vrouwen met primair operabele borstkanker geïncludeerd minder dan 1 jaar na het beëindigen van de 5 jaar ad- juvant tamoxifeninname (6). Vrouwen werden gerando- miseerd tussen 5 jaar extra tamoxifen (10 jaar in totaal) versus stoppen van tamoxifen (5 jaar in totaal). Heel wat vrouwen werden uit de analyse gehaald indien ze de volle- dige 5 jaar tamoxifen niet hadden ingenomen (n = 2.350) of indien de ER-status onbekend of negatief bleek te zijn (n = 6.048). Vijf jaar voor de inclusie in ATLAS was 5 jaar adjuvant tamoxifen nog geen standaard, en was ER- positiviteit geen voorwaarde om tamoxifen te krijgen. Uit- eindelijk werden 6.846 vrouwen geïncludeerd in de finale analyse van ATLAS. Men documenteerde jaarlijks herval, secundaire maligniteiten, hospitalisatie en sterfte. Follow- up bedroeg minstens 15j voor 77% van de geïncludeerde patiënten (91% minstens 10 jaar). moxifen tot 10 jaar (versus stoppen na 5 jaar) leidt tot een verdere reductie van de kans op herval (617/3.428 en 711/3.418 respectievelijk voor 10 en 5 jaar tamoxi- fen) en van borstkanker gerelateerde sterfte (331/3.428 en 397/3.418 respectievelijk). De verschillen werden vooral gezien in de periode vanaf 10 jaar na de diagnose. In absolute getallen is er tussen jaar 5-14 een 3,7% re- ductie in de kans op herval (21,4 versus 25,1%) en 2,8% (12,2 versus 15,0%) reductie in de kans op sterfte door borstkanker. Men dient dus 27 vrouwen gedurende 10 i.p.v. 5 jaar te behandelen om 1 extra herval te voorkómen. Om 1 extra overlijden ten gevolge van borstkanker te voorkomen dient men 36 vrouwen langer te behandelen. Men vond geen evidentie voor een reboundeffect na stop tamoxifen. sen beide groepen voor sterfte door andere oorzaken dan herval van borstkanker en ook de kans op beroerte was niet verschillend. Er was wel een significante toe- name voor longembolie (RR 1,87; 95% CI 1,13-3,07; p = 0,01) en endometriumkanker (RR 1,74; 1,30-2,34; p = 0,0002) in de groep die nog 5 jaar extra tamoxifen innam. Het cumulatieve risico op endometriumkan- ker bedroeg 3,1% (mortaliteit 0,4%) tijdens jaar 5-14 voor de groep die 10 jaar tamoxifen innam versus 1,6% (mortaliteit 0,2%) in de groep die 5 jaar tamoxifen innam. In absolute getallen uitgedrukt waren er [bij vrouwen met eender welke ER-status (+/-/?)] 21 patiëntes met longem- bolie waarvan 8 met fatale afloop in de arm 5 jaar tamoxi- fen (6.440 vrouwen) versus 41 patiëntes met longembolie waarvan 10 met fatale afloop in de 10 jaar tamoxifen-arm (6.454 vrouwen). vrouwen die 5 jaar adjuvant tamoxifen beëindigen, om- dat veel vrouwen reeds een aromataseremmer ingebouwd krijgen in hun adjuvant therapieschema. De vrouwen die wel nog in aanmerking komen voor de ATLAS-criteria zijn: - patiënten die na 5 jaar tamoxifen nog steeds premeno- (primair operabele borstkankerpatiënten, 2000-2009) dat deze groep maximaal 20% van de borstkankerpa- tiënten uitmaakt. In ATLAS vormt deze premenopau- zale groep echter slechts 8% van de studiepopulatie en jammer genoeg vond er geen subgroepanalyse plaats op basis van menopauzale status. Er vond wel een subgroepanalyse plaats op basis van leeftijd (van diagnose), doch met een klinisch en biologisch weinig relevante geworden zijn. Hier zijn twee scenario's mogelijk op basis van de nodale status. Voor vrouwen die lymfe- klier-positief waren blijft verlengde therapie met een aromataseremmer gedurende 3 jaar de standaard (4), hoewel er geen vergelijkende data met 5 jaar verleng- de tamoxifen bestaan. Of de aromataseremmer con- tinu dan wel intermittent gegeven dient te worden, is onderwerp van onderzoek in de SOLE-trial, doch ook hier is er geen placebo- of verlengde tamoxifen-arm (ISRCTN43286545). Er zijn tot op heden nog geen stu- dies beschikbaar over de waarde van verlengd gebruik van aromataseremmers gedurende 5 extra jaren; schatting op basis van Leuvense data leert dat deze groep slechts een kleine subgroep van de primair operabele borstkankers vormt (6%). Het UZ Leuven- protocol stelt dat we aan postmenopauzale vrouwen 5 jaar tamoxifen geven indien de tumor aan alle van volgende kenmerken voldoet: pT1N0, graad 1, ER- positief, PR-positief en HER2-negatief. Alle andere vrouwen krijgen in principe tamoxifen met 5 jaar, en of ook deze vrouwen nut hebben van meer dan 5 jaar therapie, blijft een open vraag. voor de grote meerderheid van onze patiënten beperkt is. Biedt ATLAS een antwoord voor de premenopauzale vrouw na 5 jaar tamoxifen? Waarschijnlijk wel maar deze groep was wel ondervertegenwoordigd in de ATLAS-studie. Bo- vendien is deze groep wel de grootste groep van vrou- wen die vandaag de dag nog 5 jaar adjuvant tamoxifen voorgeschreven krijgt. Bij de postmenopauzale vrouw is er geen twijfel dat 10 jaar beter is dan 5 jaar, maar er zijn nog weinig indicaties: het betreft dan voornamelijk |