![]() liatie, waarin chemotherapie een centrale rol speelt. Het is hiermee duidelijk dat voor die patiënten bij wie geen stadium IV kan worden aangetoond, de kennis van de mediastinale klie- ren cruciaal is voor de keuze van een optimaal therapieplan. mediastinale klieren van de longkankerpatiënt? curaat wordt beschouwd om te beslissen over de aan- of af- wezigheid van uitzaaiingen in deze klieren en waarbij biopsie niet nodig is. Men neemt aan dat patiënten met op beeldvorming directe tumoringroei in het mediastinum, of met bijzonder grote klie- ren (> 20mm) in meer dan één station (`bulk-ziekte') a priori een kans op kwaadaardige aantasting van het medias- tinum van 100 procent hebben. Patholo- gische bevestiging hiervan biedt geen meerwaarde. Omgekeerd neemt men aan dat bij bepaalde patiënten invasief klieronder- zoek vooral aanleiding geeft tot risico op morbiditeit en kosten, veeleer dan op bij- dragende nieuwe klinische gegevens. Dit gaat op voor patiënten met perifere long- tumoren van minder dan 3cm, bij wie geen afwijking in de klieren wordt gezien met de CT-scan (alle klieren < 10mm) en die met de PET-scan a priori een kans hebben van minder dan 6 procent. echter niet accuraat genoeg om over aan- of afwezigheid van uitzaaiingen in de mediastinale klieren te beslissen in de volgende twee situaties (Figuur 2). De eerste betreft de groep patiënten met klieren die verdacht zijn op basis van me- diastinale beeldvorming: ofwel zijn de klie- ren in het mediastinum te groot, ofwel nemen ze teveel FDG op bij PET-scan. De tweede betreft de groep die wordt ge- kenmerkt door een normaal mediastinum bij beeldvorming (dus enkel kleine kliertjes die bovendien geen FDG-opname tonen), 30 procent. De reden hiervoor zijn veelvoudig: - de patiënt heeft verdachte hilaire klieren bij beeldvorming - de tumor zelf vertoont geen of erg zwakke FDG-opname klieren eigenlijk niet betrouwbaar is. In deze scenario's is weefselonderzoek van de mediastinale klieren een noodzaak. weefselonderzoek van de klieren? Chirurgen richtlijnen opgesteld (ESTS-richtlijn) voor de stadium- er v er afwezigheid van verdachte klieren in het mediastinum bij beeldvorming (2). |