background image
27
I
A
ndrologic
·
V
ol
9
·
nr 2
·
2013
van alcoholconsumptie het risico
bestaat (14).
Schadelijke effecten op
de pasgeborene
Het eerste effect van alcohol op de
foetus en de pasgeborene is een lager
gewicht, dat weliswaar minder uitge-
sproken is dan bij roken: het gewicht
is 80g lager bij vrouwen met een
gemiddelde alcoholconsumptie en
120-160g bij vrouwen die veel alcohol
drinken. Dit is echter niet het belang-
rijkste gevolg: er wordt namelijk ook
een groeiachterstand waargenomen
met een kleine schedelomtrek, risico
op microcefalie en een tragere neuro-
logische ontwikkeling (15).
Naast de bovenvermelde dysmorfie
van het gezicht vertoont de pasge-
borene vaak aspecifieke aangeboren
afwijkingen: hartafwijkingen, clino-
dactylie, radiocubitale synostose, heup-
luxatie, spina bifida, angiomen ... (16).
Als de moeder meer dan drie een-
heden alcohol per dag heeft ge-
dronken, vertoont het kind ook vaak
slaapstoornissen, een slechtere zuigre-
flex, een tragere geestelijke en intellec-
tuele ontwikkeling en aandachts- en
geheugenstoornissen. Deze afwijkin-
gen vormen de belangrijkste handicap
bij het foetale alcoholsyndroom.
Voorkomen is beter dan
genezen
Bij de visite voor de conceptie moet
altijd informatie worden gegeven over
de risico's van alcohol en moet de
gamma-GT-spiegel worden bepaald
om alcoholconsumptie te objective-
ren, mocht dat bij de anamnese niet
tot uiting komen.
Het foetaal alcoholsyndroom kan
voor de geboorte worden gediagnos-
ticeerd op grond van een harmonieuze
groeiachterstand met een kleinere
buikomtrek en schedelomtrek, mis-
vormingen en de dysmorfie van het
gezicht, die te zien is bij driedimensio-
nale echografie.
Als een vrouw op consultatie gaat we-
gens een beginnende zwangerschap,
kan ze worden gerustgesteld indien ze
minder dan 1-2x/week twee eenhe-
den per dag heeft gedronken. "Maar",
aldus Pierre Bernard, "aangezien de
absolute drempel waaronder er hele-
maal geen risico zou zijn, niet bekend
is en aangezien een relatieve toleran-
tie zou kunnen worden begrepen als
een toelating, wordt toch geopteerd
voor zerotolerantie wat het gebruik
van alcohol tijdens de zwangerschap
betreft."
Referenties
1.
McDowell E. Genetics 1922;7(2):117-41.
2.
Kuller L, et al. Am J Epidemiol 1978;108(3):192-9.
3.
Anderson R, et al. Fertil Steril 1978;30(1):103-5.
4.
Emanuele M, Emanuele N. Alcohol Health Res World
1998;22(3):195-201.
5.
Emanuele N, et al. Endocrine 2001;14(2):213-9.
6.
Cicero T, et al. Life Sci. 1994;55(12):901-10.
7.
van Thiel D, et al. J Clin Invest 1978;61(3):624-32.
8.
Emanuele N, et al. Alcohol Res Health 2002;26(4):274-81.
9.
Dees W, et al. Alcohol 1990;7(1):21-5.
10. Mendelson J, Nello N. J Pharmacol Exp Ther
1988;245(2):407-12.
11. Grodstein F, et al. Am J Public Health 1994;84(9):1429-32.
12. Jensen T, et al. BMJ 1998;317(7157):505-10.
13. Eggert J, et al. Fertil Steril 2004;81(2):379-83.
14. Chiodo L, et al. Alcohol 2012;46(3):261-7.
15. Larroque B, et al. Am J Epidemiol 1993;137(9):941-50.
16. Mills J, Graubard B. Pediatrics 1987;80(3):309-14.
Hotline
k
anker
,
sterfte
en
invloed
oP
levenskwaliteit
Kanker gaat gepaard met een substantieel verlies van Disability
Adjusted Life Years
(DALY's), en dat in alle regio's ter wereld. Wel
zijn er substantiële verschillen in prognose na de diagnose tussen
derdewereldlanden en geïndustrialiseerde landen. Dat blijkt uit
internationaal onderzoek dat de Lancet publiceerde.
Kanker is wereldwijd de belangrijkste doodsoorzaak, met 7,6 miljoen
kankergerelateerde overlijdens in 2008. De voorbije decennia heeft de
combinatie van meer preventie, vroegdiagnose, screening en betere
behandelmethoden gezorgd voor een afname van de totale mortaliteit.
Dat komt vooral door een afname van de incidentie en een gedaalde
sterfte voor specifieke kankers (long-, cervix-, borst-, maagkanker en
leukemie). Althans in een aantal geïndustrialiseerde landen. De betere
overleving met kanker in deze landen heeft geleid tot meer interesse
voor de levenskwaliteit van deze mensen, door verscherpte aandacht voor
kankergerelateerde problemen die kunnen zorgen voor invaliditeit.
In landen met een laag en middelmatig inkomen blijft de kankersterfte
daarentegen toenemen. De langere levensverwachting en de verwestering
van de levensstijl in die landen zorgen er voor een stijgende kankerincidentie.
Voorspellingen van een toename van de wereldbevolking en de
levensverwachting suggereren dat het aantal nieuwe gevallen van kanker
zal toenemen van 12,7 miljoen in 2008 tot 21,4 miljoen in 2030. En deze
toename zal zich veel duidelijker laten voelen in derdewereldlanden dan in
het rijkere westen (76% vs 25%).
Een interessante parameter die iets zegt over de impact van kanker op
de wereldbevolking zijn de zogenaamde Disability Ajusted Life Years
(DALY's). Deze parameter legt een verband tussen de sterfte door kanker
enerzijds en de ziekte en invaliditeit die kanker veroorzaakt bij patiënten en
langetermijnoverlevenden anderzijds.
Isabelle Soerjomataram (Lyon, Frankrijk) en een internationaal
onderzoeksteam bogen zich over deze materie. Voor 27 kankertypes
gingen ze op zoek naar de DALY's en hun twee componenten, met name
de verloren jaren (Years of Life Lost, YLL's) door vroege kankersterfte, en
de jaren met beperkingen (Years Lived with Disability, YLD's). Ze deden dat
voor 184 landen over de wereld.
De onderzoekers becijferden dat er in 2008 wereldwijd 169,3 miljoen
gezonde levensjaren verloren gingen door kanker. In de meeste regio's
ter wereld leverden colorectale kanker, long-, borst- en prostaatkanker de
belangrijkste bijdrage tot de totale DALY's. In Zwart Afrika en Oost-Azië
speelden infectiegerelateerde kankers (lever, maag, cervix) een belangrijke
rol.
Opvallend waren volgens de onderzoekers de grote verschillen tussen
landen en regio's in DALY-profielen. Hoewel YLL de belangrijkste component
van DALY's is in alle landen en voor alle kankers, was deze component
van de totale DALY's beduidend belangrijker in landen met lage inkomens
dan in rijke landen. Ze besluiten dat belangrijke inspanningen nodig zijn
om de kankerzorg te optimaliseren in deze lage-inkomenslanden, waar
de prognose na een kankerdiagnose erg slecht is. Ze menen dat er een
noodzaak is van programma's op maat van de behoeften van individuele
lage-inkomenslanden.
Soerjomataram I, Lortet-Tieulent J, Maxwell Parkin D, et al. Global burden of cancer in 2008: a
systematic analysis of disability-adjusted life-years in 12 world regions. Lancet 2012;380:1840-50.
A0550N