background image
40
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 4
2013
12 maanden na een correct herstel asymptomatisch. Bij
persisterende klachten kan een manometrie of echografie
meer duidelijkheid brengen.
Het recidiefrisico bij een volgende partus bedraagt gemid-
deld 4 à 7%. Er wordt aangeraden om vooraf een echo-
grafie van de sfincter te verrichten en een manometrie te
laten uitvoeren. Bij echografische of manometrische af-
wijkingen wordt best een primaire sectio uitgevoerd.
Prolaps en incontinentie
bij vrouwen die nog
zwanger willen worden
Eva De Cuyper, ZOL Genk
Twee procent van de nullipare
vrouwen heeft last van prolaps-
klachten, terwijl 50% van de (mul-
ti)pare vrouwen een anatomische
prolaps vertoont (waarvan welis-
waar slechts 10 à 20% symptomatisch is).
Bijna een derde van de vrouwen ervaart urinaire stress-
incontinentie tijdens de eerste zwangerschap. Vijf procent
zal een jaar post partum nog steeds symptomatisch zijn.
Indien er 3 maanden na de bevalling nog steeds urinaire
stressincontinentie aanwezig is, is dit een ongunstige
prognostische factor: 25% zal een jaar later nog steeds
incontinent zijn.
Een zwangerschap met een vooraf bestaande prolaps
moet worden beschouwd als een hoogrisicozwanger-
schap. Tijdens een dergelijke zwangerschap is er een ver-
hoogd risico op miskraam, pijnklachten, urineweginfectie,
urinaire retentie, preterme arbeid,
mors in utero en ulcera-
ties/infecties van de cervix. Perpartaal is er een meer kans
op cervicaal oedeem, obstructieve arbeid, uterusruptuur
en laceratie van de cervix.
De aanpak van prolapsklachten en/of urinaire stressinconti-
nentie bij een vrouw met zwangerschapswens gebeurt best zo
conservatief mogelijk: rookstop, dieet, constipatiepreventie, de
behandeling van een chronische hoest en het vermijden van
tillen van zware lasten zijn enkele mogelijke behandelingen.
Eva De Cuyper
Tabel 2: Resultaten van de studie van Panel et al.
Patients
Age at
surgery
(years)
Parity
Interval
surgery-
pregnancy
(months)
Type of
pregnancy,
single (S) or
twin (T)
UI during
pregnancy
Mode of
delivery
Perineal
tears
(degree)
Instrumental
delivery
Newborn
weight (g)
UI after
delivery
Follow-
up
(months)
1
42
2
/
S
0
VD
1
0
3,205
0
1
2
31
1
63
S
0
a
a
a
a
a
a
3
36
2
9
S
0
CS
3,550
0
22
4
37
4
3
S
0
CS
2,660
0
13
5
31
2
4
T
0
VD
0
0
2,460
0
15
6
28
2
24
S
0
CS
3,310
0
18
7
31
1
17
T
0
CS
2,820
/
/
8
31
1
36
S
0
CS
3,500
0
4
9
39
1
5
S
0
VD
1
0
3,120
SUI
15
10
/
/
/
S
0
VD
0
0
3,200
SUI
/
11
32
2
36
S
0
VD
2
0
3,750
0
14
12
36
3
7
S
MUI
VD
1
0
3,060
0
8
13
/
4
/
S
0
CS
3,614
0
/
14
38
3
27
S
0
VD
0
0
3,300
0
3
15
20
1
18
S
SUI
VD
2
0
3,160
SUI
52
16
32
2
24
S
0
CS
3,640
0
38
17
36
1
11
S
MUI
CS
b
4,100
0
5
18
38
1
7
S
0
VD
0
0
3,900
0
5
19
34
4
51
S
0
VD
0
0
3,380
0
3
20
39
3
36
S
0
CS
3,830
SUI
4
Mean
33.9
2.1
21.6
3,345
13.8
Rates of UI
3/20
(15%)
4/18
(22.2%)
/: missing data; UI: urinary incontinence; SUI: stress urinary incontinence; MUI: mixed urinary incontinence; CS: caesarean section; VD: vaginal
delivery
a: ongoing pregnancy
b: previous laparascopic sacrocolpopexy