name bij een posterieure tumor of een tumor van de zijrand, stoten we soms op conflicten tussen arm 2 en arm 3. Dit probleem kunnen we om- zeilen door de laatste trocart voor de robot (arm 3) in een trocart van 12 in te voeren. een dissectie van de vaatsteel (arterie en ader). Na het openen van het peri- renale vet wordt de tumor opgezocht. De arterie wordt afgeklemd met bull- dogs, de ader wordt doorgaans niet afgeklemd. Na resectie van de tumor wordt de waterdichtheid van de pyelo- calyciële holtes, die eventueel in de diepte werden geopend, verzekerd door een eerste hechting op mono- filament. Met een tweede hechting van de cortex met vicryl 2/0 sluiten we het tumorbed door appositie van successieve hemolocks. Die versprei- den de spanning, verlagen het risico op scheuren van de cortex en zorgen voor een efficiënte hemostase. De klem van de arterie wordt afgenomen. De warme-ischemietijd moet theore- tisch korter zijn dan 30 minuten om het risico op irreversibele nierletsels te verkleinen. iets meer dan twee jaar geleden be- gonnen met deze techniek. We hebben nu ervaring met 26 operaties, 24 via transperitoneale weg en 2 via retro- peritoneale weg omdat de tumor zeer dorsaal was gelegen. Bij de eerste hebben we een totale nefrectomie uitgevoerd wegens een tubulopapillaire tumor van het type II. Bij de tweede patiënt was de linkernier verwijderd in `93 en was er in 2003 een partiële nefrectomie van de rech- ternier uitgevoerd, eveneens wegens tubulopapillaire tumoren van het type II. Die patiënt vertoonde een recidief op de plaats van de eerste partiële nefrectomie. tumorbed op hemolock |