background image
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 5
n
2013
9
Bij asymptomatische aortaklepstenose
kan men een beslissingsboom volgen op
basis van de Europese guidelines (4) en
maakt men onderscheid tussen lichte/
matige aortastenose of ernstige aortastenose
> 50mmHg. In het eerste geval volstaat
follow-up en bij BAV de bepaling van de
aortadiameter. Bij ernstige aortastenose
voert men een inspanningstest uit. Is deze
asymptomatisch dan is alleen nauwgezette
follow-up nodig. In geval van symtomen
(hypotensie tijdens inspanning, aritmie)
is het aanbevolen om de chirurgie uit te
voeren vóór de zwangerschap.
De mogelijke chirurgische behandelingen
bij aortastenose omvatten mechanische
klepimplantatie, bioprosthese, een aorta-
klep allograft implantatie of een pulmonale
autograft (de Ross-ingreep). Bij mechanische
klepimplantatie zijn anticoagulantia nodig
wat op zich ook problemen tijdens de zwan-
gerschap kan opleveren. Een bioprosthese
wordt zeker aanbevolen als een goede optie
bij jonge vrouwen, maar moet door calcifi-
catie na gemiddeld een tiental jaar worden
vervangen. Een aortaklepallograftimplantatie
(afkomstig van een menselijke donor) resul-
teert in een goede hemodynamiek, en alleen
de noodzaak tot het innemen van een lage
dosis aspirine, maar deze klep zal uiteindelijk
ook falen, zodat na gemiddeld 15 jaar bij
50% van de patiënten een nieuwe ingreep
nodig is (5).
De Ross-procedure geeft geen risico op
kleptrombose en zorgt voor een uitstekende
hemodynamiek, maar heeft als nadelen dat
het om een `tweekleppenoperatie' gaat en
dat er dilatatie van de nieuwe aortawortel
kan optreden, met een toename van de
aortaklepinsufficiëntie. Na 10 jaar dient
ongeveer 20% van de donorkleppen in het
rechteruitstroomgebied vervangen te wor-
den. In beperkte reeksen ziet men gelukkig
geen of weinig verhoogde deterioratie van
de klepfuncties tijdens de zwangerschap (6).
Merk op dat ernstige aortastenose vóór
de zwangerschap predictief is voor een
later cardiaal probleem: uit een serie bij
dergelijke vrouwen die vóór de zwanger-
schap niet werden geopereerd, blijkt een
risico van 67% op een hartoperatie bin-
nen de zes jaar. Die vrouwen die reeds
symptomatisch waren voór de zwanger-
schap hadden allen een ingreep nodig na
de zwangerschap (7).
Andere klepaandoeningen
en aantastingen van de
aorta
Mitralisklepstenose zien we steeds min-
der en komt vooral voor bij immigranten
als gevolg van reumatische aandoeningen.
Zelfs bij asymptomatische vrouwen in
NYHA-klasse I-II gaat mitraalklepstenose
echter gepaard met een verhoogd risico
tijdens de zwangerschap. Deze vrouwen
kunnen hartfalen ontwikkelen in de derde
tot vijfde maand van de zwangerschap. Dit
WHO risicoklasse
Zwangerschapsrisico in
functie van medische
aandoening
Medische aandoening
I
Geen verhoogd risico
van
maternele mortaliteit of
morbiditeit
- Mitralisklep prolaps zonder/met
lichte mitralisregurgitatie
- Lichte pulmonalisstenose
II
Licht verhoogd risico
op
maternele mortaliteit of
morbiditeit
- Gecorrigeerde tetralogie van
Fallot
- Lichte daling van de hartfunctie
- Cardiale klepaandoeningen niet
beschouwd als WHO-risicoklasse I
of IV
- Marfansyndroom zonder
aortadilatatie
- Aorta < 45mm met BAV
(bicuspiede aortaklep)
III
Significant verhoogd
risico
van maternele
mortaliteit of ernstige
morbiditeit. Expertadvies
vereist
. Als besloten
wordt tot zwangerschap,
is intensieve
multidisciplinaire
monitoring vereist.
- Mechanische klep
- Marfan met aorta 40-45mm
- BAV met aorta 45-50mm
IV
Extreem verhoogd risico
van maternele mortaliteit
of ernstige morbiditeit. In
geval van zwangerschap
dient beëindiging te
worden besproken
. Bij
zwangerschap aanpakken
zoals klasse III.
- PAHT van gelijk welke oorzaak
- Ernstige
systeemventrikeldysfunctie
(LVEF<30%, NYHA III-IV)
- Ernstige mitralisstenose, ernstige
aortaklepstenose
- Marfan met aorta > 45mm
- BAV met aorta > 50mm
Tabel 1: Risicobeoordeling vóór de zwangerschap bij vrouwen met valvulaire
aandoeningen (3).