background image
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 5
n
2013
13
het resultaat van meerdere, fibrillatiebevor-
derende elementen in de thoracale aders,
zowel in de linker- als de rechtervoorkamer.
Daarom worden ablatie gericht op potenti-
ele actieve haarden (gebaseerd op elektro-
cardiogrammen, Figuur 1) en lineaire laesies
(gericht op potentiële re-entrycircuits) toe-
gevoegd aan pulmonaalvenenisolatie voor
ablatie van persisterende VKF.
Herhaaldelijke ablaties zijn nog steeds vaak
nodig: ongeveer 25% na paroxysmale VKF
en 50% na persisterende VKF. Het herstel
van de geleiding in de pulmonale venen
is de belangrijkste reden voor recurrentie
van een ritmestoornis na paroxysmaal
boezemfibrilleren en de meeste patiënten
recidiveren; de VKF is dan nog steeds geas-
socieerd met een goede prognose en een
globaal slaagpercentage van 90%. Na per-
sisterende VKF treden recurrenties meestal
op in de vorm van atriale tachycardie, een
gevolg van onvolledig geblokkeerde of op-
nieuw geleidende lineaire letsels of atriale
foci. In centra met veel ervaring is dit ook
geassocieerd met een goede prognose en
een globaal slaagpercentage van ongeveer
85% (3).
Met alle verbeteringen sinds de eerste ingre-
pen begin jaren negentig is VKF-ablatie nu
de meest doeltreffende behandeling voor
VKF. In de meeste gevallen kan de patiënt
via deze techniek worden genezen, met
steeds minder complicaties. Dit is moge-
lijk dankzij een beter inzicht in het mecha-
nisme achter VKF, een betere kennis van
de potentiële complicaties van de ingreep
en enorme technologische verbeteringen.
Verder kunnen verschillende kenmerken
(zoals de duur van de VKF, de omvang van
de linkervoorkamer en de cycluslengte van
de VKF) worden gebruikt om voor ablatie
de kans op succes in te schatten en dus de
beste kandidaten te selecteren (3).
Bijgevolg is bij symptomatische VKF die
refractair of intolerant is voor ten minste
één antiaritmicum van klasse 1 of 3, ablatie
aanbevolen voor paroxysmale VKF (klasse
I A - het hoogste aanbevelingsniveau), en
een redelijke oplossing bij persisterende
VKF (klasse IIa B). In het geval van langdurig
aanwezige, persisterende VKF (klasse IIb
B) kan ablatie worden overwogen. Verder
is ablatie bij symptomatische VKF voor
instelling van een behandeling met een
antiaritmicum uit klasse 1 of 3 redelijk bij
paroxysmale VKF (klasse IIa B) en kan de
ingreep worden overwogen bij persisterende
en langdurig aanwezige persisterende VKF
(klasse IIb C) (4).
Wel belangrijk om op te merken is dat
ervaring en vaardigheden nog steeds een
cruciale rol spelen in de slaagkansen en
dat er jammer genoeg veel verschil bestaat
tussen de centra.
Bernheimprijs
Zoals hierboven vermeld, heeft verregaand
onderzoek in het domein van VKF-ablatie,
samen met de evolutie in de technieken
en technologieën voor katheterablatie,
de voorbije twintig jaar gezorgd voor een
enorme vooruitgang in de mogelijkheden en
slaagkansen voor de invasieve behandeling
van VKF. Tegenwoordig is katheterablatie
van VKF de meest frequent ablatieproce-
dure wereldwijd omwille van de prevalentie
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
5 10 15 20 25 30
F
r
eedom fr
om R
ecur
r
enc
e (%)
Follow up period (months)
Fibrillatory rate
>142 ms
< or = 142 ms
P = 0,003
Hazard ratio = 4,71
95% CI = 1,8 to 17,2
V1
Figuur 2: Voorbeeld van de meting van de VKF-cycluslengte met oppervlakte-ecg, met
10 ondubbelzinnige fibrillatorische golven op afleiding V1 (pijlen). De VKF-cycluslengte
op het oppervlakte-ecg is een sterke onafhankelijke predictor voor behoud van het
sinusritme. Patiënten met een oppervlakte-ecg-VKFCL< 142msec. hebben een signifi-
cant hogere recurrentie van de ritmestoornis.