![]() aan een plaats in de dagelijkse medische praktijk. In theorie biedt ze verschillende voordelen: een betere bereikbaarheid van de zorgverlening, een betere samenwerking tussen de zorgverleners, een optimaal zorg- parcours en minder hospitalisaties... Deze hightech-aanpak bestaat uit verschil- lende aspecten: teleconsulting of medisch advies op afstand, tele-expertise met uitwis- seling van tracés of foto's in het kader van pluridisciplinaire vergaderingen, teleassisten- tie om bijvoorbeeld het verpleegkundig per- soneel te begeleiden bij de verzorging en, ten slotte, teletoezicht waarbij de gegevens over de patiënt al dan niet automatisch worden verstuurd en een antwoord wordt gegeven over de aangewezen therapeutische aanpak. beantwoorden aan een behoefte", benadrukt F. Penfornis. Een aanpak die alleen gebaseerd is op technologische hoogstandjes is niet echt in het belang van de patiënt. Boven- dien vergt zo'n project ook een aangepaste organisatie die wordt ondersteund door een coördinator. Tegelijk moet ook het economi- sche aspect worden onderzocht. weinig EBM kunde bij diabetespatiënten. Ze draaien zwangerschapsdiabetes, diabetesvoet of retinopathie. Helaas blijven de resultaten die een erkenning als Evidence-Based Me- dicine zouden rechtvaardigen veelal uit. Dit concept roept zelfs een zeker scepticisme op. Zo toonde een meta-analyse uit 2010 geen enkel significant voordeel aan van te- letoezicht ten opzichte van de traditionele opvolging van het HbA1c-gehalte (1). Deze meta-analyse nam 15 gerandomiseerde en gecontroleerde studies onder de loep. antwoord geëvalueerd, hebben met elkaar gemeen dat ze de patiënt een uitgesteld antwoord be- zorgen op de gegevens die hij doorstuurt. De patiënt verstuurt gegevens over zijn bloed- suikerspiegel, de behandeling en de events waarmee hij te maken krijgt (Figuur 1). Deze gegevens komen terecht op een server. De zorgverlener bekijkt ze wanneer het hem past en stuurt zijn antwoord naar de server. Pas na een lange en lastige procedure komt het ook bij de patiënt terecht (2). gegevens en het antwoord over wat een patiënt kan doen, is een reëel probleem als het gaat om insulinetherapie. De patiënt zou uiteraard onmiddellijk een antwoord moeten krijgen over de dosis die hij zich- zelf moet toedienen. Dit concept is wellicht nuttig om de afstand tot de patiënten te verkleinen of vervoersproblemen te voorko- men, maar op metabool vlak is het voordeel ervan niet bewezen. insuline betekent de automatische tool voor dosisinstructies een belangrijke stap voorwaarts (Figuur 2) (2). De patiënt kan immers zijn gegevens invoeren en down- loaden via bijvoorbeeld zijn smartphone. Hij krijgt daardoor meteen een eerste antwoord. Vervolgens kan de zorgverlener alsnog verbinding maken met de server, de gegevens analyseren en de patiënt een uitgesteld bericht sturen om hem te in- formeren of te motiveren. Bij dit concept is het antwoord dus zowel synchroon als asynchroon. |