background image
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 5
n
2013
39
Deze stellingname werd later versterkt door
de studie PANTHER. In deze in 2012 gepu-
bliceerde studie werd de tritherapie pred/
Aza/NAC vergeleken met NAC en met een
placebo (5). De toediening van de trithe-
rapie werd voortijdig stopgezet op basis
van gegevens die twijfel zaaiden over de
veiligheid ervan. De twee andere behande-
lingsgroepen ­ NAC en placebo ­ werden
behouden.
Op basis hiervan besloten Wells en zijn me-
dewerkers dat tritherapie moet worden ver-
meden bij behandelingsnaïeve patiënten en
dat de patiënten onder tritherapie hun be-
handeling moeten onderbreken in geval van
progressie of het optreden van complicaties,
in het bijzonder bij infectieuze complicaties
(6). De tritherapie kan worden voortgezet
als de patiënt al langer dan zes maanden
stabiel is en de behandeling goed wordt
verdragen. Voor het eventuele gebruik van
N-acetylcysteïne in monotherapie werden
geen aanbevelingen geformuleerd.
Tot slot is ook een antistollingsbehandeling
geëvalueerd, maar zonder succes (7). Deze
aanpak was gebaseerd op de veronderstelde
rol van een aantasting van de coagulatiecas-
cade in de pathogenie van de aandoening.
Warfarine bleek ­ vergeleken met een pla-
cebo ­ geassocieerd te zijn met een ver-
hoogde mortaliteit, zonder winst op het
vlak van werkzaamheid. Voor de verhoogde
mortaliteit werd geen verklaring gevonden;
ze was niet te wijten aan een verhoogde
bloedingsneiging.
Tot voor kort waren de resultaten van the-
rapeutische studies naar idiopathische long-
fibrose dus eerder teleurstellend (Tabel 2).
Pirfenidon
Pirfenidon is een kleine molecule die oraal
wordt toegediend. Het werkingsmecha-
nisme is nog niet volledig opgehelderd (8).
Verschillende in vitro- en diermodellen wij-
zen op de aanwezigheid van antifibrotische
en anti-inflammatoire eigenschappen.
In de pathogenie van idiopathische longfi-
brose spelen de aanmaak en vrijzetting van
pro-inflammatoire cytokines een rol, onder
andere de tumornecrosefactor-alfa (TNF-a
)
en de interleukine-1-bèta (IL-1ß). Pirfe-
nidon doet de opstapeling van ontstekings-
cellen als reactie op uiteenlopende stimuli
afnemen. Daarnaast vermindert het ook de
proliferatie van fibroblasten, de productie
van eiwitten geassocieerd met fibrose en
de opstapeling van extracellulaire matrix
als reactie op TGF-ß.
Klinische gegevens
Pirfenidon is onderzocht in verschillende stu-
dies van fase III. Taniguchi en zijn medewer-
kers vergeleken het in doses van 1.800mg en
1.200mg met een placebo (9). De resultaten
op 52 weken wezen op een significante vertra-
ging van de afname van de geforceerde vitale
capaciteit in de groep die werd behandeld met
de hoge doses, vergeleken met de placebo-
groep. Er werd ook een verschil gerapporteerd
op het vlak van progressievrije overleving, het
secundaire evaluatiecriterium.
CAPACITY 1 en 2
Het CAPACITY-programma bestond uit
twee gerandomiseerde studies met een
Trial
Drug / (putative MoA)
Patients
Endpoint
Outcome
NCT0063869
Etanercept (TNF-antagonist)
88
DFVC, DDL
COHB
, DP(A-a)
O2
Negative
INSPIRE
IFN gamma-1b (antifibrotic)
826
Survival
Negative
BUILD-1
Bosentan (endothelin-inhibitor)
158
6MWT
Negative
BUILD-3
Bosentan (endothelin-inhibitor)
600
Progression-free survival
Negative
NCT0131274
Imatinib (tyrosine kin.- inhibitor)
119
Death or disease progression
Negative
STEP-IPF
Sildenafil (PD5-inhibitor)
180
6MWT
Negative
ARTEMIS-PH
Ambrisentan (endothelin receptor antagonist-
ET
A
)
40
6MWT
Negative
ARTEMIS-IPF
Ambrisentan (endothelin receptor antagonist-
ET
A
)
660
Death or disease progression
Negative
Tabel 2: Resultaten van recent uitgevoerde studies bij patiënten met idiopathische longfibrose.
Preklinische gegevens suggereren dat
pirfenidon anti-inflammatoire en antifi-
brotische eigenschappen heeft.