![]() FIGO-lidmaatschap te kunnen oplossen via consensus vertrekkend uit respect voor elkaars autonomie. stroom van directieven voor alle beroepen van onze bevolking, ook het onze. Patiëntveiligheid en kwaliteit van zorg staan anno 2013 terecht bovenaan op de werkagenda. De oplossingen die Europa voorstelt, namelijk accreditatie en certificering, doen soms kafkaiaans vreemd aan voor de gezondheidswerkers op de werkvloer. Bovendien neemt de administratieve druk enorm toe. Als voorzitter heb ik de intentie om een conclaaf voor te bereiden waarop de diensthoofden van alle Vlaamse materniteiten zullen worden uitgenodigd om deze twee onderwerpen te bespreken en de visie van de Vlaamse gynaecologen te bevragen. Het kijken naar de regels mag nooit be- langrijker worden dan het behandelen van de patiënt; dan is het onze morele plicht om vanuit de werkvloer bij te sturen. neer te schrijven? Deze vaak gehoorde kritiek lijkt mij niet onterecht. Doorgedreven `normitis' en `regulitis' via zelfbenoemde (pseudo) EBM-richtlijnen die aan een onrealistisch tempo moeten worden klaargestoomd, staan haaks op alles waar echte EBM voor staat. Het alternatief is de langer durende maar moeilijkere weg van de echte EBM waar de beroepsgroep als inhoudelijke expert met methodologie-experten van het Federaal Kenniscentrum kan samenwerken aan pro- jecten op langere termijn, met een solidere wetenschappelijke basis en met de mogelijkheid om documenten neer te schrijven die rekening houden met de belangen en de invalshoeken van alle ` die boven onze hoofden werden genomen. De vaststelling dat wij als beroepsgroep soms buiten het overleg vallen, is een bron van blijvende frustratie; dit is demotiverend voor iedereen die zich actief wil inzetten voor onze vereniging. Als nieuw bestuur aanvaarden wij niet langer de onde- mocratische schimmigheid eigen aan `cenakel'-politiek. Ons model is een overlegmodel. Er kan anno 2013 geen plaats meer zijn voor eigengereid optreden zonder overleg met de beroepsgroep. te overleggen. Dit ondermijnt de geloofwaardigheid van onze vereniging als gesprekspartner. Ik doe daarom als VVOG-voorzitter een oproep naar allen die gevraagd worden om adviezen te geven aan beleidsverantwoor- delijken in dossiers met impact voor de hele beroepsgroep; communiceer dit naar het bestuur en de voorzitter van de beroepsbelangencommissie in het bijzonder. Wat de toekomst brengt, is onzeker. Laat ons echter niet aan de kant blijven staan en resoluut de hand aan de ploeg slaan `over de recessie en de klimaatsverandering' heen. |