background image
33
I
A
ndrologic
·
V
ol
9
·
nr 2
·
2013
en ranselde Antonius af. De volgende
ochtend werd hij bewusteloos gevon-
den door zijn vriend, die hem brood
kwam brengen. Toen Antonius weer bij
bewustzijn kwam besloot hij naar de
grafkamer terug te gaan om te bidden.
Hier kreeg hij opnieuw bezoek van de
duivel en zijn demonen, die nu de ge-
daanten van angstaanjagende dieren
aangenomen hadden. Toen God zijn
aanwezigheid liet zien door het dak te
openen en een lichtstraal te richten op
Antonius, verdwenen de demonen. An-
tonius voelde zich hierdoor gesterkt,
hij trok dieper de woestijn in en vond
er een zilveren schaal, door de duivel
daar voor hem neergelegd. Antonius
doorzag dit bedrog en bewees zijn
zelfbeheersing door de schaal te laten
liggen. Na deze laatste beproeving
liet de duivel hem voorgoed met rust
(Figuur 1).
Antonius zocht met opzet plaatsen op
waar hij demonen kon verwachten. De
woestijn stond immers bekend voor
zijn vreemde creaturen.
Een typische beschrijving van de
vreemde wezens die je daar kan tegen-
komen beschrijft d
e biograaf van Pau-
lus, kerkvader Hiëronymus in de Vita
Pauli
wanneer Antonius op weg is naar
Paulus, lopend door de woestijn, en niet
precies weet waar deze woont (2.§ VI):
Antonius zag een wezen dat half mens
en half paard was, dat naar de mening
van de dichters centaur wordt genoemd.
Zodra hij die zag, maakte hij op zijn
voorhoofd het kruisteken. "Hé, jij daar",
riep hij, "waar in deze streek woont de
dienaar van God ongeveer?" Het we-
zen maakte vreemde, gekke geluiden,
waarbij het woorden verhaspelde die
niets betekenden, met een gezicht ge-
heel overdekt met borstelige haren,
maar onderdanig probeerde het toch
zichzelf begrijpbaar te maken. Het wees
toen met de rechterhand in de gewenste
richting, liep over het wijde land met de
snelheid van een vogel en verdween uit
het zicht. Ik weet niet echt, of dit nu een
verschijning was dat door de duivel werd
gezonden om hem bang te maken, of
eenvoudigweg een dier dat was verwekt
door de woestijn, een broedplaats is van
allerlei monsterlijke beesten
(Figuur 2).
Antonius was blijkbaar niet erg ver-
baasd over de aanwezigheid van deze
centaur in de woestijn. Zoiets kan je
daar verwachten. Ook spreekt Antonius
het vreemde wezen aan alsof hij zulke
wezens elke dag tegenkomt. Helemaal
zonder verbazing is hij toch ook weer
niet.
Het is een bekend feit dat honger in
het algemeen en meer specifiek een
proteïnegebrek niet alleen sensorische
hallucinaties kan veroorzaken, maar
ook aanleiding kan geven tot erotische
inbeelding en dromen (Figuur 3).
Hoewel het in de beschrijvingen van
Athanasius en Evagrius duidelijk om
duivels ging, werden de tekeningen en
schilderijen met de verleidingen van
Sint Antonius echter steeds meer en
meer erotisch geïnspireerd. Het waren
niet alleen duivelse figuren die hem
trachtten te verleiden, maar meer en
meer kwamen naakte en verleidelijke
vrouwen te voorschijn (Figuren 4 en
5
) (3).
Aan de hand van de talrijke afbeeldingen
en schilderijen met de verzoekingen van
Sint Antonius kunnen we niet alleen een
overzicht geven van de evolutie van de
schilderkunst vanaf de 15
e
tot de 20
e
eeuw, maar zien we ook een duidelijke
evolutie van duivelse en monsterlijke
Figuur 2: Sint Antonius en de centaur. Tekening,
Luini Bernardino, Lombardische school, Louvre,
Parijs.
Figuur 3: De verzoeking van de heilige Antonius,
de heremiet, door David Teniers de Jongere (1610-
1690), Rijksmuseum, Amsterdam.
2
3