background image
38
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 4
2013
Bram Pouseele
Tine Faes
GV264N
VVog-L
enteVergadering
, g
ent
,
Maart
2013
Een ontmoeting tussen
verloskundigen en
bekkenbodemspecialisten
Verslag van Bram Pouseele en Tine Faes (ASO's KU Leuven)
Effect van zwangerschap en bevalling op
prolaps en incontinentie: de feiten anno
2013
Jan Deprest, UZ Leuven
In het leven van elke vrouw zijn er
3 belangrijke mechanismen voor
het ontstaan van bekkenbodem-
dysfunctie (1). Tijdens de eerste
fase zijn er een aantal voorbe-
schikkende factoren: genetische
voorbeschikking (bijvoorbeeld het
syndroom van Ehlers-Danlos),
toilettraining en nutritionele con-
dities. Bij de tweede fase onderscheidt men een aantal
partus-gerelateerde variabelen zoals onder andere foe-
taal geboortegewicht, positie van het foetale hoofd bij de
partus, kunstverlossing en obstetrische trauma's. De derde
fase betreft de variabelen die tijdens het verdere leven
kunnen optreden: obesitas, veroudering van de weefsels,
chronische hoest, fysiek zwaar werk, enz.
Bij bekkenbodemdysfunctie onderscheidt men vier ver-
schillende entiteiten die al dan niet gecombineerd kunnen
voorkomen: urinaire incontinentie, anale incontinentie,
prolaps en seksuele dysfunctie.
Er is relatief weinig kwalitatieve literatuur omtrent de
relatie tussen zwangerschap/bevalling en bekkenbodem-
dysfunctie. De belangrijkste prospectieve studie omtrent
dit thema is de PROLONG-studie (2). Deze studie werd ver-
richt bij 7.879 patiënten, met een follow-up tot 12 jaar na
de partus. Dat de problematiek van bekkenbodemdysfunc-
tie vaak onderschat wordt, blijkt uit de volgende cijfers:
bijna 53% van de vrouwen had last van urinaire inconti-
nentie 12 jaar na een partus, 13% was fecaal incontinent
en 54% had een anatomische prolaps van stadium 2 of
meer. Let wel dat dit een anatomische beoordeling is van
prolaps, en dus niet per se gekoppeld dient te zijn aan ef-
fectieve klachten bij de patiënte. Bij de vrouwen met fecale
incontinentie na de partus bleek meer dan de helft terug
klachtenvrij te zijn 3 maanden post partum.
Wat urinaire incontinentie betreft bleek uit de PROLONG-
studie dat forcepsextractie en sectio (vooral primaire
sectio) een beschermend effect hebben op het optreden
Jan Deprest
Tabel 1: Factoren die incontinentie en/of prolaps beïnvloeden.
Vaginale partus = 1,0
Urinaire incontinentie
Anatomische prolaps
Fecale incontinentie
Index partus
Sectio
0,46
0,11
Geen significant effect
Forceps
0,81
0,64
2,1
Vacuum
Geen significant effect
Geen significant effect
Geen significant effect
Andere risicofactoren
4 bevallingen
1,45
5,23
Geen significant effect
BMI > 25
1,55
1,48
1,52
Leeftijd > 30j bij 1
ste
partus
1,51
2,49
1,48
V V
O G
K
A T E R
N