background image
MEDI-
SfEEr
421
40
3 oktober 2013
Hindernissenparcours
Het klinische beeld van deze patiënte doet
denken aan een neurologisch probleem, meer
bepaald het syndroom van het kanaal van
alcock. even een korte anatomische schets:
de nervus pudendus ontstaat uit de zenuw-
wortels S2, S3 en S4; hij innerveert meerdere
structuren van het perineum: de externe
aarssfincter, de musculus bulbocavernosus
en ischiocavernosus, de externe urethrasfinc-
ter, en hij eindigt met een gevoelstak, in casu
de nervus dorsalis clitoris of penis.
de nervus pudendus vertoont een kronke-
lig verloop. Hij loopt over de binnenkant
van het ligamentum sacroischiadicum
en maakt dan een rechte hoek, wat een
probleem kan vormen. daarna loopt hij in
het kanaal van alcock, waar hij ook kan
worden gecomprimeerd.
Een suggestief beeld
vaak komen de symptomen sluipend op.
de klachten zijn wisselend: vulvodynie,
pijn aan de aars, pollakisurie, dysurie. dat
polymorfe beeld is toe te schrijven aan
de distributie van de zenuw en verklaart
waarschijnlijk waarom de diagnose vaak
wordt gemist. Predisponerende of uitlok-
kende factoren zijn onder meer fietsen
en paardrijden, een trauma, een opera-
tie op de bekkenbodem, een bevalling
en soms opflakkeringen bij defecatie bij
geconstipeerde patiënten.
de pijn zit vooral perineaal en is uni- of
bilateraal. Het is een neuropathische pijn
dIaLooG tUSSeN ZIekeNHUIS eN HUISartS
G1632N
Bekkenpijn:
schandelijke ziekte
of passe-partout?
Dr. Philippe Mauclet
in samenwerking met dr. Anne-Geneviève Herbaut
(Hôpital Ambroise Paré, Mons; HU Erasme, ULB, Brussel)
Bekkenpijn is blijkbaar een moeilijk probleem aangezien in 38% van de gevallen een diagnose uitblijft
gedurende niet minder dan 3-4 jaar. Bekkenpijn is nochtans een frequent probleem: 3,8% bij vrouwen ­
dat is meer dan migraine! ­ en 2-10% bij mannen. Bij mannen wordt bekkenpijn vaak en waarschijnlijk
vaak ten onrechte toegeschreven aan een vage `prostatitis'. Tijdens de 3
de
bijeenkomst in het kader van de
pelvi-perineologie, Belgisch-Luxemburgse afdeling van de SIfUD-PP die plaatsvond in april jl. in Brussel,
bood dr. Anne-Geneviève een oplossing voor een raadselachtige casus.
"Een 56-jarige patiënte klaagt van perineale pijn sinds drie maanden. Ze heeft het over een `brandend
gevoel en trekkingen in de vulva en de vagina, uitstralend naar de aars'. De pijn neemt toe als ze zit, lijkt
te verminderen als ze loopt en vermindert duidelijk als ze ligt. Haar antecedenten omvatten genitale herpes
tijdens de adolescentie, twee bevallingen, waarvan één met forceps, en chronische lagerugpijn. De patiënte gaat
af en toe fietsen en krijgt hormonen voor een symptomatische menopauze. Ze gaat eerst naar haar gynaecoloog,
die niets speciaals vindt. Wegens vermoeden van recidief van genitale herpes stuurt hij haar naar een collega-
dermatoloog, die genitale herpes uitsluit maar voorts geen ander idee heeft. Wat is uw hypothese?"
Dr. Vincent Formato (Péronnes-lez-Binche)
Het antwoord van dr. Anne-Geneviève Herbaut