger is en daalt met de duur van gebruik van de pil (> 20/10.000 vrouwjaren in het begin, maar dat cijfer daalt snel tot ongeveer 5/10.000 vrouwjaren) (3). Het risico is ook hoger als orale anticonceptiva worden hervat na onderbreking bij ver- andering van pil (4). Ook de leeftijd en factor V Leiden spelen een rol (RR = 15,6 in vergelijking met vrouwen zonder die mu- tatie die geen pil innemen). De farmaceutische industrie is zich goed bewust van die risico's en heeft daarom de hoeveelheid EE in orale anticonceptiva geleidelijk verlaagd. We moeten echter ook rekening houden met het risico als gevolg van pro- gestagenen. Levonorgestrel (LNG) verhoogt het risico met fac- tor 1,91, desogestrel met factor 5,58, cyproteronacetaat met factor 6,68 en drospirenon met factor 7,9 (6). Diezelfde auteur heeft ook aangetoond dat het risico van anticonceptiva van de 3 ongewenste zwangerschap te voorkomen. Ze worden echter in verband gebracht met een verhoogd risico op arteriële of veneuze trombo-embolie. Daarom moeten we altijd eerst persoonlijke of familiale risicofactoren van trombo-embolie opsporen en moeten we in voorkomend geval een ander voorbehoedsmiddel voorschrijven. Dat geldt vooral voor anticonceptiva van de 3 prof. Cédric Hermans (hematologie, UCL) en dr. Ernst Rietzschel (cardiologie, UZ Gent). |