background image
22
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 4
2013
G1625N
De ATLAS-trial: 10 jaar tamoxifen
beter dan 5 jaar? Relevantie voor
onze dagelijkse praktijk
Olivier Brouckaert, Patrick Berteloot, Luc Baeyens, Anne Bellens, Jan Decloedt, Femke Delporte,
Christel Depestel, Herman Depypere, Carine De Rop, Sabine Dobbelaere, Christa Eerdekens, Jurgen
Parys, Marianne Stevens, Gregg Van de Putte, Chris Vereecke, Lucas Verkinderen, Patrick Neven
Namens de Bijzondere Interesse Groep (BIG) Senologie
De adjuvante hormoontherapie bestaat uit 5 jaar een
dagelijkse inname van een antioestrogeen (tamoxifen),
een aromataseremmer (anastrozol, letrozol, exemestan)
of een sequentiële combinatie van beiden. De therapie-
keuze hangt af van de menopauzale status en terug-
betalingsmodaliteiten die vooral gebaseerd zijn op tumor-
kenmerken/risicofactoren voor herval. Aromataseremmers
werken enkel bij postmenopauzale vrouwen. Zolang er
geen menopauze is, wordt tot op heden 5 jaar tamoxifen
voorgeschreven. Postmenopauzaal wordt bijna steeds een
aromataseremmer ingebouwd tijdens de 5 jaar durende
adjuvante therapie tenzij er een zeer laag risico op her-
val is. Bij nevenwerkingen tijdens aromataseremmers of
bij een voorafbestaande relatieve contra-indicatie voor
een aromataseremmer (bv. ernstige gewrichtslast, os-
teoporose, cardiovasculair lijden, individueel te bekijken)
wordt tamoxifen gegeven. Ook bij deze vrouwen geniet
tamoxifen 20mg daags gedurende 5 jaar onze voorkeur.
Na 5 jaar tamoxifeninname is een verlengde hormoon-
therapie met letrozol of exemestan nuttig. Dit werd aan-
getoond in twee studies (4, 5). Bij de postmenopauzale
vrouw is een verlengde therapie na 5 jaar tamoxifen met
3 jaar letrozol in België terugbetaald indien er initieel een
aantasting was van de lymfeklieren. Er is nu een 3
de
studie
die het nut van een verlengde antihormoontherapie met
5 jaar aantoont (6). De ATLAS-studie wijst erop dat het
verlengd gebruik (additioneel 5 jaar) van tamoxifen na
reeds 5 jaar tamoxifen nuttig is bij vrouwen met een
ER-positieve borstkanker (6).
De ATLAS-studie randomiseerde vrouwen die reeds 5 jaar
adjuvant met tamoxifen werden behandeld, tussen 5 ad-
ditionele jaren tamoxifen (10 jaar in totaal) versus stop
tamoxifen (5 jaar in totaal) (6). De bedoeling was de kans
op herval en sterfte te verlagen gezien de meerderheid van
herval bij een ER-positieve borstkanker plaatsvindt tussen
jaar 5 en jaar 15, wetende dat 5 jaar tamoxifen reeds een
bescherming biedt tot zelfs 15 jaar postoperatief op basis
van het zogenaamde
carry-overeffect (7). De vraag die de
ATLAS-studie beantwoordde, is dus of 10 jaar beter is dan
5 jaar adjuvant tamoxifen voor vrouwen met hormoon-
gevoelige borstkanker. Deze studie ging ook na welke
risico's de vijf jaar extra tamoxifen inname inhield.
W
ereldwijd blijft borstkanker de meest frequent gediagnosticeerde maligniteit bij de vrouw (1). Het is een heterogene
aandoening die bestaat uit verschillende prognostische subtypes, gedefinieerd op basis van tumorgradering,
de receptoren voor oestrogenen en progesteron en HER2 (humane epidermale receptor 2)-expressie (2, 3). De
zogenaamde hormoongevoelige (ER-positieve) borstkankersubtypes (moleculair luminal A, luminal B en luminal HER2-type
genaamd) omvatten 80 tot 85% van alle primair operabele borstkankers (3). Vrouwen met deze type borstkankers krijgen
steeds een nabehandeling met een hormoontherapie, al dan niet voorafgegaan door een chemotherapie, afhankelijk van
significante risicofactoren voor herval (2).