een meer nuchtere filosofie zijn afge- dankt. Zowel wakend als slapend waant hij zich omringd door feeën en kabou- ters, geesten en demonen. Zij volgen hem op de voet, zij verbijsteren zijn zin- nen, zij nemen bezit van hem, zij plagen en misleiden en kwellen hem op duizend grillige en duivelse manieren (Figuur 6). verliezen die hij lijdt, het verdriet dat hij moet dragen, dit alles wijt hij ofwel aan de hekserijen van zijn vijanden of- wel aan de wrok, de toorn of de grillig- heid van de geesten. Hun voortdurende aanwezigheid put hem uit, hun onver- moeibare boosaardigheid maakt hem wanhopig; hij snakt er met onuitspre- kelijk verlangen naar helemaal van hen verlost te zijn en keert zich af en toe, in het nauw gedreven en omdat zijn ge- duld volkomen is uitgeput, fel tegen zijn kwelgeesten en doet een wanho- pige poging om de hele meute van zijn land te jagen, om de lucht te zuiveren van hun krioelende aanwezigheid. Antonius en de woestijnvaders niet over hel en vagevuur gesproken wordt. Deze begrippen verschijnen pas later in de christelijke leer. Het waren niet alleen duivels en de- monen die op Antonius afkwamen maar ook afzichtelijke dwergen en `pan'-achtige wezens (Figuur 7). plaats van meditatie volgden Antonius en Paulus natuurlijk ook Jezus na, die veertig dagen vastend in de woestijn zoekingen door satan had weerstaan (Matteüs 4,1). Ook al zou hij daar vol- gens meer op dat hij de confrontatie met de duivel met opzet had opgezocht en dat hij met zijn ascetisch verblijf in de woestijn Johannes de Doper navolgde. Net zoals Jezus in de woestijn beloond wordt met het gezelschap van enge- len zien we ook in de Vita dat de strijd van Antonius met de demonen be- loond wordt door een hemels visioen, de stem van de Heer: (1.§ 10) Ook op drieluik door Jheronimus Bosch, bovendeel van het linkerluik. Duivels vervoeren Antonius in de lucht en laten hem dan neerstorten. Museu de Arte Antigua, Lissabon. schilderij door Bernardo Parentino, Galleria Doria Pamphilj, Rome. |