bestaat (14). de pasgeborene foetus en de pasgeborene is een lager gewicht, dat weliswaar minder uitge- sproken is dan bij roken: het gewicht is 80g lager bij vrouwen met een gemiddelde alcoholconsumptie en 120-160g bij vrouwen die veel alcohol drinken. Dit is echter niet het belang- rijkste gevolg: er wordt namelijk ook een groeiachterstand waargenomen met een kleine schedelomtrek, risico op microcefalie en een tragere neuro- logische ontwikkeling (15). Naast de bovenvermelde dysmorfie van het gezicht vertoont de pasge- borene vaak aspecifieke aangeboren afwijkingen: hartafwijkingen, clino- dactylie, radiocubitale synostose, heup- luxatie, spina bifida, angiomen ... (16). Als de moeder meer dan drie een- heden alcohol per dag heeft ge- dronken, vertoont het kind ook vaak flex, een tragere geestelijke en intellec- tuele ontwikkeling en aandachts- en geheugenstoornissen. Deze afwijkin- gen vormen de belangrijkste handicap bij het foetale alcoholsyndroom. genezen altijd informatie worden gegeven over de risico's van alcohol en moet de gamma-GT-spiegel worden bepaald om alcoholconsumptie te objective- ren, mocht dat bij de anamnese niet tot uiting komen. Het foetaal alcoholsyndroom kan voor de geboorte worden gediagnos- ticeerd op grond van een harmonieuze groeiachterstand met een kleinere buikomtrek en schedelomtrek, mis- vormingen en de dysmorfie van het gezicht, die te zien is bij driedimensio- nale echografie. Als een vrouw op consultatie gaat we- gens een beginnende zwangerschap, kan ze worden gerustgesteld indien ze den per dag heeft gedronken. "Maar", aldus Pierre Bernard, "aangezien de absolute drempel waaronder er hele- maal geen risico zou zijn, niet bekend is en aangezien een relatieve toleran- tie zou kunnen worden begrepen als een toelating, wordt toch geopteerd voor zerotolerantie wat het gebruik van alcohol tijdens de zwangerschap betreft." 1. 1998;22(3):195-201. 12. Jensen T, et al. BMJ 1998;317(7157):505-10. 13. Eggert J, et al. Fertil Steril 2004;81(2):379-83. 14. Chiodo L, et al. Alcohol 2012;46(3):261-7. 15. Larroque B, et al. Am J Epidemiol 1993;137(9):941-50. 16. Mills J, Graubard B. Pediatrics 1987;80(3):309-14. Adjusted Life Years (DALY's), en dat in alle regio's ter wereld. Wel zijn er substantiële verschillen in prognose na de diagnose tussen derdewereldlanden en geïndustrialiseerde landen. Dat blijkt uit internationaal onderzoek dat de Lancet publiceerde. kankergerelateerde overlijdens in 2008. De voorbije decennia heeft de combinatie van meer preventie, vroegdiagnose, screening en betere behandelmethoden gezorgd voor een afname van de totale mortaliteit. Dat komt vooral door een afname van de incidentie en een gedaalde sterfte voor specifieke kankers (long-, cervix-, borst-, maagkanker en leukemie). Althans in een aantal geïndustrialiseerde landen. De betere overleving met kanker in deze landen heeft geleid tot meer interesse voor de levenskwaliteit van deze mensen, door verscherpte aandacht voor kankergerelateerde problemen die kunnen zorgen voor invaliditeit. In landen met een laag en middelmatig inkomen blijft de kankersterfte daarentegen toenemen. De langere levensverwachting en de verwestering van de levensstijl in die landen zorgen er voor een stijgende kankerincidentie. Voorspellingen van een toename van de wereldbevolking en de levensverwachting suggereren dat het aantal nieuwe gevallen van kanker zal toenemen van 12,7 miljoen in 2008 tot 21,4 miljoen in 2030. En deze toename zal zich veel duidelijker laten voelen in derdewereldlanden dan in het rijkere westen (76% vs 25%). Een interessante parameter die iets zegt over de impact van kanker op de wereldbevolking zijn de zogenaamde Disability Ajusted Life Years enerzijds en de ziekte en invaliditeit die kanker veroorzaakt bij patiënten en langetermijnoverlevenden anderzijds. Isabelle Soerjomataram (Lyon, Frankrijk) en een internationaal onderzoeksteam bogen zich over deze materie. Voor 27 kankertypes gingen ze op zoek naar de DALY's en hun twee componenten, met name de verloren jaren (Years of Life Lost, YLL's) door vroege kankersterfte, en de jaren met beperkingen (Years Lived with Disability, YLD's). Ze deden dat voor 184 landen over de wereld. De onderzoekers becijferden dat er in 2008 wereldwijd 169,3 miljoen gezonde levensjaren verloren gingen door kanker. In de meeste regio's ter wereld leverden colorectale kanker, long-, borst- en prostaatkanker de belangrijkste bijdrage tot de totale DALY's. In Zwart Afrika en Oost-Azië speelden infectiegerelateerde kankers (lever, maag, cervix) een belangrijke rol. Opvallend waren volgens de onderzoekers de grote verschillen tussen landen en regio's in DALY-profielen. Hoewel YLL de belangrijkste component van DALY's is in alle landen en voor alle kankers, was deze component van de totale DALY's beduidend belangrijker in landen met lage inkomens dan in rijke landen. Ze besluiten dat belangrijke inspanningen nodig zijn om de kankerzorg te optimaliseren in deze lage-inkomenslanden, waar de prognose na een kankerdiagnose erg slecht is. Ze menen dat er een noodzaak is van programma's op maat van de behoeften van individuele lage-inkomenslanden. |