background image
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 5
n
2013
45
bevestigen, zichzelf een plezier te doen, zich
te ontspannen en het roken te voorkomen
om te genieten van een nieuw evenwicht
in zijn leven. Alternatieve methodes, acu-
punctuur (7), hypnose (8) of homeopathie
hebben een placebo-effect en kunnen dus
een aanvullende hulp zijn.
De lichamelijke verslaving
De lichamelijke tabaksverslaving groeit
geleidelijk aan naarmate de roker meer
rookt, maar wordt beschreven zodra het
roken van enkele sigaretten regelmatig
wordt. Vooral rokers die de rook inhaleren
zijn lichamelijk verslaafd. Deze lichamelijke
verslaving is maximaal binnen 48 tot 72 uur
na het roken van de laatste sigaret, blijft
vervolgens nog een of twee weken groot
en kan nog wekenlang aanhouden. Ze moet
worden onderscheiden van de `craving', een
echte drang naar roken die nog jarenlang
kan aanhouden of na jaren weer de kop
kan opsteken. De lichamelijke verslaving is
verantwoordelijk voor het afkicksyndroom
dat, volgens de DSM IV, met verschillende
symptomen gepaard gaat: dysforisch of de-
pressief humeur, slapeloosheid, prikkelbaar-
heid, frustratie, woede, angst, concentra-
tieproblemen, koortsachtigheid, verlaagde
hartslag, verhoogde eetlust of gewichtstoe-
name. Deze symptomen zijn onafhankelijk
van de wil van de roker, kunnen het afkicken
bemoeilijken en zijn vaak verantwoordelijk
voor recidief.
Mechanisme (9)
Nicotine is de belangrijkste stof die verant-
woordelijk is voor de verslaving, al lijkt ook
de aanwezigheid van monoamino-oxidase-
remmers in de tabaksrook een rol te spelen.
Na inhalatie van de tabaksrook bereikt de
nicotine al heel snel, zelfs in minder dan
tien seconden, de hersenen. Ze bindt zich
aan de verschillende nicotinereceptoren
van de dopaminergische neuronen in de
beloningszone van de hersenen en stimu-
leert de vrijzetting van neurotransmitters,
vooral dopamine, die een rol spelen bij het
stemmingsevenwicht. Nicotine heeft een
korte halfwaardetijd van twee uur; het
wordt in de lever gemetaboliseerd in vooral
cotinine, dat een langere halfwaardetijd
heeft (24 tot 48 uur).
Evaluatie
De lichamelijke verslaving kan worden ge-
evalueerd op basis van gestandaardiseerde
1. Hoe lang na het ontwaken rookt u uw eerste sigaret?
Binnen 5 minuten
3
Binnen 6 tot 30 minuten
2
Binnen 31 tot 60 minuten
1
Na meer dan 60 minuten
0
2. Hebt u het moeilijk om niet te roken op plaatsen waar het niet mag (bioscoop, metro, vliegtuig, kerk...)?
Ja
1
Neen
0
3. Welke sigaret zou u het moeilijkst kunnen laten?
De 1e sigaret van de dag
1
Een andere
0
4. Hoeveel sigaretten rookt u per dag?
10 of minder
0
11 tot 20
1
21 tot 30
2
Meer dan 30
3
5. Rookt u de eerste uren na het opstaan meer dan tijdens de rest van de dag?
Ja
1
Neen
0
6. Rookt u als u ziek bent en het grootste deel van de dag in bed moet blijven?
Ja
1
Neen
0
Totaal van de scores
...
Interpretatie van de score:
0­2: zeer lichte verslaving; 3­4: lichte verslaving; 5: matige verslaving; 6­7: zware verslaving;
8­10: zeer zware verslaving
Tabel 1a: Fagerström Test of Nicotine Dependence (FTND).