background image
47
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 4
2013
Valéria R.M. van Dijl
G16
16N
Uterusdehiscentie na peritonitis
Valéria R.M. van Dijl
1
, Monica Laubach
2
1. Dienst Gynaecologie en Verloskunde, UZ Brussel, VUB
2. Dienst Verloskunde, UZ Brussel, VUB
De zwangerschap van deze 29-jarige gravida 2 para 1
werd op 30 weken zwangerschapsduur gecompli-
ceerd door een acute buik. Bij exploratieve laparoscopie
diagnosticeert men een geperforeerde ileo-caecale fistel
waarvoor een rechterhemicolectomie werd verricht met
end-to-endanastomose.
Twee weken na deze interventie wordt patiënte heropge-
nomen met een inflammatoir bloedbeeld, pijn linkerflank
en contractiele uterus. Longrijping werd toegediend
evenals intraveneus breedspectrumantibiotica. Wegens
persisterende contracties en inflammatoir bloedbeeld
wordt patiënte op 32 weken overgeplaatst naar een ter-
tiair centrum. Aanvullende MRI geeft geen aanvullende
informatie. Twee dagen later ontwikkelt patiënte echter
een septisch beeld.
Exploratieve laparotomie toont een veralgemeende perito-
nitis. Na bevalling door sectio wordt er een sutuurlosl ating
t.h.v. de intestinale anastomose vastgesteld. Er wordt
een nieuwe ileocolische anastomose aangelegd. De baby
wordt opgenomen op neonatologie. Het postoperatief
herstel verloopt ongecompliceerd tot stopzetten van de
antibiotica op dag 10. Wegens septische koorts gebeurt er
een transvaginale echografie. Deze toont beeld compatibel
met een sutuurloslating van de uterus (
Figuur 1).
De aanvullende CT abdomen bevestigt de dehiscentie
van het volledige onderste uterussegment evenals meer-
dere collecties die onder CT-geleide geëvacueerd worden.
Er is een communicatie tussen het cavum uteri en de
intra-abdominale collecties (
Figuur 2).
Wegens uitblijven van klinische verbetering wordt beslist
tot laparotomie waarbij wegens volledige loslating van de
sutuur ter hoogte van de hysterotomie en sterk inflam-
matoir aspect van het myometrium een totale hysterecto-
mie gebeurt. 13 dagen postoperatief kan patiënte in goede
algemene toestand met ontslag.
In de literatuur vindt men enkele
case reports over ute-
rusdehiscentie in de eerste weken postpartum. Deze pa-
thologie is steeds een gevolg van abdominale of uteriene
infecties. In sommige gevallen is er een associatie met
ernstige laattijdige postpartumbloeding (1-3). Indien echo,
CT of MRI een beeld tonen suggestief voor dehiscentie, is
chirurgische exploratie aangewezen.
Referenties
1.
M, K. Delayed postpartum uterine dehiscence. A case report. J Reprod Med
1998;43(7):591-2.
2.
MS, W. Postpartum uterine wound dehiscence: a case report. J Obstet Gynaecol Can
2006;28(8):713-5.
3.
Rivlin. Uterine incisional necrosis complicating cesarean section. J Reprod Med
2003;48(9):687-91.
Figuur 1: Transvaginale echografie: vocht ter hoogte
van het cavum uteri in communicatie met abdominale
holte langsheen een dehiscentie t.h.v. het onderste
uterussegment. De pijl wijst naar de connectie tussen de
uterusholte en intra-abdominaal.
Figuur 2: CT klein bekken: uterus post sectio met
voorwanddehiscentie en intra-abdominale collectie. De
blauwe pijl duidt de uterus aan. De rode pijl wijst de
uterusdehiscentie aan die zich anterior bevindt en een
connectie heeft met een intra-abdominale vochtcollectie.