background image
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 5
n
2013
17
V1860N
Screening en beleid bij erfelijke
thoracale aorta-aneurysmata
en dissecties
Laurence Campens
1
, Julie De Backer
1,2
1. Centrum voor medische genetica, UZ Gent, UG
2. Dienst Cardiologie, UZ Gent, UG
Voor het Multidisciplinair Aorta Aneurysmateam UZ Gent
Etiologie en classificatie
De onderliggende etiologie van TAAD is
complex en heterogeen. Patiënten met
TAAD kunnen in vier groepen onderverdeeld
worden in functie van de onderliggende
oorzaak (1): degeneratief, geassocieerd met
onderliggende congenitale hartaandoening,
hereditair en geïsoleerd TAAD.
Degeneratief
Bij de oudere patiënt wordt TAAD vooral
veroorzaakt door degeneratief aortalijden
ten gevolge van klassieke cardiovasculaire
risicofactoren zoals roken, arteriële hyper-
tensie en hyperlipidemie. Uiteraard kan
ook bij oudere patiënten een bijkomende
genetische factor aanwezig zijn en daarom
is ook hier uitgebreide familiale anamnese
en klinisch onderzoek opportuun.
TAAD geassocieerd met congenitale
hartaandoeningen
TAAD worden soms gezien in associatie met
congenitale hartafwijkingen, zoals bicuspide
aortaklep (BAV) en coarctatio aortae. BAV
is met een prevalentie van 1-2% de meest
frequente congenitale hartafwijking in de
algemene populatie. Aortadilatatie (meest
frequent ter hoogte van de aorta ascendens
en in mindere mate van de aortawortel)
komt voor in meer dan 80% van de BAV-
patiënten. Gezien de associatie gebruikt
men beter de term BAV-syndroom (BAVs)
(1). Coarctatio aortae telt voor 5-8% van
alle congenitale hartafwijkingen en kan
geassocieerd voorkomen met andere con-
genitale hartafwijkingen zoals BAV (tot bij
85% van de coarctatiopatiënten), mitralis-
klepstenose en aorta ascendensdilatatie (2).
Bij patiënten met tetralogie van Fallot wordt
tot in 15% van de gevallen aortadilatatie
vastgesteld (3), maar dit is meestal niet evo-
lutief en leidt zelden tot aortadissectie (4).
Ook in deze categorie van TAAD kan een
onderliggend genetisch defect aanwezig zijn
(zie ook verder). Zo bestaat er een geneti-
U
it familiestudies in het verleden is gebleken dat tot 20% van alle patiënten
met thoracale aorta-aneurysmata en -dissecties (TAAD) een aangetaste
1
e
graad verwant hebben, wat duidelijk wijst op onderliggende genetische
component. De afgelopen jaren is de kennis van de genetische achtergrond
van TAAD sterk toegenomen. Dit heeft niet alleen geleid tot een beter begrip
van de pathogenese van aneurysmavorming en daaruit voortvloeiende nieuwe
therapeutische perspectieven, maar ook tot een betere risicostratificatie. Ook
het beleid voor patiënten en hun families is sterk geëvolueerd door de opti-
malisatie van adequate preventieve medische en heelkundige behandelings-
strategieën. De initiële aanpak van patiënten met TAAD dient gecoördineerd te
worden vanuit een multidisciplinair team van cardiologen, cardiochirurgen en
medisch genetici. In dit overzichtsartikel zal in eerste instantie worden ingegaan
op de verschillende vormen van genetisch bepaalde TAAD, en vervolgens een
overzicht van de richtlijnen omtrent screening, opvolging en behandeling van
deze patiënten worden gegeven.
Multidisciplinair Aorta Aneurysmateam UZ Gent
· Centrum voor Medische Genetica: Anne De Paepe, Bert Callewaert,
Laurence Campens, Paul Coucke, Fransiska Malfait, Marjolijn Renard, Olivier Vanakker
· DienstCardiologie:JulieDeBacker,LaurentDemulier,SofieGevaert
· AfdelingCardialeHeelkunde:KatrienFrançois,ThierryBove
· Afdeling Kindercardiologie: Daniel De Wolf, Katya De Groote, Hans De Wilde,
Joseph Panzer, Kristof Vandekerckhove, Laura Muino Mosquera, Wendy Dewals
· AfdelingThoracovasculaireHeelkunde:FrankVermassen,IsabelleVanHerzeele
· DienstMedischeBeeldvorming:DanDevos
C A R D I O L O G I E