![]() was positief (22, 23). om een screeningmammografie bij vrouwen met een interme- diair risico en borsten met hoge dichtheid aan te vullen met MRI in plaats van een echografie. Dat is vooral het geval bij jonge vrouwen, wegens het zeer hoge percentage fout-positie- ve resultaten, de kosten en de geringe tolerantie voor het on- derzoek (24). screening op maat gegevens van het SEER, het Breast Cancer Surveillance Consor- tium en de medische literatuur. Volgens dat model zou een mammografie om de twee jaar tussen de leeftijd van 40 en 49 jaar rendabel zijn bij vrouwen met een hoge mammografische dichtheid (BIRADS 3 en 4) en bij vrouwen met familiale ante- cedenten bij wie een borstbiopsie werd uitgevoerd. Mammo- grafie om de drie tot vier jaar bij vrouwen ouder dan 50 jaar met een lage mammografische dichtheid (BI-RADS 1) en zon- der risicofactoren, zou eveneens rendabel zijn. Als we de fre- quentie van mammografie zouden verlagen bij vrouwen met een laag risico, zouden we dus de screening van vrouwen met een hoog risico kunnen opdrijven zonder het totale kosten- plaatje te verhogen. In de praktijk zou bij vrouwen met een matig risico een eerste mammografie moeten gebeuren op de leeftijd van 40 jaar om de mammografische dichtheid te evalueren en om op grond daarvan de screeningstrategie uit te stippelen. Bij vrouwen met een geringe mammografische dichtheid en geen significante risicofactoren zou de screening kunnen worden uitgesteld tot de leeftijd van 50 jaar (10, 25). studies die tientallen jaren geleden werden gestart, zijn mis- schien niet meer relevant. Misschien overschatten ze de waar- de van screening, doordat de behandeling beter is geworden, of onderschatten ze de waarde doordat de beeldvorming- technieken verbeterd zijn (26). Bij screening op maat zou ook rekening moeten worden ge- houden met de etnische origine van de patiënten. Aziatische vrouwen hebben densere borsten en de incidentie van borst- kanker is bij hen lager. Screening door mammografie zou bij hen minder efficiënt kunnen zijn (27). Afrikaanse (en Afro- Amerikaanse) vrouwen daarentegen hebben vaker een agres- gere leeftijd. Bij hen zou de screening waarschijnlijk intensiever moeten zijn en op een jongere leeftijd moeten worden gestart (28). Tot slot is meting van de mammografische dichtheid nog niet gestandaardiseerd en kunnen de resultaten vrij sterk ver- schillen naargelang van de gebruikte techniek en de observator (29). De densiteit kan nog niet automatisch worden gemeten, maar er zijn meerdere studies lopende. gie kunnen zijn om het effect van screening op de sterfte door borstkanker te verhogen zonder het aantal hinderlijke neven- effecten bij de overgrote meerderheid van de vrouwen of de kosten voor de maatschappij te verhogen. Bij een minderheid van de vrouwen met een hoog risico is een intensievere screening vereist (frequentere screening en andere beeldvor- mingstechnieken naast de mammografie). Een intensievere screening verhoogt echter het aantal fout-positieve uitkomsten en het aantal biopsies. Daarenboven kan screening op maat ook tot gevolg hebben dat de belasting van de screening bij de meeste vrouwen die geen risico lopen, kan worden verlaagd. patiënte, wat tijd in beslag neemt, maar de psychische impact van fout-positieve resultaten zal verminderen. De patiënte zal beseffen dat de screeningstrategie aangepast is aan haar per- soonlijke situatie zodat ze de screening beter zal naleven op langere termijn. Het is bewezen dat een eerlijke en precieze informatie de participatie aan screening niet verlaagt (30). complex, omdat rekening moet worden gehouden met tal van factoren en omdat de screeningstrategie regelmatig opnieuw moet worden geëvalueerd en aangepast. Volgens ons is het beter de arts en de patiënte samen te laten beslissen over de screening, en ervoor te zorgen dat de structuren en professio- nele vaardigheid ter beschikking worden gesteld van een zo groot mogelijk aantal vrouwen. In de meeste landen is screening op maat nog beperkt, wegens een tekort aan competente technici, gespecialiseerde radiolo- gen en goede beeldvormingstoestellen. heid en de specificiteit van beeldvormingstechnieken te verbe- teren en om nieuwe voorspellende factoren van het individu- ele risico op borstkanker te valideren. Voor een prospectieve, gerandomiseerde studie naar het effect van screening op maat |