background image
22
Onco
l
Vol 7
l
Nr 3
l
2013
naargelang van de klinische indicaties (3). Bij de follow-up
worden meestal de verkortingsfractie (FS) en de linkerventrikel-
ejectiefractie gemeten als standaardparameters van de
systolische linkerventrikelfunctie.
Weefseldoppler is een niet-invasieve echocardiografische tech-
niek, waarmee de kwaliteit van de contracties en de relaxatie
van het myocard kunnen worden onderzocht. Het nut van
weefseldoppler in de klinische context wordt nog onderzocht
(4). Volgens recente studies bij volwassenen zou een weefsel-
doppler in combinatie met een echocardiografie gevoeliger
zijn om subklinische afwijkingen van de diastolische functie op
te sporen (5-7).
Isotopenventriculografie en myocardscintigrafie
Met een isotopenventriculografie of Multi Gated Acquisition
Scan
(MUGA-scan) kan een subklinische achteruitgang van de
hartfunctie worden opgespoord. Het onderzoek is reprodu-
ceerbaar, ook bij patiënten met een matig akoestisch venster
(2). In een recente studie werd aangetoond dat een MUGA-
scan gevoeliger is dan een echocardiografie bij het opsporen
van linkerventrikeldisfunctie als gevolg van antracyclines (8).
Het is echter nog niet bewezen dat een MUGA-scan geïndi-
ceerd is bij de follow-up op lange termijn, vooral gezien het nut
van nucleaire magnetische resonantie (MRI) in deze context.
Een myocardscintigrafie zou nuttig kunnen zijn voor de vroege
detectie van cardiotoxiciteit als gevolg van antracyclines (9),
maar ook wat dat betreft, zijn meer gegevens nodig voor er
aanbevelingen kunnen worden geformuleerd.
Biochemische markers van hartbeschadiging
Er is nog discussie over de waarde van biochemische parameters
in het bloed bij de screening van patiënten die met antracyclines
werden behandeld. De meest veelbelovende strategie om hart-
letsels op te sporen is waarschijnlijk een combinatie van biomar-
kers en niet-invasieve beeldvorming van het hart. Het is nog niet
duidelijk welke biomarkers nuttig zijn, welke de parameters bij
beeldvormingsonderzoek van het hart zijn, wanneer een derge-
lijke screening zou moeten gebeuren en of het zin heeft een
schaal voor het cardiale risico te ontwikkelen (10, 11).
De biomarkers die het best zijn onderzocht, zijn cardiale tro-
ponines, directe merkstoffen van afsterven van myocyten, en
natriuretische peptiden, merkstoffen van uitrekking van de ve-
zels van de myocyten.
Nucleaire magnetische resonantie van het hart (MRI)
Er zijn maar twee studies uitgevoerd om afwijkingen van het
hart na een behandeling met antracyclines op te sporen aan de
hand van MRI.
In een eerste reeks van 22 volwassenen die een normale hart-
functie hadden voor chemotherapie, werden een significante
daling van de ejectiefractie en een sterkere opname van con-
trast door het myocard bij late aankleuring gerapporteerd (12).
In de tweede studie werd het nut van MRI onderzocht bij kin-
deren met kanker (n = 28, gemiddelde leeftijd 16,4 jaar). De
eindsystolische volume-index steeg en de ejectiefractie van het
linker- en het rechterventrikel daalde tijdens een behandeling
met antracyclines. Er werden echter geen klinische tekenen van
hartinsufficiëntie of cardiomyopathie waargenomen (13).
Tabel: Aanbevolen frequentie van echocardiografie of MUGA-scan (uit de Children's Oncology Group
long-term follow-up guidelines
) (24).
Leeftijd op het ogenblik
van de behandeling*
Bestraling met mogelijke
impact op het hart
Antracyclinedosis**
Aanbevolen frequentie
< 1 jaar
Ja
Nee
Alle dosissen
< 200mg/m
2
200mg/m
2
Jaarlijks
Om de 2 jaar
Jaarlijks
1-4 jaar
Ja
Nee
Alle dosissen
< 100mg/m
2
100 à < 300mg/m
2
300mg/m
2
Jaarlijks
Om de 5 jaar
Om de 2 jaar
Jaarlijks
5 jaar
Ja
Nee
< 300mg/m
2
300mg/m
2
< 200mg/m
2
200 à < 300mg/m
2
300mg/m
2
Om de 2 jaar
Jaarlijks
Om de 5 jaar
Om de 2 jaar
Jaarlijks
* Leeftijd bij de 1e cardiotoxische behandeling (anthracyclines of radiotherapie)
** Gebaseerd op een equivalente isotoxische dosis van doxorubicine