bilaterale partiële nefrectomie uitge- voerd, bij één patiënt met een interval van 2 weken en bij de tweede met 1 jaar tussen. Chirurgie was geïndi- ceerd wegens een bilateraal helder- cellig niercarcinoom. nodig wegens een bloeding. Gezien de infiltratie van het perirenale vetweef- sel en de wazige tumorafgrenzing werd bij die patiënt uiteindelijk een radicale nefrectomie uitgevoerd. was 19,6 minuten (0-35) en gemid- deld was de tumor 25mm (14-48mm) groot. Het percentage complicaties bedroeg 15%. Lichte complicaties (graad II volgens de classificatie van Clavien) waren urineweginfecties (n = 2). Belangrijke complicaties waren een bloeding waarvoor een transfusie moest worden gegeven bij de eerste patiënt die werd geopereerd, en arte- riële hypertensie bij één van de twee patiënten met een solitaire nier. nierfunctie. Die vertoonde voor de operatie al een nierinsufficiëntie met een serumcreatinine van 2,5mg/dl. Het betrof de patiënt bij wie een bi- laterale partiële nefrectomie werd uit- gevoerd met een interval van één jaar. Bij die patiënten steeg het serumcrea- tinine tot 2,8mg/dl 6 maanden na de operatie. ligne tumor: een heldercellig niercarci- noom (n = 13) of een tubulopapillaire tumor (n = 7) (Figuur 3). Het percen- tage positieve marges was nul en tot nog toe is er geen enkel recidief. De follow-up is echter nog beperkt. Het betrof overwegend pT1a-tumoren. partiële nefrectomie kan worden geëvalueerd met het `R.E.N.A.L.- systeem', dat rekening houdt met de ten opzichte van de bloedvaten en de holtes. Simhan et al. hebben aangetoond dat een complexere tumor vaak aanleiding geeft tot ernstige complicaties (1). jaar geleden ingevoerd in de urologie en is de referentietechniek gewor- den voor een totale nefrectomie bij tumoren tot cT2. Door die evolutie en de technische moeilijkheden bij een laparoscopische partiële nefrectomie, hebben we bij nierkanker misschien te vaak een radicale nefrectomie uitge- voerd in plaats van een partiële. belangstelling voor partiële nefrec- tomie, ongeacht de toegangsweg (2). Een partiële nefrectomie blijft de beste behandeling bij een tumor van minder dan 4cm, pT1a en bij sommige tumoren van 4 tot 7cm, pT1b. of robotgeassisteerde laparoscopie te worden uitgevoerd, al is de postopera- tieve morbiditeit dan toch significant lager dan na open chirurgie. Bepaalde obstakels bij een klassieke laparosco- pie kunnen worden omzeild dankzij van de robot. Dat is vooral zo tijdens de kritieke fasen van resectie van de tumor en hemostatische sluiting van het resectiebed, die moeten worden uitgevoerd met een zo kort mogelijke warme-ischemietijd. 1. |