background image
C A R D I O L O G I E
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 5
n
2013
14
van VKF en de slaagkansen van deze in-
greep. De techniek is echter nog steeds voor
verbetering vatbaar en voortdurend rijzen
nieuwe vragen waarop we een antwoord
moeten vinden.
De Bernheimprijs werd uitgereikt voor
verschillende studies naar het inzicht in
de mechanismen van VKF en ablatie. Een
samenvatting van deze studies vindt u in
de volgende alinea.
Transseptale punctie
Een transseptale punctie wordt uitgevoerd
bij de meeste elektrofysiologische proce-
dures van de linkervoorkamer (LV), in het
bijzonder tijdens VKF-ablatie. Er worden
verschillende beeldvormingstechnieken
gebruikt om het interatriale septum te
visualiseren, waaronder fluoroscopie, con-
trastinjectie, transoesofageale of intracar-
diale echografie. Hoewel de transseptale
naald correct in de fossa ovalis kan worden
geplaatst, kan het septum - als het fibreus
of dikker dan normaal is - resistent zijn te-
gen een conventionele punctie. De meest
extreme situatie is die waarin toegang tot
de linkervoorkamer (LV) via het septum
onmogelijk is met de conventionele tech-
niek. Dit komt zelden voor, maar waarschijn-
lijk zal het frequenter worden naargelang
de toename van het aantal patiënten dat
wordt doorverwezen voor VKF-ablatie, en
de vele procedures die vereist zijn voor de
behandeling van persisterende VKF. Er is
al gespecialiseerde apparatuur ontwikkeld
op basis van radiofrequentie-energie (RF)
,alsook speciale katheters om het septum
te doorboren, maar het gebruik ervan is
beperkt tot deze specifieke toepassing en
wordt bijgevolg niet toegepast tijdens de
rest van de procedure. We hebben de in-
drukwekkende doeltreffendheid en veilig-
heid geëvalueerd van een nieuwe techniek
voor resistente transseptale punctie door
de overdracht van RF-energie via handma-
tig contact tussen de ablatiekatheter en
het proximale uiteinde van de transseptale
naald ter hoogte van de lies van de patiënt.
Er traden geen complicaties op toen RF werd
gebruikt voor transseptale katheterisatie
en de huls en de ablatiekatheter konden
voor alle patiënten gemakkelijk via dezelfde
transseptale opening in de LV worden
geschoven (5).
Aanwezigheid van een patent
foramen ovale
Indien een patent foramen ovale (PFO)
aanwezig is, bevindt dit zich aan de voor-
en bovenzijde van het anatomische inter-
atriale septum, de zone waaraan wordt ge-
werkt tijdens een transseptale punctie. Wij
toonden aan dat ­ hoewel isolatie van de
pulmonaalvenen langer duurt ­ de globale
duur van de ingreep en de slaagkansen niet
worden beïnvloed bij gebruik van een PFO
vergeleken met een transseptale punctie.
We toonden ook aan dat de aanwezigheid
van een PFO vaak wordt onderschat op basis
van transoesofageale echocardiografie met
brachiale injectie, vergeleken met katheter-
onderzoek (6).
Prognose van VKF-ablatie
Voor de procedure staat de prognose van
het succes van de ingreep van persisterende
VKF in verhouding tot een aantal variabelen,
Figuur 3: CT-overlapsysteem. Bij dit systeem wordt een preoperatieve CT-scan van
de linkervoorkamer over live fluoroscopische beelden gelegd. In dit voorbeeld is een
endoscopisch beeld gekozen om het inwendige oppervlak van de linkervoorkamer te
tonen. De ablatiepunten zijn aangegeven met gele cirkels. De coronaire sinuskatheter
is zichtbaar en de cirkelvormige mappingkatheter is in de onderste pulmonale ader
rechts geplaatst. De ablatiekatheter zit in de bovenste longader aan de rechterzijde.
In dit systeem draait de CT-laag mee naarmate de C-arm roteert. Dit maakt een
nauwkeurige katheterpositionering mogelijk vanuit om het even welke hoek.