background image
MEDI-
SfEEr
421
25
3 oktober 2013
aCtUaLItéS MédICaLeS
WeteNSCHaP IS fUN!
D
e afrikaanse trypanosoom (
figuur), verantwoordelijk voor
de slaapziekte in afrika, is afhankelijk van zijn vector, de
tseetseevlieg, een kwetsbaar insect dat gevoelig is voor kli-
maatomstandigheden en dat enkel voorkomt in Centraal-afrika en
in beboste en vochtige gebieden. Het verhaal zou simpel zijn als we
niet ook wisten dat parasieten die nauw verwant zijn met de afri-
kaanse trypanosoom zich hebben losgemaakt van het juk van de
tseetseevlieg door de genen te verliezen die de ontwikkeling ervan
mogelijk maken in het insect dat als vector dienstdoet.
deze parasieten zijn daarentegen in staat om mechanisch te worden
overgedragen door horzels of andere stekende insecten. Ze hebben
zich verspreid in Zuid-amerika en in het Midden-oosten, waar ze be-
paalde ziekten veroorzaken bij kameelachtigen en vee. Maar er is een
zeer belangrijk onderscheid tussen dit soort parasiet en de parasieten
die de slaapziekte veroorzaken. die laatste zijn namelijk nakomelin-
gen van klonen die erin geslaagd zijn om zich aan te passen aan het
specifieke afweersysteem van de mens tegen deze parasiet.
door zijn evolutieve oorsprong op het afrikaanse continent moest
de mens bestand zijn tegen endemische parasieten, in het bijzon-
der trypanosomen van het genus Trypanosoma brucei. daarom is het
menselijke serum voorzien van een aangeboren immuunsysteem dat
zeer doeltreffend is tegen T. brucei. toch zijn twee klonen van T. bru-
cei
erin geslaagd om dit afweermechanisme te omzeilen, waardoor
ze mensen kunnen infecteren, bij wie ze de slaapziekte veroorzaken:
T. gambiense voor West-afrika en T. rhodesiense voor oost-afrika.
Ze veroorzaken een vergelijkbare vorm van slaapziekte, maar omdat
T. gambiense minder virulent is, ontwikkelt het een chronische vorm
van slaapziekte. In oost-afrika is T. rhodesiense `doortastender'
­ de ziekte duurt maar enkele weken.
a
poL-1 geraakt gewoon via de `voeding' van de trypanosoom in de parasiet:
de trypanosoom voedt zich met HdL in het bloed, waarin zich apoL-1
bevindt. dit wordt vanzelf naar het spijsverteringscompartiment van de
parasiet gebracht, het lysosoom. apoL-1 installeert zich in de membraan
van het lysosoom en creëert er anionische poriën: chloride-ionen gaan
van het cytoplasma naar het lysosoom en door een osmotisch effect komt er vocht in het
lysosoom. Het lysosoom zwelt dus op.
en dan krijg je een watervaleffect: het verlies van chloride-ionen in het cytoplasma geeft
automatisch aanleiding tot een compenserend effect, de verplaatsing van chloride-ionen
van het externe milieu naar het cytoplasma. deze ionen worden op hun beurt naar het
lysosoom gestuurd door kanaaltjes gecreëerd door het apoL-1, waardoor nog meer vocht
in het lysosoom terechtkomt. Het lysosoom blijft opzwellen, op een ongecontroleerde
manier, totdat het bijna het hele celvolume bezet. de cel sterft uiteindelijk af.