ochtend werd hij bewusteloos gevon- den door zijn vriend, die hem brood kwam brengen. Toen Antonius weer bij bewustzijn kwam besloot hij naar de grafkamer terug te gaan om te bidden. Hier kreeg hij opnieuw bezoek van de duivel en zijn demonen, die nu de ge- daanten van angstaanjagende dieren aangenomen hadden. Toen God zijn aanwezigheid liet zien door het dak te openen en een lichtstraal te richten op Antonius, verdwenen de demonen. An- tonius voelde zich hierdoor gesterkt, hij trok dieper de woestijn in en vond er een zilveren schaal, door de duivel daar voor hem neergelegd. Antonius doorzag dit bedrog en bewees zijn zelfbeheersing door de schaal te laten liggen. Na deze laatste beproeving liet de duivel hem voorgoed met rust (Figuur 1). waar hij demonen kon verwachten. De woestijn stond immers bekend voor zijn vreemde creaturen. Een typische beschrijving van de vreemde wezens die je daar kan tegen- komen beschrijft d Pauli precies weet waar deze woont (2.§ VI): Antonius zag een wezen dat half mens en half paard was, dat naar de mening van de dichters centaur wordt genoemd. Zodra hij die zag, maakte hij op zijn riep hij, "waar in deze streek woont de dienaar van God ongeveer?" Het we- zen maakte vreemde, gekke geluiden, waarbij het woorden verhaspelde die niets betekenden, met een gezicht ge- heel overdekt met borstelige haren, maar onderdanig probeerde het toch zichzelf begrijpbaar te maken. Het wees toen met de rechterhand in de gewenste richting, liep over het wijde land met de snelheid van een vogel en verdween uit het zicht. Ik weet niet echt, of dit nu een verschijning was dat door de duivel werd gezonden om hem bang te maken, of eenvoudigweg een dier dat was verwekt door de woestijn, een broedplaats is van allerlei monsterlijke beesten (Figuur 2). baasd over de aanwezigheid van deze centaur in de woestijn. Zoiets kan je daar verwachten. Ook spreekt Antonius het vreemde wezen aan alsof hij zulke wezens elke dag tegenkomt. Helemaal zonder verbazing is hij toch ook weer niet. het algemeen en meer specifiek een proteïnegebrek niet alleen sensorische hallucinaties kan veroorzaken, maar ook aanleiding kan geven tot erotische inbeelding en dromen (Figuur 3). Athanasius en Evagrius duidelijk om duivels ging, werden de tekeningen en schilderijen met de verleidingen van Sint Antonius echter steeds meer en meer erotisch geïnspireerd. Het waren niet alleen duivelse figuren die hem trachtten te verleiden, maar meer en meer kwamen naakte en verleidelijke vrouwen te voorschijn (Figuren 4 en 5 en schilderijen met de verzoekingen van Sint Antonius kunnen we niet alleen een overzicht geven van de evolutie van de schilderkunst vanaf de 15 evolutie van duivelse en monsterlijke Luini Bernardino, Lombardische school, Louvre, Parijs. de heremiet, door David Teniers de Jongere (1610- 1690), Rijksmuseum, Amsterdam. |