background image
40
I
A
ndrologic
ˇ
V
ol
9
ˇ
nr 2
ˇ
2013
sche werken die de schepping in zes
dagen als onderwerp hadden.
De Decamerone is berucht om zijn
erotische verhalen, en om de pittige
humor en spot met de geestelijkheid
en de gezagdragers; daarnaast is het
een opvallend zorgvuldig geconstru-
eerd boek waarin alle verhalen passen
in een raamvertelling. Het is een werk
dat bepalend was voor de Italiaanse
prozaliteratuur van de 14
e
eeuw en op
die manier mee de basis vormde voor
het moderne Italiaans.
Het tiende verhaal dat Boccacio op de
derde dag vertelt is een duidelijke sati-
re op de visioenen en de verzoekingen
van de kluizenaars in de woestijn (6).
Rustico, een kluizenaar in de woestijn
ontmoet er een maagdelijk meisje, Ali-
bek, dat op zoek is naar de waarheid
en in de stad Capsa haar familie en al
haar bezittingen achterliet.
Na eerst enige vragen gesteld te hebben
als proef, bemerkte hij spoedig, dat zij
nooit een man gekend had en dat zij even
eenvoudig was, als zij er uit zag. Daarom
maakte hij het plan om onder het voor-
wendsel van God te dienen haar tot zijn
bevrediging over te halen. Voor alles
toonde hij haar met vele woorden aan,
hoezeer de duivel een vijand is van God
den Heer en daarna gaf hij haar te ver-
staan, dat men de grootste dienst deed
aan God door de duivel naar de hel terug
te jagen, waartoe God hem verdoemd
had. Het meisje vroeg hem, hoe hij dit
deed. Rustico antwoordde hierop: Gij
zult het spoedig weten en daartoe zal je
doen, wat je mij ook zult zien verrichten.
Hij begon zich van de weinige klederen te
ontdoen, die hij aanhad en bleef geheel
naakt en zo deed ook het kind; hij deed
haar op de knieën liggen, alsof zij wilde
bidden en plaatste haar recht tegenover
hem. In die houding, toen Rustico meer
dan ooit in begeerte ontbrand was door
haar zo mooi te zien, kwam de prikkel van
het vlees, wat Alibek zag en verwonderd
deed zeggen: Rustico, wat is dat, wat ik
bij jou zie, dat bij jou zo uitsteekt en wat
ik niet heb? O mijn dochter, zei Rustico,
dat is de duivel, waarover ik je gesproken
heb. En zie je: hij kwelt mij nu in de hoog-
ste mate, zodat ik het ternauwernood kan
uithouden. Toen zei het jonge meisje: O
God zij geloofd, dat ik beter af ben dan
jij, omdat ik die duivel niet heb. Rustico
antwoordde: Jij zegt de waarheid, maar
je bezit iets anders wat ik niet heb en dat
heb je daarvoor in ruil. Alibek hernam:
Wat dan? Hierop antwoordde Rustico: Jij
hebt de hel en ik verzeker je, dat ik geloof,
dat God je hierheen heeft gezonden voor
het heil van mijn ziel, opdat, terwijl die
duivel mij zoveel kwelling veroorzaakt,
jij zoveel medelijden
moet hebben om
toe te staan, dat ik hem in die hel breng,
waardoor je mij een zeer grote verlichting
zal schenken en aan God een zeer groot
welgevallen en dienst bewijzen, indien je
hier gekomen bent om te doen, wat je
zegt. Het meisje antwoordde te goeder
trouw: Mijn vader, daar ik die hel heb,
mag dit gebeuren, wanneer het u zal be-
hagen. Rustico sprak: Mijn dochter, wees
gezegend, laten wij dan beginnen en la-
ten wij hem er brengen, opdat hij mij dan
met rust laat. Na die woorden legde hij
het meisje op een van hun twee bedden
en toonde haar, hoe zij zich moest hou-
den om dien door God vervloekte gevan-
gen te houden. Het meisje, dat nog nooit
een duivel naar de hel had gestuurd,
voelde eerst een weinig pijn, waarom zij
tot Rustico zei: Zeker, mijn vader, die dui-
vel moet een kwade wezen, en werkelijk
een vijand des Heren, want zelfs in de hel
doet hij anderen lijden, als hij erin is ge-
stuurd. Rustico ging voort: Mijn dochter,
hij zal er niet altijd zo blijven. En om te
zorgen, dat dit niet gebeurde, stuurden zij
zes keer achter elkaar, voor zij van het bed
opstonden de duivel naar de hel, zodat zij
hem eindelijk het hoofd deden buigen en
hij zich stil hield. Maar daarna toen zij hem
meermalen deden terugkeren en het ge-
hoorzame, jonge meisje zich er steeds toe
leende, begon het spelletje haar te beha-
gen en zei ze tot Rustico: Ik zie wel, dat de
mannen in Capsa waarheid spraken, dat
den Heer te dienen zulk een aangename
zaak was. En zeker herinner ik mij niet,
dat ik ooit iets anders deed, wat mij zo-
veel genoegen en behagen verschafte als
den duivel naar de hel te jagen. Daarom
meen ik, dat ieder, die zich met iets an-
ders bezighoudt dan God te dienen een
beest is. Hierdoor ging zij dikwijls Rustico
opzoeken en zei tot hem: Mijn vader, ik
ben hier gekomen om God te dienen en
niet om rust te houden; laten wij weer den
duivel in de hel doen. Bij zo'n gelegenheid
zei zij eens: Rustico, ik weet niet waarom
de duivel uit de hel vlucht, want als hij er
zo graag bleef, wanneer de hel hem ont-
vangt en gevangen houdt, zou hij er nooit
uit komen.
Referenties
1.
Athanasius Magnus Alexandrinus, Vita Antonii, St. Benno-
Verlag, Leipzig, 1986
2.
Hieronymus, Vita Pauli, Het leven van Paulus van Thebe,
bezorgd, vertaald en toegelicht door Vincent Hunink,
Uitgeverij P., Leuven, 2002
3.
Musitelli S., Bossi I., From "Devil's temptation" to "Erotic
Imagination",
De Historia Urologiae Europaeae, vol.20,
p.67-79, History office EAU, Arnhem, 2013
4.
Frazer, James George. Folklore in the Old Testament: studies
in comparative religion, legend and law.
London, 1923.
5.
Abba Johannes van Lycus, Historia Lausiaca, Hfst.XLII
6.
Boccacio Decamerone vertaling door Margot Bakker, L.J.
Veen's Uitgeversmaatschappij
7.
Bultinck John, De Bekoring van St.Antonius, Openbaar
Kunstbezit Vlaanderen, 14, 1969
n
og
meer
schilderijen
met
de
verzoeking
van
de
heilige
a
ntonius
oP
www
.
andrologic
.
Be
In de religieuze kunst zijn honderden schilderijen, etsen en tekeningen be-
waard in musea, kerken en privébezit. Op www.andrologic.be beschrijven we
nog enkele representatieve afbeeldingen van de verzoeking van Sint Antonius
in de verschillende kunstperiodes tussen 1500 en 2000.