jes van twaalf tot achttien jaar die alcohol drinken, hebben lagere oestro- geenspiegels, zelfs als ze maar kleine hoeveelheden drinken (8). Alcohol drinken heeft ook een invloed op hun eetgewoontes en dus bijgevolg op hun groei. De LH-spiegel daalt (9), terwijl de menstruatiecycli verstoord zijn. Soms treedt zelfs een vroege meno- pauze op. Dergelijke cyclusstoornissen kunnen ook optreden bij vrouwen die geen alcoholverslaving hebben maar wel te veel alcohol drinken (10). vruchtbaarheid vrouwen moeilijk te evalueren, omdat het een multifactorieel probleem is. Grodstein heeft aangetoond dat vrouwen die alcohol drinken vaker onvruchtbaar zijn en vaker endo- metriose vertonen (1,5 tot 1,6 maal vaker). De redenen daarvan zijn nog niet duidelijk (11). In een Deense stu- die werden 430 koppels gevolgd die probeerden zwanger te worden. Ook in die studie kwam onvruchtbaarheid vaker voor bij vrouwen die alcohol dronken, zeker bij een grotere alcohol- consumptie (12). Bij mannen daaren- tegen werd geen dosis-responsrelatie gezien in verband met de hoeveelheid alcohol. Tot slot heeft Eggert in een studie bij 7.393 vrouwen aangetoond dat vrouwen die veel dronken, vaker onvruchtbaar waren (RR = 1,59), maar er was geen hoger risico op miskraam consumptie daarentegen zijn niet dui- delijk "maar het is zeer waarschijnlijk", aldus Petra De Sutter, "dat de `time to conceive, time to get pregnant', dus de tijd om zwanger te worden langer is en dat infertiliteit vaker voorkomt." gekenmerkt door de triade geeste- lijke achterstand, groeiachterstand en dysmorfie van het gezicht (Figuur 1). Voorts zijn er nog psychosociale en cognitieve stoornissen, die kunnen aanhouden tot op volwassen leeftijd. gesproken van "fetal alcohol spectrum disorder", aangezien de afwijkingen zo uiteenlopend zijn. gere vrouwen drinkt alcohol tijdens de zwangerschap, meestal occasio- neel, maar 1,5% drinkt minstens twee eenheden alcohol per dag. Dat cijfer verschilt sterk van de ene regio tot de andere. Ook de prevalentie van foetaal alcoholsyndroom varieert: gemiddeld 1,9/1.000 levende geboortes met een risico van 30-40% bij vrouwen die veel drinken. concentraties in het foetale compar- timent (vruchtwater en foetaal bloed) stijgen snel tot eenzelfde niveau als de bloedspiegels bij de moeder. De lever van de foetus kan de alcohol echter niet snel metaboliseren. De alcohol hoopt zich dan ook op in het vruchtwater in concentraties die op het moment dat de moeder niet drinkt, duidelijk hoger zijn dan de concentraties in het bloed van de moeder. Het vruchtwater is dus een echt alcoholreservoir. De alcohol werkt in op de proliferatie, de groei en de differentiatie van de cellen gedu- rende de hele zwangerschap. Vooral het centrale zenuwstelsel is bijzonder gevoelig voor alcohol. Het risico op spontane miskraam stijgt, maar er is geen relevante link bekend en het is evenmin duidelijk vanaf welk niveau het gezicht. Het typische facies van een foetaal alcoholsyndroom bij de puberteit. |