![]() ziekte. Tabaksverbruik veroorzaakt twee be- langrijke soorten verslaving: lichamelijke ver- slaving, vooral aan de nicotine in de tabaksrook, en psychologische verslaving die zich vooral uit in het gedrag. Om de rokers te helpen van hun verslaving af te raken, moeten we uiteraard hun motivatie versterken, maar ook de twee soorten verslaving aanpakken (1-4). siek volgens de strategie van de "5 A's" (5): - Ask: systematisch de rokers identificeren tisch worden aangepakt tijdens een medi- sche raadpleging, het helpen bij het stop- pen en de opvolging van de patiënt kunnen worden toevertrouwd aan een tabakoloog. versterken noeg minder geneigd om te stoppen met roken. Ze zien roken immers als een posi- tieve factor in hun leven. De motivatie om te stoppen stimuleren en versterken, is dus een constante bij de opvolging van deze patiënten. Door hen te wijzen op de scha- in het algemeen en op hun ziekte in het bijzonder, en hun ongemak ten aanzien van hun rookgedrag te verhogen, kunnen we hen ervan bewust maken dat ze er alle belang bij hebben om te stoppen. Ook moeten we ze geruststellen over hun persoonlijke slaagkansen en hen duidelijk maken dat er middelen zijn om hen te helpen. Dat kan bij elke consultatie volgens de regels van het motivatiegesprek. Dat betekent: ons empathisch opstellen en actief luisteren, zonder een waardeoordeel te vellen over hun gedrag. De motivatie om te stoppen kan ook worden versterkt door objectieve, duidelijke, niet-beschuldigende en weten- schappelijk gestaafde informatie te geven over de effecten van het roken, het versla- vingsmechanisme en de voordelen van het stoppen op korte en middellange termijn. Het is belangrijk dat alle obstakels om te stoppen die de roker ervaart worden wegge- nomen, dat er open vragen worden gesteld en dat elke verandering wordt ondersteund (6). Een gunstige omgeving kan de roker alleen maar helpen in zijn opzet. verslaving snel na het roken van enkele sigaretten en wordt onderhouden door positieve verster- kingen: de roker rookt om alle weldaden te ervaren die hij van de tabak verwacht. De verslaving is dus verbonden aan het plezier van het roken, de ontspanning, de pauzemo- menten, het gezelschap van de sigaret, de handeling, de gewoonte, het stressbeheer, het humeur en de eetlust. met roken omvat cognitieve gedragsthera- pieën die hun efficiëntie al hebben bewezen. Deze methodes steunen op het stimuleren van mentale activiteiten en gedragingen om het rookgedrag tegen te gaan. Stoppen met roken houdt immers een gedragsverandering in. De roker moet nadenken over het relatieve belang van de positieve en negatieve kanten van het roken en, bij het stoppen, focussen op positieve gedachten, de middelen om zich te gestopt zijn, recidiveren heel vaak meermaals. Ze moet dan ook op lange lichamelijke en een psychologische. De optimale hulp bij het stoppen met roken bestaat er in om de roker psychologisch te begeleiden en om hem geneesmid- delen voor te schrijven die de afkickverschijnselen verlichten. Nicotinevervangers zoals varenicline, bupropion of nortryptiline hebben hun efficiëntie voor de behandeling van deze lichamelijke verslaving al bewezen. Het is mogelijk, en zelfs aanbevolen, om verschillende geneesmiddelen te combineren. Ten slotte moeten zowel de posologie als de duur van de behandeling worden aangepast aan de specifieke behoeften van elke roker. |