![]() stelling van de voedseldriehoek, die zegt dat we dagelijks minimaal 450g zuivelproducten moeten gebruiken. Door- dat we zo weinig zuivelproducten nuttigen, respecteren we de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid calcium niet. Dat heeft gevolgen voor ons lichaam, en in het bijzonder voor onze botten. nen aan dat melk een gunstige invloed heeft op het mine- raalgehalte in het lichaam, extra botmineraaldichtheid in de wervels en dijbenen en de morfogenese van de botten. Ook de diameter van lange beenderen en de dikte van het corticale bot neemt toe. Melk heeft zelfs meer invloed op de dikte van het corticale bot dan calciumzouten. de aanwezigheid van mineralen (fosfaten, magnesium en zink) en andere voedingselementen als eiwitten. Die sti- muleren de botvorming door de tussenkomst van IGF-1, een groeifactor die op zijn beurt de botvorming bevordert. Die invloed wordt nog groter wanneer de producten zijn het anabolisme van de botconstructie. Fysieke activiteit versterkt dat anabole effect", vertelt professor Reginster van het departement Volksgezondheidswetenschappen aan de ULg. kindertijd de botgezondheid op lange termijn beïnvloedt. De preventie van osteoporose correleert met het bereiken van een hoge piekbotmineraaldichtheid (BMD) als jonge volwassene, rond 18 jaar. Wanneer die waarde niet wordt bereikt, heeft de vrouw na de menopauze meer kans op osteoporose en breuken. Er moeten dus absoluut pre- ventieve maatregelen worden genomen en aangemoe- digd. Verschillende studies uit de voedingseconomie (1-3) hebben gemeten welke economische impact een te lage consumptie van zuivelproducten en calcium heeft, aan- gezien die te lage inname met een vermindering van de botdichtheid en risico's op osteoporosebreuken correleert. Ze hebben daarvoor onder meer het prijskaartje van die aandoening bestudeerd. heid hebben, is bij bejaarde patiënten en vrouwen in de niet? We hebben duidelijkheid nodig, en liefst op basis van wetenschappelijke en medisch gevalideerde gegevens. Een uitdaging voor de volksgezondheid. en dr. Anne Boucquiau (preventiemanager bij de Stichting tegen Kanker) geven ons wat meer uitleg. |