background image
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 5
n
2013
35
dat het aantal `pakjesjaren' als maat voor
het rookgedrag niet ideaal is.
Andere risicofactoren
Bij het evalueren van het risico op long-
kanker moeten nog andere elementen in
beschouwing worden genomen: de familiale
antecedenten, vatbaarheidsgenen, verschil-
lende beroepsgebonden factoren, de medi-
sche voorgeschiedenis, de body mass index,
de opleiding...
Modellen
Met het Liverpool Lung Project Risk Predic-
tion Model
kunnen we de waarschijnlijk-
heid ramen dat iemand met een specifieke
combinatie van risicofactoren longkanker
gaat ontwikkelen over een periode van
5 jaar (9).
Zo zou een man van 64 jaar die 42 jaar lang
gerookt heeft, met een voorgeschiedenis
van kanker en familiale antecedenten van
longkanker na de leeftijd van 60 jaar, 9,5%
kans lopen om binnen 5 jaar longkanker te
krijgen. Zo iemand komt dus in aanmerking
voor screening.
Er werd onderzoek verricht met name om
de cut-offwaarde van het model te bepa-
len. Als de cut-offwaarde wordt vastgelegd
op 2,5%, zouden we zo 62% van de geval-
len kunnen opsporen, maar zou het aantal
fout-positieve uitkomsten 20% bedragen.
Met een cut-offwaarde van 6% zouden we
slechts 34% van de gevallen opsporen en
zou het aantal fout-positieve uitkomsten
10% bedragen.
Annual lung cancer
death rate per 100.000 men
(standardized for amount smoked)
1.000
100
10
20
40 60 80
Smoked cigarettes
since age
15-24
Never smoked
regularly
Duration of exposure in years
(age ­ 22,5 for smokers,
age ­ 2,5 for non-smokers)
Figuur 2: Sterfte aan longkanker volgens de duur van het roken (5).
De duur van het roken is de belangrijkste
parameter bij het evalueren van het risico
op longkanker door roken.
Lung cancer: relative survival by stage in males (Belgium, 2004-2008)
Stage I
Stage II
Stage III
Stage IV
Stage X
Survival time (years)
0 1 2 3 4 5
100
80
60
40
20
0
%
Figuur 1: Overleving bij longkanker naargelang van het ziektestadium (3).