![]() (hypertensie, BAV, coarctatio, elongatie van de aortaboog) (14), is jaarlijkse op- volging noodzakelijk. Bij patiënten met vasculaire EDS (COL3A1) treden dissecties vaak op bij normale diameters, de manier en frequentie van cardiovasculaire opvol- ging is dan ook niet eenduidig te bepalen. Omdat door de variabele expressie van de aandoening TAA pas op latere leeftijd tot uiting kan komen, is levenslange opvol- ging noodzakelijk bij alle mutatiedragers. Ook bij eerstegraadsverwanten van TAAD- patiënten, waarbij geen causale mutatie werd geïdentificeerd, is evaluatie en verdere opvolging met beeldvorming aangewezen gezien familiale clustering voorkomt in meer dan 20% van de gevallen (15, 16). of aneurysmatische verbreding van de thoracale aorta dient in eerste instantie ingewerkt te worden op het cardiovasculair risicoprofiel. Centrale stimulerende drugs (cocaïne, amfetamine en derivaten) zijn gecontraïndiceerd gezien hun associatie met aortadissectie (17, 18). Maximale in- spanning, competitie-, contact- en isome- trische (bv. gewichtheffen) sport moeten worden afgeraden. Deze gaan namelijk gepaard met een toename van de gemid- delde arteriële druk, de wandstress en het risico op aortadissectie- en ruptuur (4, 19). Aerobe inspanningen op regelmatige ba- sis en met controle van de hartfrequentie hebben een gunstige invloed op de bloed- druk en hartfrequentie op langere termijn en zijn dan ook niet gecontraïndiceerd bij deze patiënten. Eventueel kan een inspan- ningstest worden uitgevoerd om inspan- ningsgebonden hypertensie uit te sluiten, en dan voornamelijk bij patiënten die een volgen (2). blokkade kan de progressie van aortadila- tatie vertragen door reductie van hemody- namische stress op de aortawand en wordt als standaardtherapie aangewend bij MFS- patiënten. In het geval van verdere groei van de aorta ondanks adequate bètalyse of in gevallen waar bètablokkade gecontra-indi- ceerd is of niet getolereerd wordt door de patiënt, kan losartan een alternatief bieden. Losartan heeft naast een bloeddrukverla- gend effect ook een TGFbèta-inhiberend po- tentieel en kan op die manier rechtstreeks inwerken op de onderliggende moleculaire basis van aneurysmavorming (20). Het is echter nog onduidelijk of losartan supe- rieur is aan bètablokkers in het afremmen van aortagroei; verdere resultaten van fase 3-studies moeten afgewacht worden al- vorens behandeling met losartan op grote schaal te implementeren. De mogelijke rol van medicamenteuze therapie bij de an- dere TAAD-aandoeningen is nog onduidelijk, maar om pragmatische redenen wordt hier- bij de behandeling van MFS overgenomen. Bij patiënten met vasculaire EDS werd een afname van fatale vasculaire events gezien onder celiprolol, een bètablokker met bèta2 mimetische werking (21). bij TAA. vanging heeft duidelijk geleid tot een betere overleving van patiënten met hereditaire TAA. Bij een anatomisch normale aorta- klep wordt klepsparende aortawortelvervan- ging met reïmplantatie van de coronairen (David's procedure) verkozen boven een Bentallprocedure (simultane vervanging van de aortaklep en aortawortel) (22). in hoofdzaak bepaald door het risico op dis- sectie, wat sterk samenhangt met de aorta- diameter en de evolutie ervan. Bij hereditaire TAA treedt dissectie vaak op bij lagere dia- meters wanneer vergeleken met degene- ratieve TAA. Om deze reden ligt de grens voor heelkunde van de aortawortel en/of aorta ascendens in deze gevallen lager dan de conventionele 55mm. Voor MFS-patiënten ligt deze grens bij een aortaworteldiameter van 50mm. In het geval van een positieve fa- miliale anamnese voor aortadissectie, snelle progressie van de diameter ( > 2mm/jaar), ernstige aorta- en/of mitralisregurgitatie of in het geval van zwangerschapswens wordt deze grens verlaagd naar 45mm (4, 23). Bij bepaalde andere syndromale en niet- syndromale TAAD kan aortadissectie reeds optreden bij lagere diameters, hiervoor is dus een aangepast beleid noodzakelijk. De huidige richtlijnen van de American College of Cardiology raden profylactische heelkun- de aan bij patiënten met een TGFBR1- of TGFBR2-mutatie (zowel patiënten met LDS als familiale TAAD) wanneer de aortawortel 42mm bereikt (2, 24, 25). Bij Turnerpatiën- ten wordt heelkunde geadviseerd vanaf een geïndexeerde aorta ascendensdiameter van 25mm/m MYLCK, TGFB2 en SMAD3 kunnen reeds een dissectie vertonen bij een aortawortel en/ of ascendensdiameter < 50mm (2, 7, 10, 26-31). Duidelijke richtlijnen omtrent de plaats van profylactische heelkunde bij deze groep patiënten ontbreken. Bij patiënten met FTAAD met familiale anamnese van aortadissectie bij minimale dilatatie van de thoracale aorta (< 50mm), in het ge- val van een snelle groei van de aorta en bij patiënten met een aortawortel en/of ascendensdiameter van meer dan 45mm, die een aortaklepherstel- of vervanging die- |