![]() voor urinaire stressincontinentie verbetering van de klach- ten brengen. Bij prolaps is er volgens de studie van Stüpp et al. (3) een verbetering van de subjectieve klachten met 63%. Wat urinaire incontinentie betreft bleek uit de was na 8 weken training post partum. bieden of kan de voorkeur uitgaan naar het plaatsen van een pessarium. Een ringpessarium wordt doorgaans goed verdragen, ook bij seksueel actieve patiënten. Voor contro- le van urinaire incontinentie zijn de resultaten zelfs gro- tendeels vergelijkbaar met het effect van kinesitherapie. starten met anticholinergica, doch deze medicatie dient zeker gestopt te worden bij actieve zwangerschapswens. `eigen' weefsel of door gebruik te maken van synthetisch materiaal. Een klassieke anterieure of posterieure colpor- rafie met eventueel herstel van een paravaginaal defect of een sacrospineuze hysteropexie kan transvaginaal worden verricht. Een laparoscopische sacrohysteropexie of sacro- uteriene hysteropexie krijgt echter de voorkeur bij een forse uteriene descensus. ten met zeer ernstige prolaps. Een transvaginale weg voor plaatsing van een mesh bij vrouwen met zwangerschaps- wens wordt ten stelligste afgeraden: een laparotomische of laparoscopische toegangsweg verdient de voorkeur. Er wordt best een polypropyleen monofilamentair macro- poreus materiaal gebruikt. dat er bij voorgaande chirurgie best een primaire sectio wordt verricht. Bij de studie van Pradhan na vaginale partus t.o.v. 4,4% na primaire sectio. sling worden geplaatst. Panel gunstige resultaten ( Nederland presenteerde Bert Wibbens een overzicht van het pessarium in de boek met gelijknamige titel: `pessarium in de praktijk'. wol tot een granaatappel ten tijde van Hippocrates en een stuk fruit gedoopt in azijn (voor de geur) ten tijde van Soranus. In de 16 kurk. Hierna volgde een vlotte ontwikkeling naar zachter materiaal en de toevoeging van een handig touwtje. prolaps. Hij introduceerde dit onderdeel met een opfris- sing van de POP-Q-score ( troduceerd in 1996 door Bump systeem dat 40% van de urogynaecologen in België routi- nematig gebruikt. Tegenstanders van het systeem scharen zich achter de termen tijdrovend en gebruiksonvriendelijk, doch het bepalen van een POP-Q neemt mits een beetje ervaring een luttele 3 minuten in beslag. afhankelijk van een combinatie van risicofactoren, waar- onder baring, obesitas, obstipatie, bindweefselaandoenin- gen en toenemende pariteit. Zoals Jan Deprest eerder op de vergadering aanhield, lijkt het uitvoeren van een sectio een beschermend effect te kennen. Daarentegen blijkt een forcipale extractie het risico op prolaps te vergroten. Daar- naast zijn er een aantal minder consistente risicofactoren zoals macrosomie, langdurige ontsluitingsfase en leeftijd onder 25 jaar ten tijde van eerste kind. Verder is het opval- lend dat urogenitale prolaps significant frequenter voor- komt bij dames van aziatische origine (meer cystocoele). oudere patiënten met ernstige prolaps. Het succes van het pessarium is afhankelijk van de pasvorm. Patiënttevreden- heid varieert van 70-92%. Een correcte plaatsing is even- eens niet onbelangrijk: idealiter achter symfyse, posterior van de cervix en rustend op m. pubococcygeus. het pessarium: prolaps tijdens zwangerschap (zie Liesbeth Lewi hierna) en ter overbrugging van de preoperatieve voorbereidingstijd en verbetering van het chirurgisch uit- gangspunt zijnde optimalisatie van chirurgische weefsel- lagen, nierfunctie en opheffing van hydronefrose. Com- plicaties zijn voornamelijk te verwachten ten gevolge van erosie, obstructie en infectie. Wibbens is van mening dat de meeste operaties mislukken, niet door onjuiste chirur- gische techniek, maar door onjuiste indicatiestelling. genitale prolaps versus prolaps in combinatie met urinaire stressincontinentie) ( |