background image
18
I
A
ndrologic
·
V
ol
9
·
nr 2
·
2013
Een blaasdivertikel is een uitstulping
van het blaasslijmvlies door een
zwakke zone van de detrusorspier.
We onderscheiden vijf categorieën:
·
para-ureterale
divertikels
van
Hutch (vaak samenhangend met
vesico-ureterale reflux);
·
aangeboren posterolaterale diver-
tikels;
·
divertikels als gevolg van een
mechanisch obstakel;
·
divertikels als gevolg van een neu-
rologische aandoening (neurolo-
gische hypercontractiliteit van de
blaas, dyssynergie tussen blaas en
sfincter...);
·
divertikels als gevolg van fragiliteit
van het bindweefsel- of het spier-
weefsel (Prune Belly, Ehlers Dan-
los...).
Bij divertikels als gevolg van een
mechanisch obstakel kan de obstruc-
tie te wijten zijn aan een prostaat-
adenoom, een stenose van de urethra of
een aandoening van de blaashals. Het
obstakel verhoogt de druk in de blaas,
wat de progressieve ontwikkeling van
een hernia in de hand werkt.
Divertikels kunnen allerhande com-
plicaties veroorzaken: chronisch post-
mictioneel residu en urineweginfec-
ties met mogelijk aantasting van de
hoge urinewegen (vooral in geval van
vesico-ureterale reflux), lithiasen of
urotheliale tumor in de divertikels
(door langdurige stase van urine en
dus van schadelijke stoffen in het
divertikel) en compressie van omge-
vende structuren in geval van grote
divertikels.
t
heraPeutische
oPties
Kleine
divertikels kunnen endosco-
pisch worden behandeld door incisie
van de kraag, zodat het divertikel zich
beter in de blaas ledigt.
Bij grote divertikels kan wor-
den geopteerd voor open chirurgie
(transvesicale, extravesicale of ge-
combineerde) of voor een laparosco-
pische aanpak. De bekendste laparo-
scopische techniek is de extravesicale
of transperitoneale weg, waarbij het
divertikel aan de buitenkant van de
blaas kan worden gelokaliseerd door
transilluminatie met de cystoscoop
of een foleysonde, die in het diver-
tikel wordt gestoken.
Een alternatieve techniek is laparosco-
pische endovesicale chirurgie met alle
voordelen van een minimaal invasieve
techniek, maar zonder de nadelen van
een klassieke transperitonale laparo-
scopie (postoperatieve schouderpijn
door irritatie van het middenrif, risico
op beschadiging van een intraperi-
toneaal orgaan, risico op luchtembo-
lie...).
t
echniek
Bij een laparoscopische endovesi-
cale ingreep wordt een `pneumo-
blaas' aangelegd. Eerst wordt de blaas
gevuld via een blaassonde of een
cystoscoop. Daarna wordt een tro-
cart ter hoogte van de blaaskoepel
geplaatst, waar de optiek wordt in-
gevoerd. Het best wordt een ballon-
trocart gebruikt om een verzakking
van de blaas tijdens de operatie te
vermijden. De trocart kan ook met
een hechte beursnaad op de blaas-
wand worden bevestigd.
De blaas wordt opgeblazen met CO
2
.
Het water wordt dus vervangen door
een gas. Daarna wordt de blaassonde
afgeklemd en worden twee trocarts
van 5mm dik onder visuele controle
ingevoerd, net zoals bij plaatsing van
een cystocath onder intravesicale
visuele controle.
Het blaasslijmvlies wordt gecoagu-
leerd rond het kraagje en wordt ge-
scheiden van het slijmvlies van het
divertikel: dissectie van de spiervezels
van het kraagje en volledig losmaken
van alle aanhechtingspunten van het
slijmvlies.
A0544N
SOCIÉTÉ BELGE D'UROLOGIE, 2 MAART 2013
B
ehandeling
van
Blaasdivertikels
via
laParoscoPische
endovesicale
weg
Patrick Rippinger, Axel Feyaerts
Clin. univ. Saint-Luc, UCL, Brussel
· Laparoscopischeendovesicalechirurgieiseenalternatiefvoorklassiekeextravesicalechirurgie.
· Presentatievandetechniekenderesultatenaandehandvaneenklinischecasus.