vooral verleidelijke vrouwen. tonius vooral geconfronteerd met dui- vels en demonen. Een demon werd be- schouwd als een `gevallen engel', een duivel of een `boze of onreine geest'. Oorspronkelijk was dm (daimon) een meer neutraal Grieks woord voor afgod en een vertaling van het He- breeuws elilim, dat vrij vertaald nul of niets betekent. Hiermee werd in het Oude Testament door de profeten die de afgoderij bestreden spottend be- doeld dat degenen die in aanbidding neervielen voor de elilim van `steen, hout en metaal' eigenlijk `niets' ver- eerden. In de bijbel wordt ook verteld dat demonen onder leiding staan van `satan', of de duivel die als een soort opperdemon kan worden beschouwd. In de middeleeuwen stond satan be- kend als de belangrijkste van een grote groep individuele engelen die zich op een bepaald ogenblik van God afge- scheiden hebben. De naam Beëlzebub is afgeleid van Baäl-Zebub en allebei betekenen ze `heer van de vliegen'. Het is een bijbelse spotnaam voor Beëlze- bul (afgeleid van Baäl-Zebul) dat `heer van het huis' betekent. In het Nieuwe Testament wordt Beëlzebub/Beëlzebul de vorst van de demonen genoemd, een andere benaming voor de duivel of de satan. Deze gedachte vinden we ook in de Vita van Antonius: (1.§ 22) Vooreerst moeten we wel weten dat de demonen niet als boze geesten zo- als wij dat bedoelen als we ze met dat woord noemen geschapen zijn. Want God heeft niets slecht gemaakt en zelfs zij zijn goed geschapen, maar zij zijn de hemelse wijsheid ontvallen en sinds- dien kruipen ze vernederd rond op de Aarde. De Grieken hebben ze enerzijds bedrogen met hun vertoningen, terwijl ze vanuit hun afgunst op ons Christenen alles in beweging zetten om ons de toe- gang tot de hemelen te beletten, opdat wij niet zouden opstijgen naar de plaats van waaruit zij neergestort zijn. treffend de visie van de primitieve mid- deleeuwer op geesten en demonen: In zijn verbeelding krioelt de wereld nog verzoeking van de heilige Antonius door allerhande surrealistische gedrochten. Bornemisza, Madrid. Ook hier zijn op de achtergrond dierlijke gedrochten, maar meer opvallend zijn de drie naakte vrouwen die Antonius willen verleiden. |