background image
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 5
n
2013
28
bloedsuikerspiegel. Wenst u uw basisdebiet
te verlagen van 0,7 eenheden per uur tot 0,6
eenheden per uur?
" De software geeft dus
onmiddellijk zelf een antwoord, zonder dat
de zorgverlener moet tussenkomen. Tijdens
de instrumentatiefase speelt die uiteraard
wel nog een rol.
Welke resultaten?
DIABEO werd geëvalueerd in de Télédiab
1-studie (5). Daarbij werden drie groepen
van patiënten opgevolgd: de eerste groep
op de traditionele manier (papieren boekje;
de arts verzamelde de gegevens tijdens de
gewone consultaties), de tweede groep via
het DIABEO-systeem gecombineerd met
consultaties na 3 en 6 maanden, en de derde
groep via het DIABEO-systeem gecombi-
neerd met begin- en eindconsultaties en
telefoongesprekken om de 2 weken.
Significant voordeel voor de
HbA1c-delta
Uit de resultaten van Télédiab 1 blijkt een
verlaging met 0,9% tussen de traditionele
opvolging en de groep die het DIABEO-
systeem gebruikte en telefonisch werd
opgevolgd (p = 0,0019) (Figuur 3).
Het voordeel voor het HbA1c-gehalte gaat
niet gepaard met een hogere kans op een
lage bloedsuikerspiegel of met een langere
consultatieduur. Bovendien is deze methode
voordelig op het vlak van het vervoer en
van absenteïsme. Ten slotte zijn ook de pa-
tiënten heel tevreden over de benadering:
twee derde tot drie vierde van hen wil het
systeem blijven gebruiken.
Coaching
Vreemd genoeg blijkt uit een gedetailleerde
analyse van deze resultaten dat de HbA1c-
delta tussen de inclusie en de controle na
zes maanden groter is bij sporadische ge-
bruikers van het systeem (min 0,7%) dan
bij trouwe gebruikers (min 0,5%). De ge-
bruiksgraad werd geëvalueerd op basis van
de regelmaat waarmee patiënten gegevens
invoerden in het systeem. Beide categorieën
werden gekozen op basis van de regelmaat.
Om dit aspect op te helderen vergeleken
de auteurs in de groep van de sporadische
gebruikers de patiënten die telefonisch wer-
den opgevolgd (groep 3) met zij die op de
traditionele manier werden opgevolgd. Uit
die analyse bleek dat de HbA1c-delta tussen
de inclusie en de controle na 6 maanden
-0,93% bedroeg bij patiënten waarmee
herhaaldelijk telefonisch contact werd
opgenomen (p lager dan 0,001) en amper
-0,47% als de patiënten traditioneel werden
opgevolgd (p = 0,045). Patiënten motiveren
via regelmatig telefonisch contact is dus
ook erg belangrijk.
Verwachte innovaties
Momenteel worden verschillende verbe-
teringen aan het systeem onderzocht. Een
aandachtspunt hierbij is vooral de verzen-
ding van meldingen bij een te lage of te
hoge bloedsuikerspiegel, bij een te groot
verschil met de doelwaarden... Sommige
softwareprogramma's coderen de bloed-
suikerwaarden automatisch, zonder dat
de patiënt ze hoeft in te voeren. Ten slotte
kunnen via telemetrie de interprofessionele
samenwerkingsprotocols worden geopti-
maliseerd en taken worden gedelegeerd. Dit
aspect zal met name worden geëvalueerd in
de Télésage-studie, die eind 2012 van start
ging in Frankrijk.
Dit is een congresverslag. Het doel ervan
is om informatie te geven over de huidige
staat van het onderzoek. Het is mogelijk dat
sommige van de gegevens in dit document
niet erkend zijn door de Belgische gezond-
heidszorginstanties.
Referenties
1.
Verhoeven FJ et al. Diabetes Sci Technol 2010;4:666.
2.
Klonoff DC et al. J Diabetes Sci Technol 2009;3:996.
3.
Sussman A et al. J Diabetes Sci Technol 2012;6:339-44.
4.
Quinn CC et al. Diabetes Care 2011;34:1934-42.
5.
Charpentier G et al. Diabetes Care 2011;34:533-9.
Traditionele opvolging
DIABEO + traditionele opvolging
DIABEO + telefonische opvolging
9,4
9,2
9
8,8
8,6
8,4
8,2
8
< 1 jaar
MO
M3
M6
-0,9%
Figuur 3: Evolutie van het HbA1c-gehalte bij patiënten die traditioneel werden
opgevolgd, met het DIABEO-systeem met traditionele opvolging en met het
DIABEO-systeem met herhaalde telefonische opvolging (5).
D I A B E T O L O G I E