hebben na de operatie gebloed. Bij de eerste patiënte is de bloeding opgetreden op d2; de bloeding werd veroorzaakt door verwonding van de arteria epigastrica door een trocart. Bij de tweede patiënte is de bloeding opgetreden op d4, na een hysterectomie. Eén patiënte heeft op d15 een infectie van de achterste plaat door een anaerobe kiem ontwikkeld. deld 3 dagen. ledig bij klinisch onderzoek. 79% van maanden en 92% na 1 jaar. kunnen aandacht tijdens zeer delicate chirur- gische ingrepen verhoogt. Voor de patiënte chirurgie: minder bloedverlies, vlot- ter verloop van de operatie, aan- zienlijk minder pijn, sneller func- centie rurgie stroken met statistische gege- vens, met alle limieten van dien: er treden minder vaak complicaties op en de patiënte herstelt beter, maar er kunnen uiteraard altijd proble- men opduiken tijdens of na de ope- ratie derzoeken, bloeding, infectie, gebrek- kige heling, embolie...). De patiënten moeten dus op voorhand goed worden ingelicht. 2. baarmoeder 3. vagina 4. rectum 5. promontorium van het sacrum 6. bekkenbodem (musculus levator ani) 7. voorste en 8. achterste suspensieprothese ruimte ingebracht en bevestigd aan de linker en de rechter musculus levator ani naast het rectum en aan de uterosacrale ligamenten. Die prothese bedekt dan de hele achterkant van de vagina. de vagina ingebracht en bedekt de hele voorwand van de vagina. promontorium bevestigd. baarmoeder, vagina, rectum, dunne darm) in één keer opgetrokken. van de baarmoeder en de vagina aan het promontorium |